Uitspraak Nº 200.284.649_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-31

ECLIECLI:NL:GHSHE:2020:4029
Docket Number200.284.649_01
Date31 Diciembre 2020
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak : 31 december 2020

Zaaknummer : 200.284.649/01

Zaaknummer 1e aanleg : C/03/280628 / JE RK 20-1611

in de zaak in hoger beroep van:

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. J.B.G. Gelissen,

tegen

Raad voor de Kinderbescherming,

regio Limburg, locatie [locatie] ,

verweerder in hoger beroep,

hierna te noemen: de raad.

Deze zaak gaat over [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] .

Als belanghebbenden worden aangemerkt:

- [de vader], wonende te [woonplaats] , (hierna te noemen: de vader), bijgestaan door mr. G.M.B.R. Nielissen.

- Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, de gecertificeerde instelling (hierna te noemen: de GI).

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 14 augustus 2020.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 14 oktober 2020, heeft de moeder het hof verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het verzoek tot ondertoezichtstelling van [minderjarige] af te wijzen en de raad te veroordelen in de proceskosten van de moeder zowel in de eerst aanleg als in hoger beroep, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking van het hof en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - deze kosten te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf verstrijking van voornoemde termijn tot aan de dag van voldoening.

2.2.

Van de zijde van de raad is geen verweerschrift ingekomen ter griffie van het hof.

2.3.

Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 9 november 2020, heeft de vader het hof verzocht de moeder in haar verzoek in hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, althans het verzoek af te wijzen, althans een zodanig beslissing te nemen als het hof juist acht.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 december 2020.

Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de moeder, bijgestaan door mr. Gelissen;

- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] .

2.3.1.

De vader en zijn advocaat zijn, met bericht van verhindering d.d. 9 november 2020, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen. Namens de raad is, hoewel behoorlijk daartoe opgeroepen, geen vertegenwoordiger verschenen.

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    de brief van de GI van 28 oktober 2020 met als bijlage het plan van aanpak;

  • -

    het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 20 november 2020;

  • -

    het V8-formulier met bijlage van de advocaat van de vader d.d. 23 november 2020;

  • -

    het emailbericht van de GI d.d. 1 december 2020;

  • -

    de tijdens de mondelinge behandeling door de advocaat van de moeder overgelegde pleitnota.

3 De beoordeling
3.1.

Uit het huwelijk van de moeder en de vader is, voor zover thans van belang, op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ) geboren.

Het gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder en de vader. [minderjarige] verblijft bij de moeder. De ouders zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure.

3.2.

Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de rechtbank [minderjarige] onder toezicht gesteld.

3.3.

De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.4.

De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, - kort samengevat - het volgende aan.

In de eerste plaats wijst de moeder erop dat het verzoekschrift van de raad niet voldoet aan de vereisten die de wet en/of het procesreglement daaraan stelt. Daartoe voert zij aan dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT