Uitspraak Nº 200.276.758. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-12-29

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:10838
Date29 Diciembre 2020
Docket Number200.276.758
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.276.758

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 475823)

beschikking van 29 december 2020

inzake

[verzoekster] ,

wonende op een geheim adres,

verzoekster in hoger beroep,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. S. Vermeulen te Culemborg,

en

raad voor de kinderbescherming,

gevestigd te Utrecht,

verweerder in hoger beroep,

verder te noemen: de raad.


Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:

de gecertificeerde instelling
stichting Samen Veilig Midden-Nederland,

gevestigd te Utrecht,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen: de GI,

[de vader] ,

wonende te [A] ,

verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. C.M. Lattmann-van der Heijde,

[de pleegouders] ,

wonende op een geheim adres,

verder te noemen: de pleegouders van [de minderjarige2] en [de minderjarige3] ,

Als informant zijn aangemerkt:

[de gezinshuisouders] ,

wonende te [B] ,

verder te noemen: de gezinshuisouders van [de minderjarige1] .

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 3 januari 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met producties, ingekomen op 3 april 2020;

- het verweerschrift van de raad;

- een journaalbericht van mr. Lattman-van der Heijde van 6 november 2020 met productie;

- een journaalbericht van mr. Lattman-van der Heijde van 9 november 2020 met producties.

2.2

De mondelinge behandeling heeft op 19 november 2020 plaatsgevonden. Deze vond gelijktijdig plaats met de mondelinge behandeling in de zaak met het nummer 200.276.528.

De moeder en de vader zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de raad is de heer [C] verschenen. Namens de GI is mevrouw [D] verschenen. Verder zijn de pleegouders van [de minderjarige2] en [de minderjarige3] verschenen. Als informanten zijn verschenen de gezinshuisouders van [de minderjarige1] , te weten de heer en mevrouw [de gezinshuisouders] .

3 De feiten
3.1

Uit de inmiddels beëindigde relatie van de vader en de moeder zijn geboren:

- [de minderjarige1] (hierna: [de minderjarige1] ), [in] 2009 te [E] ;

- [de minderjarige2] (hierna: [de minderjarige2] ), [in] 2015 te [E] ;

- [de minderjarige3] (hierna: [de minderjarige3] ), [in] 2017 te [E] .

3.2

Bij beschikking van 25 april 2017 heeft de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland de kinderen, op verzoek van de raad, voorlopig onder toezicht gesteld van de GI tot 25 juli 2017. Bij beschikking van 24 juli 2017 zijn de kinderen onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van een jaar, welke termijn laatstelijk is verlengd bij beschikking van 19 juni 2019 tot 24 juni 2020.

3.3

Bij beschikking van 28 april 2017 heeft de kinderrechter de GI gemachtigd de kinderen uit huis te plaatsen voor de termijn van een jaar, welke uithuisplaatsing laatstelijk is verlengd tot 24 juni 2020.

3.4

[de minderjarige2] en [de minderjarige3] verblijven sinds juli 2017 in het pleeggezin van [de pleegouders] .

[de minderjarige1] verbleef vanaf de zomer van 2017 bij zijn overgrootmoeder en hij is op 18 augustus 2017...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT