Uitspraak Nº 200.307.038/01 NOT. Gerechtshof Amsterdam, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHAMS:2022:2969
Docket Number200.307.038/01 NOT
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.307.038/01 NOT

nummer eerste aanleg : C/05/392891 / KL RK 21-132

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 25 oktober 2022

inzake

[appellante] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellante,

gemachtigde: mr. E.H. de Vries, advocaat te Wolvega,

tegen

mr. [geïntimeerde] ,

notaris te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde.

Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.

1 De zaak in het kort

Klaagster verwijt de notaris dat hij bij de behandeling van de nalatenschap van haar moeder onjuist en onzorgvuldig heeft gehandeld. Pas nadat klaagster een boedelvolmacht en een verklaring van zuivere aanvaarding van de nalatenschap had afgegeven heeft de notaris een legaat ten behoeve van haar broer ter sprake gebracht. De notaris had onder deze omstandigheden niet zonder overleg met de overige vijf erfgenamen tot de afgifte van de verklaring van erfrecht mogen overgaan. Door zijn handelen heeft de notaris grote onenigheid binnen de familie veroorzaakt.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Klaagster heeft op 23 februari 2022 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 24 januari 2022 (ECLI:NL:TNORARL:2022:28).

2.2.

De notaris heeft op 19 mei 2022 een verweerschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend.

2.3.

Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.

2.4.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 15 september 2022. De gemachtigde van klaagster en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klaagster aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota. Klaagster is met bericht van verhindering wegens ziekte niet verschenen; zij heeft op voorhand aan het hof en de notaris haar pleitnota doen toekomen.

3 Feiten
3.1.

Op 10 maart 1983 is door elk van de ouders van klaagster, het echtpaar [naam 1] en [naam 2] (hierna: vader, respectievelijk moeder, respectievelijk de ouders) een testament opgemaakt inhoudende een ouderlijke boedelverdeling. In het testament is toen een legaat opgenomen van een woning ten behoeve van de broer van klaagster, [naam 3] (hierna: [broer] ), één van de zes kinderen van de ouders.

Het legaat luidt, - voor zover hier van belang - als volgt:

“….., legateer ik aan mijn zoon …(naam en geboortedatum): - al mijn onroerende goederen (daaronder mede begrepen mijn woonhuis te [plaats] aan [adres] ) dan wel het mij toekomende aandeel in deze onroerende goederen –, onder de last om in mijn nalatenschap in te brengen dan wel met zijn erfdeel in mijn nalatenschap te verrekenen de som, vast te stellen volgens de agrarische waarde van de gelegateerde zaken, in onderling overleg en bij gebreke van overeenstemming daaromtrent – welke overeenstemming …”

3.2.

In 1987 kopen de ouders een andere woning (hierna: de woning) op anderhalve kilometer afstand van het boerenbedrijf. [broer] zet samen met zijn echtgenote het boerenbedrijf aan [adres] (hierna: de boerderij) voort.

3.3.

Op 29 mei 1998 overlijdt vader.

3.4.

Op 3 maart 1999 wordt [broer] tegen inbreng van de agrarische waarde eigenaar van de boerderij.

3.5.

Op 20 november 2020 overlijdt moeder.

3.6.

In december 2020 is de notaris benaderd voor het opstellen van een akte van erfrecht. Daartoe zijn door de notaris de kinderen (hierna: de kinderen) in kennis gesteld van het testament van hun ouders.

3.7.

Bij brief van 29 januari 2021 heeft de notaris de kinderen een (concept) verklaring van aanvaarding en boedelvolmacht toegestuurd. In deze brief wordt onder meer opgemerkt:

“Wanneer het niet waarschijnlijk is dat de nalatenschap een negatief saldo bedraagt, adviseer ik u mitsdien de nalatenschap zuiver te aanvaarden”.

3.8.

Op 10 maart 2021 heeft klaagster de verklaring van aanvaarding en boedelvolmacht ondertekend.

3.9.

Op 21 maart 2021 hebben de erfgenamen gestemd wie de woning van moeder zou overnemen. De kinderen gingen op dat moment ervan uit dat die woning onderdeel uitmaakte van de door hen te verdelen nalatenschap van hun moeder. Voorafgaand aan de stemming is aan [broer] de gelegenheid geboden de woning tegen de getaxeerde marktwaarde over te nemen. [broer] heeft daarvan op dat moment afgezien, waarna bij stemming bepaald is dat dochter [naam 4] de woning zou over nemen.

3.10.

Op 22 maart 2021 heeft de familie van klaagster contact opgenomen met het kantoor van de notaris om de toedeling van de woning aan [naam 4] te regelen. Daarop heeft het kantoor van de notaris de familie bericht als volgt:

“Bij deze wil ik u nog wijzen op het feit dat er in bijgaand testament van uw moeder op bladzijde 2 onderaan, een legaat aan de heer [naam 3] (zoon [broer] ) is nagelaten. Dit legaat houdt in dat erflaatster alle onroerende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT