Uitspraak Nº 201500432/1/R3, 201500589/1/R3, 201602379/1/R3 en 201604429/1/R3. Raad van State, 2019-03-27

ECLIECLI:NL:RVS:2019:965
Docket Number201500432/1/R3, 201500589/1/R3, 201602379/1/R3 en 201604429/1/R3
Date27 Marzo 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201500432/1/R3, 201500589/1/R3, 201602379/1/R3 en 201604429/1/R3.

Datum uitspraak: 27 maart 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. het college van burgemeester en wethouders van Schiedam,

2. de raad van de gemeente Schiedam,

3. het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

4. [appellante sub 4], gevestigd te [plaats], en andere,

5. [appellante sub 5], gevestigd te [plaats], waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], en andere (hierna: [appellante sub 5] en andere),

en

het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college),

verweerder.

Procesverloop

Zaak nr. 201500432/1/R3

Bij besluit van 9 december 2014, kenmerk PZH-2014-498323915, heeft het college geweigerd het college van burgemeester en wethouders van Schiedam met toepassing van artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014 van de provincie Zuid-Holland ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 2.1.4 van die verordening.

Tegen dit besluit hebben het college van burgemeester en wethouders van Schiedam en [appellante sub 4] en andere beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[belanghebbende] en andere hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam, [appellante sub 4] en andere en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft partijen bij brief van 15 oktober 2015 bericht dat de zitting in deze procedure wordt aangehouden omdat in een andere procedure het voornemen bestaat om aan het Hof van Justitie (hierna: het Hof) prejudiciële vragen te stellen die verband houden met de Dienstenrichtlijn.

Bij verwijzingsuitspraak van 13 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:75, heeft de Afdeling het Hof verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op een aantal vragen over de Dienstenrichtlijn. Bij arrest van 30 januari 2018, Visser Vastgoed, ECLI:EU:C:2018:44, heeft het Hof deze vragen beantwoord.

De Afdeling heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het arrest naar voren te brengen. Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam, [appellante sub 4] en andere, [belanghebbende] en andere en het college hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Het college, het college van burgemeester en wethouders van Schiedam en [appellante sub 4] en andere hebben nadere stukken ingediend.

Zaak nr. 201500589/1/R3

Bij besluit van 9 december 2014, kenmerk PZH-2014-497852570, heeft het college geweigerd het college van burgemeester en wethouders van Den Haag met toepassing van artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014 ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 2.1.4 van die verordening.

Tegen dit besluit hebben het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [appellante sub 5] en andere beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Sport 2000 Voorburg B.V. en andere hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, [appellante sub 5] en andere en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft partijen bij brief van 15 oktober 2015 bericht dat de zitting in deze procedure wordt aangehouden omdat in een andere procedure het voornemen bestaat om aan het Hof prejudiciële vragen te stellen die verband houden met de Dienstenrichtlijn.

Bij verwijzingsuitspraak van 13 januari 2016 heeft de Afdeling het Hof verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op een aantal vragen over de Dienstenrichtlijn. Bij arrest van 30 januari 2018, Visser Vastgoed, heeft het Hof deze vragen beantwoord.

De Afdeling heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het arrest naar voren te brengen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, [appellante sub 5] en andere, Sport 2000 en andere en het college hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Het college, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [appellante sub 5] en andere hebben nadere stukken ingediend.

Zaak nr. 201602379/1/R3

Bij besluit van 1 maart 2016, kenmerk PZH-2016-544488059, heeft het college de raad van de gemeente Schiedam een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), ertoe strekkende dat de volgende onderdelen geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Sportplaza Harga", zoals door de raad bij besluit van 26 januari 2016 is vastgesteld:

- artikel 1, lid 1.24 van de planregels;

- artikel 1, lid 1.35 van de planregels;

- artikel 3, lid 3.1, onder b, van de planregels;

- artikel 3, lid 3.2.1, onder b, van de planregels;

- artikel 3, lid 3.3, onder a, van de planregels.

Tegen dit besluit hebben de raad van de gemeente Schiedam en [appellante sub 4] en andere beroep ingesteld.

De raad van de gemeente Schiedam, [appellante sub 4] en andere en het college hebben nadere stukken ingediend.

Bij verwijzingsuitspraak van 13 januari 2016 heeft de Afdeling het Hof verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op een aantal vragen over de Dienstenrichtlijn. Bij arrest van 30 januari 2018, Visser Vastgoed, heeft het Hof deze vragen beantwoord.

De Afdeling heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het arrest naar voren te brengen. De raad van de gemeente Schiedam, [appellante sub 4] en andere en het college hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Het college, de raad van de gemeente Schiedam en [appellante sub 4] en andere hebben nadere stukken ingediend.

Zaak nr. 201604429/1/R3

Bij besluit van 19 april 2016, kenmerk PZH-2016-550162099, heeft het college de raad van de gemeente Den Haag een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wro, ertoe strekkende dat de in het besluit aangeduide planonderdelen geen blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Forepark-Rhône", zoals door de raad van de gemeente Den Haag bij besluit van 24 maart 2016 is vastgesteld:

- Artikel 1, lid 1.32, van de planregels;

- Artikel 1, lid 1.62, van de planregels;

- Artikel 3, lid 3.1, onder b, van de planregels;

- Artikel 3, lid 3.4, onder c tot en met g, van de planregels.

Tegen dit besluit hebben het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [appellante sub 5] en andere beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, [appellante sub 5] en andere en het college hebben nadere stukken ingediend.

Bij verwijzingsuitspraak van 13 januari 2016 heeft de Afdeling het Hof verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op een aantal vragen over de Dienstenrichtlijn. Bij arrest van 30 januari 2018, Visser Vastgoed, heeft het Hof deze vragen beantwoord.

De Afdeling heeft partijen in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over het arrest naar voren te brengen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, [appellante sub 5] en andere en het college hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Het college, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [appellante sub 5] en andere hebben nadere stukken ingediend.

Zaken 201500432/1/R3, 201500589/1/R3, 201602379/1/R3, 201604429/1/R3

De Afdeling heeft de zaken tegelijkertijd ter zitting behandeld op 4 oktober 2018, waar het college van burgemeester en wethouders van Schiedam en de raad van de gemeente Schiedam, vertegenwoordigd door mr. G.H.J. Heutink, advocaat te Amsterdam, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, vertegenwoordigd door mr. J.H. Potter en drs. H.J.P. Zijderveld, [appellante sub 4] en andere en [appellante sub 5] en andere, vertegenwoordigd door mr. A.R. Klijn en mr. E. van Ravenswaaij, beiden advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.J.G. Bäcker en mr. G.J. van Midden, beiden advocaat te Den Haag, [gemachtigden], zijn verschenen. Voorts zijn [belanghebbende] en andere en Sport 2000 Voorburg B.V. en andere, vertegenwoordigd door mr. D. Korsse, advocaat te Den Haag, als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellante sub 4] en [appellante sub 5] hebben overeenkomsten gesloten met de gemeenten Schiedam en Den Haag om te komen tot de ontwikkeling en realisering van de plangebieden van de bestemmingsplannen "Sportplaza Harga" te Schiedam en "Forepark-Rhône" te Den Haag. Het doel is om in beide plangebieden realisering mogelijk te maken van een winkel volgens de Decathlonformule. Decathlon is een grootschalige sportdetailhandelaar, die de wens heeft om - in het kader van het concept "Schiedam in beweging" en het Haagse sport-leisure concept "100% Energie" − winkels te vestigen in deze plangebieden. Deze winkels worden gebaseerd op het principe dat klanten producten voor alle sporten in een Decathlon conceptstore kunnen vinden en zoveel als mogelijk producten kunnen uitproberen, testen en ‘beleven’. Decathlon biedt in deze winkelformule de ruimte om sporten uit te proberen door een groot deel van de ruimte - in en rondom de winkels -- in te richten als ‘try & buy’-zone, bijvoorbeeld een basketbalterrein of een klimmuur. Ook worden er activiteiten ontwikkeld om mensen actief in contact te brengen met sport en spel. In het kader van een zogeheten "2 + 2-concept" wil Decathlon deze winkels vestigen in combinatie met haar reguliere winkels in de centra van Rotterdam en Den Haag.

2. De colleges van burgemeester en wethouders van Schiedam en Den Haag willen deze grootschalige sportdetailhandel mogelijk maken op Sportplaza Harga te Schiedam, gelegen aan de Hargalaan in de zuidoostelijke oksel van het knooppunt Kethelplein, en de zogeheten Rijkswaterstaatkavel (hierna: RWS-kavel) aan de Rhône op het bedrijventerrein Forepark te Den Haag. De colleges van burgemeester en wethouders van Schiedam en Den Haag stellen dat dit winkelconcept zoveel ruimte vergt dat vestiging in de binnensteden niet mogelijk is.

3. De colleges van burgemeester en wethouders van Schiedam en Den Haag hebben het college daarom...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3. Raad van State, 2022-04-26
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 26 april 2022
    ...tot weigering van de gevraagde ontheffing. Mooimekkerland beroept zich daarbij op de uitspraak van de Afdeling van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965. Mooimekkerland voert verder aan dat de rechtbank haar bovendien al als eiseres had toegelaten tot het geding, omdat de rechtbank haar bij b......
  • Uitspraak Nº SGR 19/5829. Rechtbank Den Haag, 2020-09-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 september 2020
    ...aanvraag. Zij doet daarvoor een beroep op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:965). Volgens eiseres zou er anders een niet te verdedigen onderscheid ontstaan tussen ontheffingen die verband houden met een bestemmingsplan......
  • Uitspraak Nº 201500432/2/R3, 201500589/2/R3, 201908991/3/R3 en 201908992/2/R3. Raad van State, 2020-03-06
    • Nederland
    • 6 maart 2020
    ...op de verzoeken om opheffing (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) van de bij uitspraak van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965, getroffen voorlopige voorziening en om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Awb) in de gedingen tussen onder 1......
  • Uitspraak Nº 201908991/1/R3 en 201908992/1/R3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 oktober 2020
    ...is aangepast, welke aanpassing op 12 januari 2017 in werking is getreden, en zoals deze ten tijde van de uitspraak van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965, laatstelijk was gewijzigd op 15 januari 2019, welke wijziging in werking is getreden op 31 januari 3. De colleges van burgemeester en w......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº 202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3. Raad van State, 2022-04-26
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 26 april 2022
    ...tot weigering van de gevraagde ontheffing. Mooimekkerland beroept zich daarbij op de uitspraak van de Afdeling van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965. Mooimekkerland voert verder aan dat de rechtbank haar bovendien al als eiseres had toegelaten tot het geding, omdat de rechtbank haar bij b......
  • Uitspraak Nº SGR 19/5829. Rechtbank Den Haag, 2020-09-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 september 2020
    ...aanvraag. Zij doet daarvoor een beroep op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:965). Volgens eiseres zou er anders een niet te verdedigen onderscheid ontstaan tussen ontheffingen die verband houden met een bestemmingsplan......
  • Uitspraak Nº 201500432/2/R3, 201500589/2/R3, 201908991/3/R3 en 201908992/2/R3. Raad van State, 2020-03-06
    • Nederland
    • 6 maart 2020
    ...op de verzoeken om opheffing (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) van de bij uitspraak van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965, getroffen voorlopige voorziening en om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Awb) in de gedingen tussen onder 1......
  • Uitspraak Nº 201908991/1/R3 en 201908992/1/R3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 oktober 2020
    ...is aangepast, welke aanpassing op 12 januari 2017 in werking is getreden, en zoals deze ten tijde van de uitspraak van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:965, laatstelijk was gewijzigd op 15 januari 2019, welke wijziging in werking is getreden op 31 januari 3. De colleges van burgemeester en w......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT