Uitspraak Nº 201501226/1/A3. Raad van State, 2015-12-16

ECLIECLI:NL:RVS:2015:3846
Date16 Diciembre 2015
Docket Number201501226/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201501226/1/A3.

Datum uitspraak: 16 december 2015

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], gevestigd te Eindhoven,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 29 december 2014 in zaak nr. 14/2222 in het geding tussen:

[appellante]

en

de burgemeester van Eindhoven.

Procesverloop

Bij besluit van 6 augustus 2013 heeft de burgemeester [appellante] vergunning verleend onder voorschriften voor de exploitatie van het horecabedrijf [naam bakkerij] in het pand [locatie] te Eindhoven.

Bij besluit, verzonden op 1 mei 2014, heeft de burgemeester het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 29 december 2014 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.

De burgemeester heeft adviezen van het Landelijk Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: het Bureau) van 25 april en 29 juli 2013 aan de Afdeling doen toekomen en medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling ervan kennis zal mogen nemen. De Afdeling heeft beperking van de kennisneming van de adviezen gerechtvaardigd geacht en appellante gevraagd om toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Deze toestemming is verleend. De Afdeling heeft kennisgenomen van de adviezen.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 november 2015, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. B. Vermeirssen, advocaat te Kattendijke, en de burgemeester, vertegenwoordigd door J.N.H. Kepers, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Op 3 december 2012 heeft [appellante] een aanvraag om een vergunning voor de exploitatie van de bakkerij ingediend. Bij brief van 10 december 2012 heeft de burgemeester [appellante] gevraagd een bibob-formulier in te vullen en de gevraagde bijlagen aan te leveren, omdat enkele onduidelijkheden zijn gebleken met betrekking tot haar aanvraag. Vervolgens heeft de officier van justitie de burgemeester gewezen op de wenselijkheid het Bureau om advies te vragen. Het Bureau heeft op verzoek van de burgemeester advies uitgebracht op 25 april 2013. Bij brief van 17 mei 2013 heeft de burgemeester [appellante] op de hoogte gebracht van het voornemen de exploitatievergunning te weigeren. Op 29 juli 2013 heeft het Bureau desgevraagd aanvullend advies uitgebracht naar aanleiding van een door [appellante] naar voren gebrachte zienswijze.

2. Aan het besluit tot verlening van de exploitatievergunning onder voorschriften heeft de burgemeester voormelde adviezen ten grondslag gelegd. Volgens de burgemeester zijn de adviezen concludent en kunnen de feiten uit het onderzoek de conclusies dragen. Uit de adviezen volgt dat een ernstig vermoeden bestaat dat een van de vennoten van [appellante], [vennoot A], op 15 november 2000 valsheid in geschrifte heeft gepleegd ter verkrijging van een hypothecaire lening voor de aankoop van het pand [locatie] te Breda. Het vermoedelijk door [vennoot A] verkregen voordeel, dat eerst door verkoop van dat pand in liquide middelen kan worden omgezet, is redelijk groot, te weten € 27.677,70. Gelet hierop doet zich een mindere mate van gevaar voor dat de exploitatievergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen op geld waardeerbare...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201607774/1/A3. Raad van State, 2017-09-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 Septiembre 2017
    ...ernstig gevaar aanwezig heeft geacht. De ter zitting door het college aangevoerde uitspraak van de Afdeling van 16 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3846, doet daar niet aan af. In die uitspraak ging het om een voordeel dat eerst door verkoop van een pand in liquide middelen kon worden omgeze......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 201607774/1/A3. Raad van State, 2017-09-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 Septiembre 2017
    ...ernstig gevaar aanwezig heeft geacht. De ter zitting door het college aangevoerde uitspraak van de Afdeling van 16 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3846, doet daar niet aan af. In die uitspraak ging het om een voordeel dat eerst door verkoop van een pand in liquide middelen kon worden omgeze......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT