Uitspraak Nº 200.273.345_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-17
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2020:3922 |
Date | 17 Diciembre 2020 |
Docket Number | 200.273.345_01 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 17 december 2020
Zaaknummer: 200.273.345/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/343971 / FA RK 19-1050
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.W.F. van Wijk,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. W.N. Sardjoe.
Deze zaak gaat over:
-
-
[minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007;
-
-
[minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2008.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 30 oktober 2019.
Bij beroepschrift van 30 januari 2020, met producties, ingekomen bij het hof op diezelfde datum, heeft de moeder verzocht de bestreden beschikking te vernietigen ten aanzien van de beslissing inzake de regeling verdeling vakanties en feestdagen en het verzoek van de vrouw, weergegeven onder punt 12 tot en met 16 alsnog toe te wijzen.
Bij verweerschrift ingekomen ter griffie op 20 maart 2020, heeft de vader verzocht het hoger beroep van de moeder ongegrond te verklaren, althans haar verzoek af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft voorts kennis genomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van de rechtbank van 2 oktober 2019;
- het V6-formulier van 5 november 2020, van de advocaat van de vader, met bijlage, ingekomen bij het hof op diezelfde datum;
- het V8-formulier van 30 november 2020, van de advocaat van de moeder, met bijlage, ingekomen bij het hof op diezelfde datum.
Er heeft geen mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden.
De ouders hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Uit deze relatie zijn geboren:
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007 (hierna: [minderjarige 1] );
- [minderjarige 2] , geboren te...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT