Uitspraak Nº 200.291.723_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHSHE:2022:3688
Docket Number200.291.723_01
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.291.723/01

arrest van 25 oktober 2022

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna aan te duiden als [appellant] ,

advocaat: mr. F.E.L. Teerling te Heerlen,

tegen

[geïntimeerde] , handelend onder de naam [x] -Budgetcoaching,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. M.D. Meerkerk-van den Boogaard te Rotterdam,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 18 mei 2021 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer 8604878 \ CV EXPL 20-2983 gewezen vonnis van 16 december 2020.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenarrest van 18 mei 2021 waarbij het hof een mondelinge behandeling heeft gelast;

  • -

    het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 juni 2021;

  • -

    de memorie van grieven van 9 november 2021, met producties;

  • -

    de memorie van antwoord van 1 februari 2022, met producties.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg

6 De beoordeling
6.1.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de feiten zoals die door de kantonrechter in het bestreden vonnis zijn vastgesteld. De juistheid daarvan is in hoger beroep niet betwist. Het hof verwijst kortheidshalve naar de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.5 van het bestreden vonnis.

6.1.2.

Zakelijk weergegeven komen de feiten erop neer dat [geïntimeerde] tot 15 november 2015 als bewindvoerder van [appellant] diens vermogen beheerde. In dat verband heeft zij op 25 september 2014 namens [geïntimeerde] een aanvraagformulier voor een Woon- en Vrijetijdpakket verzekering ingediend bij Aegon (na een portefeuilleoverdracht nu Nationale Nederlanden). Daarin was onder meer de navolgende vraag opgenomen:

Strafrechtelijk verleden

Bent u of één van uw andere gezinsleden in de afgelopen 8 jaar als verdachte, veroordeelde of gedetineerde in aanraking geweest met politie of justitie in verband met:

diefstal, verduistering, heling, bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte, of poging(en) daartoe;

vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing, bedreiging of een misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid of tegen het leven of poging(en) daartoe;

(…)

Een misdrijf in het verkeer met letsel of dood tot gevolg of heeft u in de afgelopen 5 jaar een rijontzegging gehad van 4 maanden of langer?

Als u deze vraag met “ja” heeft beantwoord, stuur ons dan een kopie van de door justitie aan u of één van uw gezinsleden gezonden berichten. Daaruit moet blijken om welk strafbaar feit het ging, of het tot een rechtszaak is gekomen en wat het resultaat daarvan was. (…)”

Als antwoord op deze vraag heeft [geïntimeerde] op het formulier “nee” aangekruist.

6.1.3.

Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende [appellant] blijkt dat hij in de periode van 25 september 2006 tot 25 september 2014 meermaals met justitie in aanraking is geweest. Het uittreksel vermeldt in deze periode meer dan 10 voor de beantwoording van de gestelde vraag relevante antecedenten, waarvan de laatste een veroordeling door de politierechter betrof van 22 augustus 2013.

6.1.4.

Nadat [appellant] vanwege een woninginbraak in 2018 een schadeclaim had ingediend bij Nationale Nederlanden (tot een bedrag van € 19.126,=), heeft Nationale Nederlanden bij brief van 16 mei 2019 de claim afgewezen, omdat [appellant] ten onrechte bij de aanvraag van de verzekering zijn strafrechtelijk verleden had verzwegen en daarover tegenover een onderzoeker, die Nationale Nederlanden had ingeschakeld om de woninginbraak en de schadeclaim te onderzoeken, ook een onjuiste verklaring had afgelegd. Volgens Nationale Nederlanden is het strafrechtelijk verleden van [appellant] aanzienlijk groter dan hij verklaarde, nu uit het uittreksel van de justitiële documentatie van [appellant] blijkt dat hij in de periode van 8 jaar vóór aanvraag van de verzekering negen keer was vervolgd voor diefstal, heling en mishandeling.

6.2.1.

In de onderhavige procedure vordert [appellant] , voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] jegens hem toerekenbaar tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder en derhalve in de nakoming van de verbintenis;

  2. een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] jegens hem aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van het toerekenbaar tekort schieten van [geïntimeerde] in de zorg van een goed bewindvoerder;

  3. een verklaring voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT