Uitspraak Nº 200.292.164/01. Gerechtshof Den Haag, 2022-10-18

ECLIECLI:NL:GHDHA:2022:1998
Docket Number200.292.164/01
Date18 Octubre 2022
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.292.164/01

Zaaknummer rechtbank : C/10/588178 / HA ZA 19-1188

arrest van 18 oktober 2022

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: mr. E. Walinga te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

hierna te noemen: [geïntimeerde],

advocaat: mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam.

Waar deze zaak over gaat

[geïntimeerde] is eigenaar van vijf schilderijen. Deze bevinden zich in opslag bij de politie, nadat deze bij [appellant] waren gestolen en [geïntimeerde] daar vervolgens conservatoir beslag op heeft doen leggen. [geïntimeerde] vordert een verklaring voor recht dat de schilderijen hem in eigendom toebehoren en veroordeling van [appellant] te gehengen en te gedogen dat de schilderijen aan hem worden afgegeven. [appellant] verzet zich daartegen. Volgens [appellant] heeft hij een vuistpandrecht op deze schilderijen, dan wel kan hij een retentierecht inroepen tegen [geïntimeerde]. De rechtbank heeft de vordering van [geïntimeerde] toegewezen. Het hof is het daarmee eens.

Het geding in hoger beroep

1. Bij exploot van 24 februari 2021 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen vonnis van 25 november 2020. Bij memorie van grieven met producties heeft [appellant] drie grieven aangevoerd en bewijs aangeboden. Bij memorie van antwoord met producties heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden. [geïntimeerde] heeft eveneens een bewijsaanbod gedaan.

2. Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en is arrest gevraagd.

3. Uitspraak is nader bepaald op heden.

Feiten

4. Het hof gaat hieronder uit van de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld en in hoger beroep niet zijn bestreden.

5. Het gaat om de volgende feiten.

5.1.

[geïntimeerde] heeft in de loop der jaren diverse kunstobjecten verworven, waaronder vijf (vermoedelijk) negentiende-eeuwse schilderijen (hierna: de vijf schilderijen), omschreven als voorstellende:

 ‘een koe’;

 ‘een landschap met koeien’;

 ‘een haven met een stoomboot’;

 ‘geiten en schapen’;

 ‘wandelaars in een dal’.

5.2.

Op 4 mei 2017 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] opdracht gegeven om hem bij te staan als advocaat

5.3.

Vanaf begin mei 2017 heeft [geïntimeerde] beveiligingsdiensten afgenomen van New Generation Security B.V. (hierna: NGS). De heer [directeur NGS] (hierna: [directeur NGS]) is directeur-grootaandeelhouder van NGS.

5.4.

Op 21 mei 2017 heeft [geïntimeerde] ten behoeve van NGS een stil pandrecht gevestigd op alle roerende zaken die hij had opgeslagen bij
Crown Fine Art te Amsterdam, waaronder de vijf schilderijen.

5.5.

Op 23 mei 2017 hebben [geïntimeerde] en NGS het stille pandrecht omgezet in een vuistpandrecht. Diezelfde dag hebben [geïntimeerde], [directeur NGS] en [appellant] een overeenkomst gesloten waarin staat:

"Dhr. [geïntimeerde] heeft aangegeven de opslag (119m2) niet meer op zijn naam te willen hebben en met deze reden de volledige opslag over te zetten op de firma GoInvest B. V. met als enig aandeelhouder
dhr. [directeur NGS].

Per 24 mei 2017 zal alle huidige opslag (119m2) van goederen worden doorbelast aan GoInvest B. V. […]

Vanaf deze dag zijn de volgende personen gemachtigd tot bezoek, en in en uitslag van goederen:

- [directeur NGS]

- [appellant]”

5.6.

Op 2 juni 2017 heeft [appellant] dertien schilderijen uit de opslag van Crown Fine Art meegenomen en thuis opgeslagen, waaronder vier van de vijf schilderijen.

5.7.

Op 13 juni 2017 heeft [directeur NGS] verschillende kunstobjecten opgehaald uit de opslag van Crown Fine Art, waaronder één van de vijf schilderijen.
[appellant] was hierbij aanwezig. Ook dit schilderij heeft [appellant] op enig moment thuis opgeslagen, zodat de vijf schilderijen zich op enig moment alle bij [appellant] bevonden.

5.8.

Op 5 februari 2018 heeft [geïntimeerde] een verklaring ondertekend die is opgesteld door [appellant], waarin staat:

"Geachte heer [appellant], beste [voornaam],

Met u en de heer [directeur NGS], handelend namens
New Generation Security BV, ben ik d.d. 21 augustus 2017 overeengekomen dat voornoemde BV's direct aan mij factureren (zie bijlage 1) en u aan New Generation Security BV.

De eerdere overeenkomst (zie bijlage 2) waarin werd bepaald dat
New Generation Security BV aan u zou factureren en u het aan mij zou doorbelasten, is daarbij komen te vervallen.

Daarbij is overeengekomen dat u vanaf 4 mei 2017 factureert aan
New Generation Security BV. De zekerheden /pandrechten die ik aan New Generation Security BV heb gegeven (zie bijlage 2 en 3) ten behoeven van haar vorderingen zullen eveneens dienen als zekerheid

voor uw vorderingen."

5.9.

Op enig moment zijn de vijf schilderijen uit de opslag van [appellant] ontvreemd. De politie Rotterdam heeft de vijf schilderijen teruggevonden en in strafvorderlijk beslag genomen.

5.10.

Op 5...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT