Uitspraak Nº 200.274.846/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-12-22
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2020:3617 |
Docket Number | 200.274.846/01 |
Date | 22 Diciembre 2020 |
Court | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.274.846/01
zaaknummer rechtbank: C/13/677863 / FA RK 19-8308 en C/13/678093 / JE RK 20-35
beschikking van de meervoudige kamer van 22 december 2020 inzake
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. E.E. Sprenkeling te Amsterdam,
en
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Den Haag, locatie Amsterdam,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de raad.
Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:
- [de grootmoeder] (hierna: de grootmoeder);
- Jeugdbescherming Regio Amsterdam (hierna: JBRA);
- [de curator] h.o.d.n. [X] Bewindvoering (hierna: de curator);
- de minderjarige [zoon] (hierna: [de minderjarige] ).
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kinderrechter) van 17 januari 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
De moeder is op 2 maart 2020 in hoger beroep gekomen van een gedeelte van voormelde beschikking en heeft haar beroepschrift aangevuld op 17 april 2020.
De mondelinge behandeling heeft op 11 november 2020 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- de advocaat van de moeder;
- de heer V.D. Aelbers namens de raad;
- de grootmoeder;
- twee medewerkers namens JBRA;
Voorts is verschenen mevrouw [Y] namens Mentrum Kliniek die door het hof als informant is gehoord.
De moeder en de curator zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
[de minderjarige] is de [in] 2020 geboren zoon van de moeder. [de minderjarige] verblijft sinds kort na zijn geboorte in een perspectiefbiedend pleeggezin.
De moeder is meerdere malen (gedwongen) opgenomen geweest. Bij beschikking van 10 december 2019 van de rechtbank Amsterdam is een machtiging verleend tot voortgezet verblijf van de moeder in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van zes maanden, derhalve tot 11 juni 2020. Na de geboorte van [de minderjarige] is zij overgeplaatst en is de rechterlijke machtiging voortijdig opgeheven.
Momenteel woont zij op vrijwillige basis in een begeleid-wonenproject. De grootmoeder is haar moeder.
Bij beschikking van 19 december 2018 van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan de moeder.
Bij beschikking van 6 december 2019 van de kantonrechter is de onderbewindstelling opgeheven en is de moeder onder curatele gesteld, met benoeming van [de curator] h.o.d.n. [X] Bewindvoering tot curator.
Bij beschikking van 7 januari 2020 van de kinderrechter is JBRA belast met de voorlopige voogdij over...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT