Uitspraak Nº 201507159/1/A1 en andere. Raad van State, 2017-06-07

ECLIECLI:NL:RVS:2017:1520
Docket Number201507159/1/A1 en andere
Date07 Junio 2017
CourtCouncil of State (Netherlands)

201507159/1/A1, 201507161/1/A1, 201507162/1/A1, 201507165/1/A1, 201507190/1/A1, 201507194/1/A1, 201507214/1/A1, 201507215/1/A1, 201507216/1/A1, 201507237/1/A1, 201507327/1/A1, 201507328/1/A1, 201507330/1/A1, 201507333/1/A1, 201507335/1/A1.

Datum uitspraak: 7 juni 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

1. appellante sub 1],

2. [ appellant sub 2] handelend onder de naam Classic Boat Dinners,

3. De Rederij C.V.,

4. [ appellante sub 4],

5. Canal Bus B.V.,

6. [ appellante sub 6],

7. Canal Rondvaart B.V.,

8. [ appellante sub 8],

9. Canal Company B.V.,

10. [ appellante sub 10A] en [appellante sub 10B],

11. Rederij Amsterdam B.V. en Classic Canal Charters B.V.,

12. Dobber Amsterdam Canal Cruises B.V.,

13. De Algemene Amsterdamse Rederij Noord-Zuid B.V.,

14. Amsterdamse Watertaxi Centrale B.V.,

15. Rederij Lovers B.V.,

allen gevestigd dan wel wonende te Amsterdam (hierna gezamenlijk: vergunninghoudsters),

tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 5 augustus 2015 in zaken nrs. 14/5490, 14/6552, 14/7124, 14/7127, 14/7338, 14/7064, 14/7066, 14/7067, 14/7068, 14/7075, 14/7084, 14/7085, 14/7086, 14/7087, 14/7088, 14/7103, 14/7105, 14/7107, 14/7108, 14/7109, 14/7110, 14/7111, 14/7114, 14/7115, 14/7117, 14/7118, 14/7120, 14/7032, 14/6545, 14/7692, 14/8140, 14/7696, 14/6543, 14/7128, 14/7129, 14/7130, 14/7131, 14/7133, 14/7134, 14/6555, 14/7155, 14/7166, 14/7164, 14/7163, 14/7161, 14/7167, 14/7160, 14/7158, 14/7157, 14/7070, 14/7071, 14/7072, 14/7065, 14/7125, 14/7077, 14/7132, 14/7069, 14/7078, 14/6535, 14/6558, 14/6578, 14/6581, 14/6537, 14/6541, 14/6580, 14/7605, 14/7606, 14/7607, 14/6536, 14/6539, 14/6544, 14/6583, 14/6584, 14/6586, 14/6588, 14/6589, 14/6591, 14/6715 en 14/6713 in de gedingen tussen:

vergunninghoudsters

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 30 en 31 december 2013 en 27 januari 2014 heeft het college de aan vergunninghoudsters toebehorende vaartuigen ingedeeld in een segment en de eerder voor deze vaartuigen verleende vergunningen voor passagiersvervoer te water met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken en opnieuw vergunning verleend. Voor de vaartuigen die zijn ingedeeld in het segment "Bemand groot" zijn de vergunningen verleend deels tot 1 januari 2020 en deels tot 1 januari 2020 of tot het moment dat het vaartuig uit de vaart wordt genomen, wordt vervangen of wordt verkocht. Voor de vaartuigen die zijn ingedeeld in de overige segmenten heeft het college besloten dat deze vaartuigen voor onbepaalde tijd mogen blijven varen. Bij alle besluiten heeft het college tevens bepaald dat deze vergunningen worden verleend voor het bevaren van het binnenwater in vergunninggebied 1: Amsterdam inclusief centrum-zone en heeft het aan deze vergunningen de in bijlage 1 bij de vergunningen opgenomen voorschriften verbonden.

Bij besluit van 23 september 2014 heeft het college het bezwaar van De Rederij tegen de op haar betrekking hebbende afzonderlijke besluiten van 30 december 2013 gegrond verklaard, het in die besluiten opgenomen vergunningvoorschrift 2.11 herroepen en een gewijzigd voorschrift 2.11 aan de vergunningen verbonden en deze besluiten voor het overige in stand gelaten.

Bij afzonderlijke besluiten van 22 september 2014 heeft het college het door Canal Rondvaart tegen vijf van de op haar betrekking hebbende besluiten van 30 december 2013 gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het in die besluiten opgenomen vergunningvoorschrift 2.11 herroepen, een gewijzigd voorschrift 2.11 aan die vergunningen verbonden en deze besluiten voor het overige in stand gelaten.

Bij afzonderlijke besluiten van 23 september 2014 heeft het college de bezwaren van Canal Rondvaart voor de overige aan haar gerichte besluiten van 30 december 2013 ongegrond verklaard.

Bij afzonderlijke besluiten van 16 juli 2014, 26 augustus 2014, 27 augustus 2014, 28 augustus 2014, 29 augustus 2014, 16 september 2014, 23 september 2014, 6 oktober 2014 en 9 oktober 2014 heeft het college de door de overige vergunninghoudsters tegen het op hen betrekking hebbende besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij afzonderlijke uitspraken van 5 augustus 2015 heeft de rechtbank de door vergunninghoudsters tegen de besluiten van 16 juli 2014, 26 augustus 2014, 27 augustus 2014, 28 augustus 2014, 29 augustus 2014, 16 september 2014, 22 september 2014, 23 september 2014, 6 oktober 2014 en 9 oktober 2014 ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraken zijn aangehecht.

Tegen de op hen betrekking hebbende uitspraak hebben vergunninghoudsters hoger beroep ingesteld.

Het college heeft schriftelijke uiteenzettingen ingediend.

Vergunninghoudsters en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 26 mei 2016, waar namens de verschillende vergunninghoudsters mr. P. Nicolaï, mr. S. Levelt, mr. R. Elkerbout, mr. C.W. Kniestedt en mr. A. Blokhuis, allen advocaat te Amsterdam, en mr. J. Zwiers, rechtsbijstandverlener te Leusden, zijn verschenen. Voorts zijn namens vergunninghoudsters [gemachtigden] verschenen. Het college is vertegenwoordigd door mr. S.M.C. Nuijten en mr. H.P. Wiersema, onderscheidenlijk advocaat te Amsterdam en te Rotterdam. Aan de zijde van het college zijn tevens verschenen G.G.J. Sprenkeling, mr. M.J.M. Jacobs, mr. D.D.A. Cordus en mr. E.G. Blees.

Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend om het college in de gelegenheid te stellen nader onderzoek te verrichten.

Het college en vergunninghoudsters hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd voor de tweede keer ter zitting behandeld op 22 maart 2017, waar namens vergunninghoudsters mr. P. Nicolaï, mr. S. Levelt, mr. R. Elkerbout, mr. A. Blokhuis en mr. C.W. Kniestedt, allen advocaat te Amsterdam, en mr. R.J. van Rijn, rechtsbijstandverlener te Leusden, zijn verschenen. Voorts zijn namens vergunninghoudsters [gemachtigden] verschenen. Het college is vertegenwoordigd door mr. S.M.C. Nuijten, advocaat te Amsterdam. Aan de zijde van het college zijn tevens verschenen drs. R.C. Boot, G.G.J. Sprenkeling, mr. E.G. Blees, mr. A. Weijenberg, drs. M.F. Emde en ir. J.T.M. van Doorn.

Overwegingen

Inleiding

1. Om de grachten te beschermen en het gebruik ervan te reguleren voerde de gemeente Amsterdam sinds 1948 een volumebeleid voor passagiersvervoer te water. Het volumebeleid kende een maximum van het aantal vergunningen voor passagiersvervoer met uitzondering van bijzondere, vernieuwde initiatieven. Het college constateerde echter dat in de loop van de tijd de drukte op de grachten toenam en dat meer overlast werd ervaren. Daarnaast stelde het college vast dat een onbedoeld neveneffect van het volumebeleid was dat de markt voor passagiersvervoer te water op slot zat en dat nieuwe gegadigden vrijwel geen kans hadden om een vergunning te krijgen. Gelet hierop besloot de gemeente het beleid te herzien.

Op 2 oktober 2013 heeft de raad van de gemeente Amsterdam (hierna: de gemeenteraad) de nota Varen in Amsterdam vastgesteld. In deze nota is een nieuw beleidskader opgenomen dat zich niet alleen richt op bedrijfsmatig passagiersvervoer, maar op alle vaarweggebruikers. Het voornemen is om voor vaartuigen met een lengte tot en met 14 m het beschikbare aantal exploitatievergunningen te verruimen met als eindperspectief het vrijgeven van het aantal vergunningen in 2020. Het aantal vaartuigen groter dan 14 x 3,75 m dat in het centrumgebied mag varen, blijft gemaximeerd op het huidige aantal. Op 2 oktober 2013 heeft de gemeenteraad de Verordening op het binnenwater 2010 (hierna: de Vob) gewijzigd vastgesteld. In artikel 2.4.5, vijfde lid, van de Vob is opgenomen in welke gevallen het college een vergunning voor onder meer bedrijfsmatig passagiersvervoer kan weigeren, intrekken of wijzigen. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden hanteert het college de op 3 september 2013 door hem vastgestelde Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 (hierna: de RPA 2013). De RPA 2013 deelt vaartuigen voor passagiersvervoer in in categorieën ("segmenten") op basis van afmetingen, de aan- of afwezigheid van een overkapping en van een professionele bemanning. Het segment "Bemand groot" omvat de bemande passagiersvaartuigen groter dan 14 x 3,75 m en kleiner dan of gelijk aan 20 x 4,25 m, en voorzien van een grotendeels vaste overkapping. Voorts wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vergunninggebieden. Vergunninggebied 1 is het gebied in Amsterdam dat mede de centrum-zone zoals aangegeven op de bijlage bij de RPA 2013 omvat. Dit is het voor bedrijfsmatig passagiersvervoer veruit meest belangrijke gebied. Ingevolge artikel 1.5, eerste lid, van de RPA 2013 wordt een vergunning voor een vaartuig in het segment "Bemand groot" voor vergunninggebied 1 verleend voor een periode van maximaal 10 jaar. Vergunningen voor vaartuigen in andere segmenten worden ingevolge artikel 1.5, tweede lid, van de RPA 2013 voor onbepaalde tijd verleend.

Vergunninghoudsters verzorgen onder meer rondvaarten door de grachten van Amsterdam. Als gevolg van de wijziging in het gemeentelijk beleid heeft het college in de afzonderlijke besluiten van 30 en 31 december 2013 en 27 januari 2014 (ambtshalve) de in het verleden aan vergunninghoudsters voor onbepaalde tijd verleende vergunningen voor passagiersvervoer te water per 1 januari 2014 ingetrokken en hun vanaf die datum voor vaartuigen in het segment "Bemand groot" die varen in vergunninggebied 1 nieuwe vergunningen verleend tot 1 januari 2020. De vergunningen voor de overige vaartuigen zijn voor onbepaalde tijd verleend. Vergunninghoudsters zijn het met die besluiten en de daarop genomen besluiten op bezwaar niet eens. Volgens hen zijn de besluiten onder meer gebaseerd op beleid dat in strijd is met nationale en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
23 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AMS 21/1453. Rechtbank Amsterdam, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 22 Febrero 2022
    ...Unie. 7 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 8 ECLI:NL:RVS:2016:160. 9 Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 10 ECLI:NL:RVS:2017:1520. 11 ECLI:NL:RVS:2018:2958. 12 Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. 13 Verordening van de gemeent......
  • Uitspraak Nº 201704297/1/A3. Raad van State, 2018-09-12
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 12 Septiembre 2018
    ...de nota Varen. Hij voert hiertoe aan dat de daarin opgenomen segmentindeling gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520, geen stand kan houden. Gelet hierop bestaat geen grond verschil te maken tussen de segmenten en ook niet om vaartuigen met een lengte va......
  • Uitspraak Nº AWB - 17 _ 4290. Rechtbank Amsterdam, 2017-11-06
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 6 Noviembre 2017
    ...Als gevolg van de uitspraak van 7 juni 2017 van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: de Afdeling), ECLI:NL:RVS:2017:1520, is de grondslag onder een deel van de nota “Varen in Amsterdam 2.1” - op grond waarvan de aanvraag van [eiser] beoordeeld zou worden - komen te verval......
  • Uitspraak Nº AWB - 18 _ 6463. Rechtbank Gelderland, 2020-02-11
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • 11 Febrero 2020
    ...Zie ook: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:160. 2 Afdeling 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
23 sentencias
  • Uitspraak Nº AMS 21/1453. Rechtbank Amsterdam, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 22 Febrero 2022
    ...Unie. 7 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 8 ECLI:NL:RVS:2016:160. 9 Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 10 ECLI:NL:RVS:2017:1520. 11 ECLI:NL:RVS:2018:2958. 12 Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. 13 Verordening van de gemeent......
  • Uitspraak Nº 201704297/1/A3. Raad van State, 2018-09-12
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 12 Septiembre 2018
    ...de nota Varen. Hij voert hiertoe aan dat de daarin opgenomen segmentindeling gelet op de uitspraak van de Afdeling van 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520, geen stand kan houden. Gelet hierop bestaat geen grond verschil te maken tussen de segmenten en ook niet om vaartuigen met een lengte va......
  • Uitspraak Nº AWB - 17 _ 4290. Rechtbank Amsterdam, 2017-11-06
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 6 Noviembre 2017
    ...Als gevolg van de uitspraak van 7 juni 2017 van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (hierna: de Afdeling), ECLI:NL:RVS:2017:1520, is de grondslag onder een deel van de nota “Varen in Amsterdam 2.1” - op grond waarvan de aanvraag van [eiser] beoordeeld zou worden - komen te verval......
  • Uitspraak Nº AWB - 18 _ 6463. Rechtbank Gelderland, 2020-02-11
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • 11 Febrero 2020
    ...Zie ook: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:160. 2 Afdeling 7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT