Uitspraak Nº 200.290.991/01. Gerechtshof Den Haag, 2021-03-31
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2021:598 |
Date | 31 Marzo 2021 |
Docket Number | 200.290.991/01 |
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling civiel recht
zaaknummer : 200.290.991/01
rekestnummer rechtbank : FA RK 21-1
zaaknummer rechtbank : C/09/605282
beschikking van de meervoudige kamer van 31 maart 2021
inzake
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] Indonesië,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. M.T. Wernsen te Den Haag,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. A.H. van Haga te Den Haag.
De moeder is op 2 maart 2021 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Den Haag van 15 februari 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna te noemen: de bestreden beschikking).
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- een e-mailbericht van de zijde van de moeder van 16 maart 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een e-mailbericht van de zijde van de vader van 16 maart 2021 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
Op 17 maart 2021 is - uitsluitend - de ontvankelijkheid van het verzoek in hoger beroep mondeling behandeld. Ter zitting waren aanwezig:
- de advocaat van de moeder;
- de advocaat van de vader.
De moeder en de vader zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Voor het procesverloop in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij de bestreden beschikking is het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] , Indonesië, naar Indonesië, afgewezen.
De advocaat van de moeder heeft ter zitting erkend dat zij het beroepschrift één dag te laat heeft ingediend. Wel heeft zij het beroepschrift op de laatste dag van de beroepstermijn naar de advocaat van de vader gestuurd. De advocaat van de moeder meent op grond van het voorgaande dat een uitzondering moet worden gemaakt op het uitgangspunt dat rechtsmiddeltermijnen strikt worden toegepast.
De advocaat van de vader heeft ter zitting aangevoerd dat de moeder niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar hoger beroep. Het enkele feit dat de toenmalige advocaat van de vader het beroepschrift wel tijdig van de advocaat van de moeder heeft...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT