Uitspraak Nº 200.281.018_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-17
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2020:3931 |
Docket Number | 200.281.018_01 |
Date | 17 Diciembre 2020 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 17 december 2020
Zaaknummer: 200.281.018/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/260927 / FA RK 19-648
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder] ,
wonende te
[woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.E.A. Hendrix,
tegen
[de vader] ,
wonende te
[woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. I.F.H. Nelissen.
Deze zaak gaat over:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] , en
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] ,
hierna samen te noemen: de kinderen.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidoost Nederland, vestiging [vestiging] ,
hierna te noemen: de raad.
Bij die beschikking heeft het hof partijen, zo nodig vergezeld van hun advocaten, alsmede de GI en de raad opgeroepen om te verschijnen op de mondelinge behandeling van het hof op 30 november 2020 te 14.00 uur. Daarbij heeft het hof iedere verdere beslissing aangehouden tot voornoemde datum.
De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 november 2020. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. Hendrix;
- de vader, bijgestaan door mr. Nelissen;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] .
Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- het V8-formulier met bijlage (het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in
eerste aanleg) van de advocaat van de moeder d.d. 30 september 2020.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij het hoger beroep wenst in te trekken. Het hof maakt hieruit op dat de grieven niet worden gehandhaafd. Dit brengt mee dat de moeder niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het verzoek in hoger beroep.
Gezien de familierechtelijke aard van de zaak zal het hof de proceskosten compenseren.
...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT