Uitspraak Nº 200.299.995. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2022:9084 |
Docket Number | 200.299.995 |
Date | 25 Octubre 2022 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.299.995
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 510181)
beschikking van 25 oktober 2022
inzake
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker, verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. J.H. Weermeijer-Patist te Leiden,
en
[de moeder] ,
adres onbekend,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. Loonstein te Amsterdam.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland,
gevestigd te Utrecht,
verder te noemen: de GI.
Voor het verloop van de procedure tot 18 november 2021 verwijst het hof naar zijn beschikking van die datum.
De mondelinge behandeling is voortgezet op 3 maart 2022. Het hof verwijst naar het proces-verbaal van die zitting en naar de daarin vermelde nadere stukken. Tijdens die mondelinge behandeling heeft de vader mr. J.B de Groot gewraakt. De behandeling van de zaak is vervolgens geschorst en het hof heeft de wraking gemeld bij de wrakingskamer van dit hof.
Bij beschikking van 25 april 2022 heeft de wrakingskamer dit verzoek afgewezen.
Na de mondelinge behandeling van 3 maart 2022 zijn bij het hof nog ingekomen:
-
-
op 23 maart 2022 een journaalbericht van mr. Weermeijer-Patist van 19 januari 2022, met als productie het verzoek tot wijziging van de tussenbeschikking van dit hof van 18 november 2021 met zaaknummer 200.299.295, en
-
-
een journaalbericht van mr Weermeijer-Patist van 8 juli 2022 met twee producties.
De mondelinge behandeling is op 19 juli 2022 voortgezet. Aanwezig waren:
-
-
de vader;
-
-
de advocaat van de moeder en
-
-
een vertegenwoordiger van de raad.
De advocaat van de vader is met bericht vooraf niet verschenen.
De GI heeft op 2 september 2021 aan het hof schriftelijk meegedeeld zich uit deze zaak terug te trekken.
beëindiging gezamenlijk gezag niet gehuwde ouders (253n)
Ingevolge artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of van een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing op grond waarvan het gezamenlijk gezag is ontstaan van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. De rechter kan dan bepalen dat het gezag over een kind aan één van hen toekomt indien:
-
er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT