Uitspraak Nº 200.298.431. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9082
Docket Number200.298.431
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.298.431/02

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 522600)

beschikking van inzake voorlopige voorzieningen 25 oktober 2022

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats1] ,

verzoeker, verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. J.H. Weermeijer-Patist te Leiden (onttrokken 11 oktober 2021),

en

de gecertificeerde instelling

Samen Veilig Midden-Nederland,

gevestigd te Utrecht,

verweerster, verder te noemen: de GI.

Als overige belanghebbende worden aangemerkt:

[de moeder] ,

adres onbekend,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. Loonstein te Amsterdam.

1 De procedure
1.1

Voor het verloop van de procedure tot 18 november 2021 verwijst het hof naar zijn beschikking van die datum.

1.2

De mondelinge behandeling is voortgezet op 3 maart 2022. Het hof verwijst naar het proces-verbaal van die zitting en verwijst naar de daarin opgenomen nader ingekomen stukken. Op die mondelinge behandeling heeft de vader mr. J.B de Groot gewraakt, waarna de behandeling van de zaak geschorst is en de wraking is gemeld bij de wrakingskamer.

1.3

Bij beschikking van 25 april 2022 heeft de wrakingskamer van dit hof het verzoek tot wraking van mr. J.B. de Groot afgewezen.

1.4

De mondelinge behandeling is op 19 juli 2022 te 9.45 uur voortgezet. Aanwezig waren:

  • -

    de vader;

  • -

    de advocaat van de moeder, en

  • -

    een vertegenwoordiger van de raad.

Een vertegenwoordiger van de GI heeft door middel van een Teamsverbinding deelgenomen aan de mondelinge behandeling.

2 De omvang van het geschil

De vader verzoek het hof de volgende voorlopige voorzieningen te treffen:

  • -

    de bestreden beschikking te schorsen (art. 360 lid 2 Rv), tot aan het moment dat het hof uitspraak doet in hoger beroep, en

  • -

    de ondertoezichtstelling van de minderjarige [de minderjarige] te verlengen voor de duur van 12 maanden, subsidiair tot aan het moment dat het hof uitspraak doet in hoger beroep (analoge toepassing van art. 223 Rv,
    HR 5 december 2014 zaaknummer 14/04417), en deze beslissing voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3 De beoordeling van het verzoek
3.1

Aangezien de hoofdzaak tussen partijen bij dit hof aanhangig is, is de vader ontvankelijk in zijn verzoek tot het vaststellen van voorlopige voorzieningen.

3.2

Het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT