Uitspraak Nº 200.273.014_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-17

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:3928
Docket Number200.273.014_01
Date17 Diciembre 2020
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Familie en Jeugdrecht

zaaknummer : 200.273.014/01

zaaknummer rechtbank : C/02/353801 / FA RK 19-149

beschikking van de meervoudige kamer van 17 december 2020

inzake

[Bewindvoeringen] Bewindvoeringen B.V.

hierna te noemen: de bewindvoerder

verzoeker in hoger beroep,

in haar hoedanigheid van bewindvoerder van

[de man] ,

hierna te noemen: de man,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. S. Tümkaya-Canimoglu te Rotterdam,

tegen

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. R.A. Remport Urban te Bergen op Zoom ,

en

[jongmeerderjarige 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: [jongmeerderjarige 1] ,

advocaat mr. R.A. Remport Urban te Bergen op Zoom ,

en

[jongmeerderjarige 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: [jongmeerderjarige 2] ,

advocaat mr. R.A. Remport Urban te Bergen op Zoom .

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 23 oktober 2019.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

De bewindvoerder is op 21 januari 2020 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 23 oktober 2019.

2.2.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een F9-formulier gericht aan de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 september 2019, met bijlagen, van de advocaat van de bewindvoerder, ingekomen bij het hof op 27 februari 2020;

- het V6-formulier van de advocaat van de bewindvoerder van 27 mei 2020, met bijlagen, ingekomen bij het hof op 28 mei 2020;

- het V6-formulier van de advocaat van de vrouw van 20 oktober 2020, met bijlagen, ingekomen bij het hof op 22 oktober 2020;

- het V6-formulier van 22 oktober 2020, met bijlagen, ingekomen bij het hof op 26 oktober 2020;

-V6-formulier van de advocaat van de bewindvoerder van 26 oktober 2020, met bijlagen, ingekomen bij het hof op diezelfde datum.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft op 5 november 2020 plaatsgevonden. De man en de vrouw zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De man is verschenen via een videoverbinding. Voor de man is als tolk verschenen G. Dogruyol (tolknummer 1102).

3 De feiten
3.1.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, heeft op 9 augustus 2013 de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken. Deze beschikking is op 18 september 2013 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

3.3.

Uit het huwelijk van de man en de vrouw zijn de volgende jongmeerderjarige kinderen geboren:

- [jongmeerderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] (hierna: [jongmeerderjarige 1] ),

- [jongmeerderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] (hierna: [jongmeerderjarige 2] )

3.3.1.

Uit het huwelijk van partijen is het volgende minderjarige kind geboren:

- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ),

(hierna ook: de kinderen).

3.4.

Bij beschikking van 23 december 2016 heeft de rechtbank de door de man aan de vrouw te betalen bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de toen nog minderjarige kinderen met ingang van 1 september 2016 vastgesteld op € 250,- per maand per kind.

3.5.

Bij beschikking van 30...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT