Uitspraak Nº 201602991/1/A1. Raad van State, 2017-03-22

ECLIECLI:NL:RVS:2017:763
Docket Number201602991/1/A1
Date22 Marzo 2017
CourtCouncil of State (Netherlands)

201602991/1/A1.

Datum uitspraak: 22 maart 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Zeeland, gemeente Landerd,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 15 maart 2016 in zaak nr. 15/2597 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Landerd.

Procesverloop

Bij besluit van 20 januari 2015 heeft het college geweigerd aan [appellant] omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het oprichten van een 24-uurs zorgboerderij bij het varkensbedrijf op het perceel [locatie] te Zeeland (hierna: het perceel).

Bij besluit van 21 juli 2015 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 15 maart 2016 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft daartoe in de gelegenheid gesteld een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 februari 2017, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J.A.J.M. van Houtum, rechtsbijstandverlener, en het college, vertegenwoordigd door mr. T.I. van Term, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellant] exploiteert een biologische varkenshouderij op het perceel. Hij wil op zijn bedrijf 24 uur per dag opvang bieden in de vorm van beschermd/begeleid wonen aan personen die elders in de samenleving zijn vastgelopen. Hij heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het realiseren van een zorgboerderij met 4 wooneenheden op zijn perceel, naast de bestaande varkensstal.

2. De relevante regelgeving is opgenomen in een bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Verloop van de procedure

3. Het college heeft de aanvraag bij besluit van 20 januari 2015 afgewezen, omdat het gaat om een permanente verblijfsfunctie voor een kwetsbare groep personen op een perceel waar, gelet op de zeer hoge achtergrondbelasting van geur, geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

4. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering van de omgevingsvergunning omdat de gevraagde nevenactiviteit volgens hem voldoet aan de regels voor het afwijken van het bestemmingsplan. Volgens [appellant] had het college de geurbelasting op het perceel niet aan de weigering ten grondslag mogen leggen.

5. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de gevraagde vergunning heeft mogen weigeren wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening, aangezien de aanvraag voorziet in de realisering van geurgevoelige objecten op een locatie waar de maximale achtergrondbelasting voor geur wordt overschreden. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat het college de Nota Zorgvuldige Veehouderij 2014 (hierna: de Nota), die onder meer betrekking heeft op de bescherming van het woon- en leefklimaat op het eigen perceel, in zijn afweging heeft kunnen betrekken.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat van strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel geen sprake is. Daarbij heeft de rechtbank onder meer in aanmerking genomen dat ter zitting niet is betwist dat ter plaatse van de Kreitsberg 14 te Zeeland en De Steeg 2 te Reek wat geur betreft een lagere achtergrondbelasting bestaat.

De rechtbank heeft het beroep op het vertrouwensbeginsel niet gehonoreerd. Volgens de rechtbank zijn er geen aanknopingspunten te vinden voor het oordeel dat het college het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat de zorgboerderij zonder meer zou mogen worden opgericht en geëxploiteerd.

Bespreking van het hoger beroep

6. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college de gevraagde omgevingsvergunning niet heeft kunnen weigeren vanwege de geurbelasting op zijn perceel. Daartoe voert hij aan dat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een binnenplanse afwijking moet worden ingewilligd indien aan de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking is voldaan. De relevante planregels bevatten geen voorwaarden over de maximaal aanvaardbare geurbelasting op een agrarisch bedrijf waar nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening worden beoogd. Gelet hierop heeft de rechtbank volgens [appellant] ten onrechte geoordeeld dat het college de bescherming van het woon- en leefklimaat op het perceel en de Nota bij zijn besluitvorming heeft mogen betrekken. Bovendien is de Nota niet van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB - 17 _ 3751. Rechtbank Den Haag, 2018-04-26
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 26 april 2018
    ...artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo en zoals de Afdeling meermaals heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:763), kan de omgevingsvergunning bij toepassing van de binnenplanse afwijkingsregeling slechts worden verleend indien de activiteit niet in st......
  • Uitspraak Nº 201801643/1/R1. Raad van State, 2019-05-01
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 1 mei 2019
    ...blootstelling van die personen aan geurhinder in dat gebouw (vergelijk in dit verband de uitspraak van de Afdeling van 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:763). In artikel 3, lid 3.5.1, onder g, van de planregels is bepaald dat onder strijdig gebruik het gebruik van de vaste kampeermiddelen en ......
2 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB - 17 _ 3751. Rechtbank Den Haag, 2018-04-26
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 26 april 2018
    ...artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo en zoals de Afdeling meermaals heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:763), kan de omgevingsvergunning bij toepassing van de binnenplanse afwijkingsregeling slechts worden verleend indien de activiteit niet in st......
  • Uitspraak Nº 201801643/1/R1. Raad van State, 2019-05-01
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 1 mei 2019
    ...blootstelling van die personen aan geurhinder in dat gebouw (vergelijk in dit verband de uitspraak van de Afdeling van 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:763). In artikel 3, lid 3.5.1, onder g, van de planregels is bepaald dat onder strijdig gebruik het gebruik van de vaste kampeermiddelen en ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT