Uitspraak Nº 201605521/1/A1 en 201605522/1/A1. Raad van State, 2017-01-18

ECLIECLI:NL:RVS:2017:92
Date18 Enero 2017
Docket Number201605521/1/A1 en 201605522/1/A1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201605521/1/A1 en 201605522/1/A1

Datum uitspraak: 18 januari 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te Geesteren, gemeente Tubbergen,

tegen de uitspraken van de rechtbank Overijssel van 8 juli 2016 in zaken nrs. 16/583 en 16/675 in de gedingen tussen:

[appellant A],

[appellant B]

en

het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen.

Procesverloop

Ten aanzien van [appellant A]

Bij besluit van 16 juni 2015 heeft het college [appellant A] onder oplegging van een dwangsom gelast de bewoning van het fysiek gescheiden deel van het woonhuis [locatie 1] - [locatie 2] te Geesteren (hierna: het perceel) te beëindigen en beëindigd te houden, alsmede de woontechnische voorzieningen te verwijderen en verwijderd te houden en de situatie terug te brengen tot de situatie waarvoor vergunning is verleend bij het besluit met kenmerk 20000432-450. Voorts is [appellant A] bij dit besluit gelast om een aangebouwd bijgebouw en een berging/wagenloods te verwijderen en verwijderd te houden.

Bij besluit van 14 januari 2016 heeft het college het door [appellant A] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen voor zover het ziet op de beëindiging van de bewoning van het fysiek gescheiden deel van het woonhuis, en [appellant A] in plaats van de eerder opgelegde last tot het verwijderen van de woontechnische voorzieningen, een last onder dwangsom opgelegd tot het verwijderen van de woontechnische voorzieningen en de situatie terug te brengen tot die waarvoor eerder de vergunning met kenmerk 20000432-450 is verleend, waarbij op een bijlage is aangegeven wat hij precies dient te verwijderen en aan te passen. Verder is de last voor zover deze ziet op het aangebouwde bijgebouw ingetrokken en voor zover deze ziet op verwijdering van de berging/wagenloods in stand gelaten.

Bij uitspraak van 8 juli 2016, met zaak nr. 16/583, heeft de rechtbank het door [appellant A] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant A] hoger beroep ingesteld.

Ten aanzien van [appellant B]

Bij besluit van 20 mei 2015 heeft het college [appellant B] onder oplegging van een dwangsom gelast om het zogenoemde woondeel [appellant B] op het perceel in overeenstemming te brengen en te houden met de oorspronkelijke situatie zoals weergegeven op de bouwtekening behorend bij de vergunning met kenmerk 20000432-450, teneinde de toevoeging van een fysiek zelfstandige woning ongedaan te maken.

Bij besluit van 14 januari 2016 heeft het college het door [appellant B] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en [appellant B] in plaats van de eerder opgelegde last een last onder dwangsom opgelegd tot het verwijderen en verwijderd houden van alle woontechnische voorzieningen en de situatie terug te brengen tot die waarvoor eerder de vergunning met kenmerk 20000432-450 is verleend, voor zover voor [appellant B] van toepassing en voor zover hij kadastraal eigenaar is. Op een bijlage is aangegeven wat [appellant B] precies dient te verwijderen en aan te passen.

Bij uitspraak van 8 juli 2016, met zaak nr. 16/675, heeft de rechtbank het door [appellant B] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant B] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft in beide zaken een verweerschrift ingediend.

[appellant A], [appellant B] en [belanghebbende] hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 6 december 2016, waar [appellant A] en [appellant B], beiden bijgestaan door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, en het college, vertegenwoordigd door F. Veenhuizen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [belanghebbende] als belanghebbende gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellant B] en zijn zwager [belanghebbende] hebben op 23 juni 1989 het perceel [locatie 1] te Geesteren met de daarop gelegen voormalige boerderij gekocht. Het college heeft destijds medewerking verleend aan de huisvesting van twee huishoudens op het perceel door de situatie aan te merken als inwoning. Via één toegangsdeur en een gemeenschappelijke hal konden beide huishoudens inpandig worden bereikt. Op 1 mei 1998 heeft het woongedeelte van [appellant B] de aanduiding [locatie 2] gekregen.

Bij besluit van 10 mei 2000, gewijzigd bij besluit van 2 november 2000, met kenmerk 20000432-450, heeft het college aan [appellant B] bouwvergunning verleend voor de uitbreiding van de woning en berging aan de [locatie 2], waarbij de aanvraag ten opzichte van een in 1998 ingediende bouwtekening, waarbij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT