Uitspraak Nº 200.275.686/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-16

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2470
Docket Number200.275.686/01
Date16 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel recht

zaaknummer : 200.275.686/01

rekestnummer rechtbank : FA RK 19-1745

zaaknummer rechtbank : C/10/568961

beschikking van de meervoudige kamer van 16 december 2020

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. B. Fresco te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende op een geheim adres,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. M. Janse te Halsteren, gemeente Bergen op Zoom.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 19 december 2019, uitgesproken onder voormeld zaaknummer, hierna ook: de bestreden beschikking.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

De man is op 16 maart 2020 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.

2.2

De vrouw heeft op 7 mei 2020 een verweerschrift ingediend.

2.3

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 8 oktober 2020 met bijlagen, ingekomen op 12 oktober 2020;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 13 oktober 2020 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 14 oktober 2020 met bijlage, ingekomen op diezelfde datum.

2.4

De mondelinge behandeling heeft op 23 oktober 2020 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat mr. Fresco;

- de advocaat van de vrouw: mr. Janse.

De vrouw is met bericht van verhindering niet verschenen.

3 De feiten
3.1

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2

Het huwelijk van partijen is op 25 maart 2020 ontbonden door de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand.

4 De omvang van het geschil
4.1

Bij de bestreden beschikking is, voor zover thans van belang, de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is, uitvoerbaar bij voorraad, de uitkering in de kosten van levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partneralimentatie) met ingang van de datum waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, bepaald op € 1.365,- per maand.

4.2

De grieven van de man zien op de behoeftigheid van de vrouw en de draagkracht van de man. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, het hof begrijpt: voor zover het de partneralimentatie betreft, en opnieuw rechtdoende, waar nodig met aanvulling van gronden en kosten rechtens, de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie te bepalen op € 871,-...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT