Uitspraak Nº 201607077/1/A3. Raad van State, 2017-11-15

ECLIECLI:NL:RVS:2017:3153
Docket Number201607077/1/A3
Date15 Noviembre 2017
CourtCouncil of State (Netherlands)

201607077/1/A3.

Datum uitspraak: 15 november 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

het college van burgemeester en wethouders van Utrecht,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 augustus 2016 in zaak nr. 15/4480 in het geding tussen:

[wederpartij], wonend te [woonplaats],

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 9 april 2015 heeft het college een verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van documenten afgewezen.

Bij besluit van 15 juli 2015 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 15 augustus 2016 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 15 juli 2015 vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

[wederpartij] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 augustus 2017, waar het college, vertegenwoordigd door mr. D.M.L. Krak en mr. E.J.B. Rooke, en [wederpartij], bijgestaan door [gemachtigde], zijn verschenen.

Overwegingen

Regelgeving

1. Voor de tekst van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij deze uitspraak. Deze bijlage maakt deel uit van de uitspraak.

Verzoeken van [wederpartij] en daarop genomen besluiten

2. Bij brief van 11 november 2014 heeft [wederpartij] het college op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) verzocht om openbaarmaking van alle 'geheime' documenten die zijn opgenomen in het geheimhoudingsregister of die daarin zouden moeten zijn opgenomen.

3. Bij besluit van 16 december 2014 heeft het college dit verzoek afgewezen. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het geheimhoudingsregister van de gemeenteraad reeds openbaar is. Voor de in het register opgenomen documenten is volgens het college met toepassing van artikel 55 of artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding opgelegd, zodat de Wob niet van toepassing is op die documenten. Voorts heeft het college zich op het standpunt gesteld dat voor het geheimhoudingsregister van het college en de daarin opgenomen documenten met toepassing van artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, zodat de Wob daarop niet van toepassing is.

4. Het door [wederpartij] tegen dit besluit gemaakte bezwaar is wegens het ontbreken van gronden niet-ontvankelijk verklaard.

5. Bij brief van 11 februari 2015 heeft [wederpartij] gesteld dat er sinds het besluit van 23 (lees: 16) december 2014 nieuwe feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) zijn geweest die rechtvaardigen dat het college opnieuw een besluit neemt op zijn Wob-verzoek. Hij verwijst in dat verband naar het rapport 'Integriteit, belangenverstrengeling en goed bestuur op gemeentelijk niveau' van de commissie-Addink uit januari 2015. Volgens hem volgt uit dit rapport dat informatie geheimgehouden wordt zonder dat dit gerechtvaardigd is.

6. Bij het besluit van 9 april 2015 heeft het college het verzoek om opnieuw een besluit op het Wob-verzoek te nemen met toepassing van artikel 4:6 van de Awb afgewezen. Het college heeft gesteld dat volgens het rapport van de commissie-Addink geheimhouding op een kleiner deel van de informatie kan rusten dan in de huidige praktijk gangbaar is, maar dat nog geen nieuwe werkwijze voor geheimhouding is afgesproken. De documenten waarvoor nog geheimhouding geldt, zijn op juiste gronden als geheim aangemerkt. De Wob is daarom nog steeds niet van toepassing op de gevraagde documenten, zodat de documenten niet alsnog openbaar zullen worden gemaakt.

Aangevallen uitspraak

7. De rechtbank heeft overwogen dat uit een door [wederpartij] overgelegde notitie van mr. Rooke van de afdeling Intern Bedrijfs Juridische Zaken van 16 april 2015 volgt dat op het moment dat [wederpartij] zijn Wob-verzoek indiende voor de gevraagde stukken nog niet met toepassing van artikel 55 van de Gemeentewet geheimhouding was opgelegd. De rechtbank is het college daarom niet gevolgd in de stelling dat op de door [wederpartij] gevraagde documenten de Wob niet van toepassing...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT