Uitspraak Nº 200.305.531_01 en 200.305.531_02. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:GHSHE:2022:3711
Docket Number200.305.531_01 en 200.305.531_02
Date27 Octubre 2022
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Familie en jeugdrecht

zaaknummers : 200.305.531/01 en 200.305.531/02

zaaknummer rechtbank : C/03/254000 / FA RK 18-3123

beschikking van de meervoudige kamer van 27 oktober 2022

inzake

[de man] ,

wonende te [woonplaats] (Duitsland),

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. P.M.H. Cruts te Simpelveld,

tegen

[de vrouw] ,

thans zonder bekende woon- of verblijfplaats,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: voorheen mr. L.E.I.K. Jaminon, thans: geen.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond van 23 december 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

De man is op 20 januari 2022 in hoger beroep gekomen van de hiervoor genoemde beschikking van 23 december 2021 en hij heeft tevens een verzoek tot schorsing van de werking van de bestreden beschikking ingediend.

2.2.

Er is geen verweerschrift ter griffie ontvangen.

2.3.

Deze zaken zijn ter griffie van het hof geadministreerd onder de zaaknummers 200.305.531/01 (de hoofdzaak) en 200/305.531/02 (de schorsing).

2.4.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van de man van 20 januari 2022 met bijlagen, ingekomen op 20 januari 2022;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 1 februari 2022 met bijlagen, ingekomen op 2 februari 2022;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 24 mei 2022 met bijlage, ingekomen op 24 mei 2022.

2.5.

De mondelinge behandeling heeft op 22 september 2022 plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is gehoord:

- namens de man mr. Cruts.

De man is, hoewel behoorlijk opgeroepen, met bericht van verhindering niet op de mondelinge behandeling verschenen.

De vrouw is, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.6.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van de man de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond (zaaknummer C/03/254000 / FA RK 18-3123), van 11 augustus 2022 ter zake de nihilstelling van de kinderalimentatie met ingang van 25 januari 2022 overgelegd.

3 De feiten
3.1.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast.

3.2.

Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad die in de loop van 2015 is geëindigd.

3.3.

Partijen zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] (Dld).

3.4.

Bij beschikking van 3 januari 2018 heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, bepaald dat de man met ingang van 15 juli 2017 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] (hierna ook: kinderalimentatie) € 960,- per maand dient te voldoen.

4 De omvang van het geschil
4.1.

Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank de bij beschikking van 3 januari 2018 vastgestelde kinderalimentatie gewijzigd en vastgesteld als volgt:

periode 1: vanaf 1 september 2018 tot 1 januari 2019 op € 920,- per maand;

periode 2: vanaf 1 januari 2019 tot 1 januari 2020 op € 937,- per maand;

periode 3: vanaf 1 januari 2020 tot 1 januari 2021 op € 891,- per maand;

periode 4: vanaf 1 januari 2021 tot 1 januari 2022 op € 989,- per maand en

met ingang van 1 januari 2022 voorlopig op € 891,- per maand.

4.2.

Bij de hierboven vermelde beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 11 augustus 2022 is de door de man te betalen onderhoudsbijdrage voor [minderjarige] met ingang van 25 januari 2022 bepaald op nihil. Vanaf die datum verblijft [minderjarige] bij de man en draagt hij zorg voor haar verzorging en opvoeding. Tegen die beslissing is geen hoger beroep ingesteld.

4.3.1.

De grieven van de man betreffen de behoefte van [minderjarige] en de draagkracht van de man.

4.3.2.

De man heeft in de hoofdzaak verzocht om te bepalen dat hij met ingang van 1 september 2018 geen bijdrage meer hoeft te betalen in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT