Uitspraak Nº 200.283.236_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-17

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:3926
Date17 Diciembre 2020
Docket Number200.283.236_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak : 17 december 2020

Zaaknummer : 200.283.236/01

Zaaknummer 1e aanleg : C/02/372121 / JE RK 20-888

in de zaak in hoger beroep van:

[de vader] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: mr. P.C. Schouten,

tegen

Stichting Jeugdbescherming Brabant,

gevestigd te [vestigingsplaats] en tevens kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de GI (gecertificeerde instelling).

Deze zaak gaat over de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

- [de moeder] (hierna te noemen: de moeder), advocaat mr. T. Möller.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen: de raad.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 19 juni 2020.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 15 september 2020, heeft de vader verzocht voormelde beschikking gedeeltelijk te vernietigen en het verzoek van de GI tot wijziging van de reguliere verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (dus niet de nieuwe verdeling van de vakanties, feestdagen en bijzondere dagen) alsnog af te wijzen, althans de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken dusdanig te wijzigen als het hof passend acht, althans een andere beslissing te nemen die het hof in het belang van het kind geraden acht.

2.2.

Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 26 oktober 2020, heeft de GI verzocht het hoger beroep van de vader af te wijzen en de beschikking waarvan beroep in stand te laten.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 november 2020. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de vader, bijgestaan door mr. Schouten;

- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] ;

- de moeder, bijgestaan door mr. Möller;

- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 5 juni 2020;

  • -

    het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader van 19 november 2020.

3 De beoordeling
3.1.

Uit het inmiddels ontbonden huwelijk van de moeder en de vader is op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ) geboren.

De ouders oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] uit, die het hoofdverblijf bij de moeder heeft.

[minderjarige] staat sinds 21 juni 2016 onder toezicht van de GI. De ondertoezichtstelling is laatstelijk verlengd tot 21 december 2020.

Partijen hebben een door hen op 1 oktober 2014 ondertekend ouderschapsplan opgesteld. Daarin is een regeling betreffende de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken opgenomen die er op neer komt dat [minderjarige] doordeweeks bij de moeder is en in het ene weekend van zaterdag 10.00 uur tot zondag 17.00 uur en in het andere weekend op zaterdag of zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur bij de vader is, welke dag door de ouders in onderling overleg wordt bepaald.

3.2.

Bij de bestreden, uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, beschikking heeft de rechtbank, voor zover in hoger beroep aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT