Uitspraak Nº 200.275.441/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-05-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:4081
Date28 Mayo 2020
Docket Number200.275.441/01
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.275.441/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/171242 / FT RK 20/65)

beschikking van 28 mei 2020

in de zaak van

1 [appellant1] Beheer B.V.,

gevestigd te [A] ,

2. [appellant2] Beheer B.V.,

gevestigd te [A] ,

3. [appellant3] ,

wonende te [A] ,

4. [appellant4] ,

wonende te [A] ,

5. [appellant5] Support B.V.,

gevestigd te [A] ,

appellanten 1 tot en met 5 hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten 1 t/m 5] c.s.,

6 Agilq B.V.,

gevestigd te Sneek,

hierna te noemen: Agiliq,

7. DNA Adviesgroep B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

hierna te noemen: DNA Advies,

8. Koninklijke Metaalunie,

gevestigd te Nieuwegein,

hierna te noemen: Metaalunie,

appellanten,

in eerste aanleg: verzoekers,

hierna gezamenlijk te noemen: appellanten,

advocaat: mr. D.C. Poiesz, kantoorhoudende te Sneek,

tegen

[geïntimeerde] Holding B.V.,

gevestigd te [A] ,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: verweerster,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. I.J. Woltman, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1 Het geding in eerste aanleg

Bij beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 28 februari 2020 is het verzoek van appellanten tot faillietverklaring van [geïntimeerde] afgewezen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie van het hof op 9 maart 2020, hebben appellanten verzocht voornoemde beschikking te vernietigen en alsnog te bepalen dat [geïntimeerde] in staat van faillissement verkeert.

2.2

Het hof heeft kennisgenomen van de overige stukken, waaronder de e-mailberichten met bijlagen van 18 mei 2020 en 19 mei 2020 van mr. Poiesz. Van mr. Woltman heeft het hof de e-mailberichten met bijlage van 18 mei 2020 en 19 mei 2020 ontvangen.

2.3

De mondelinge behandeling heeft op 20 mei 2020 in verband met de maatregelen ter bestrijding van het Covid-19 virus plaatsgehad door middel van een Skype-videoverbinding. Namens appellanten is mr. Poiesz verschenen. Namens [geïntimeerde] is verschenen de heer [B] , bestuurder, bijgestaan door mr. Woltman. Mr. Poiesz heeft zijn spreekaantekeningen op voorhand aan het hof gezonden.

3 De beoordeling

Oordeel van de rechtbank

3.1

De rechtbank heeft het verzoek van appellanten om [geïntimeerde] in staat van faillissement te verklaren afgewezen en heeft daartoe - kort gezegd - het volgende overwogen. Vast staat dat er van de zijde van [geïntimeerde] geen sprake is van betalingsonmacht, maar van betalingsonwil. [appellanten 1 t/m 5] c.s. zijn vanaf 2018 al in meerdere procedures verwikkeld geweest met [geïntimeerde] . Op dit moment loopt er nog een bodemprocedure betreffende een zeer substantiële vordering, die door [geïntimeerde] is ingesteld jegens [appellanten 1 t/m 5] c.s. Nu het processuele debat daarover nog volop wordt gevoerd, acht de rechtbank het onbegrijpelijk dat het faillissement van [geïntimeerde] is aangevraagd en heeft [appellanten 1 t/m 5] c.s. met het indienen van een faillissementsverzoek misbruik gemaakt van faillissements- en/of procesrecht. Daarmee is er geen ruimte voor het zelfstandig beoordelen van de vorderingen van appellanten 6 tot en met 8. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, nu het bestaan van de vorderingen jegens [geïntimeerde] niet summierlijk kan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT