Uitspraak Nº 201607260/1/R1. Raad van State, 2017-12-20

ECLIECLI:NL:RVS:2017:3530
Date20 Diciembre 2017
Docket Number201607260/1/R1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201607260/1/R1.

Datum uitspraak: 20 december 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te Hunsel, gemeente Leudal,

2. [appellante sub 2], gevestigd te Heythuysen, gemeente Leudal,

3. [appellante sub 3], waarvan de maten zijn [maat A] en anderen, gevestigd te Neeritter, gemeente Leudal,

4. [appellante sub 4], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], gevestigd te Baexem, gemeente Leudal,

5. Vokar Onroerend Goed B.V., gevestigd te Heibloem, gemeente Leudal,

6. [appellante sub 6], gevestigd te Heibloem, gemeente Leudal,

7. [appellant sub 7A] en [appellant sub 7B], beiden wonend te Heythuysen, gemeente Leudal,

8. [appellant sub 8A] en [appellante sub 8B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 8]), beiden wonend te Heibloem, gemeente Leudal,

9. [appellant sub 9], wonend te Heibloem, gemeente Leudal,

10. Holmel B.V., gevestigd te Heibloem, gemeente Leudal,

11. Dubeco B.V. en Dubeco Beheer B.V. (hierna: Dubeco), gevestigd te Roggel, gemeente Leudal,

12. [appellant sub 12], gevestigd te Roggel, gemeente Leudal,

13. [appellant sub 13], wonend te Heythuysen, gemeente Leudal,

14. [appellant sub 14], wonend te Heythuysen, gemeente Leudal,

15. [appellante sub 15], gevestigd te [plaats],

16. [appellant sub 16], wonend te Kelpen-Oler, gemeente Leudal,

17. [appellante sub 17], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], gevestigd te Ell, gemeente Leudal,

18. [appellante sub 18], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], gevestigd te Grathem, gemeente Leudal,

19. [appellant sub 19], wonend te Baexem, gemeente Leudal,

20. [appellante sub 20], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], gevestigd te Heythuysen, gemeente Leudal,

21. [appellant sub 21], wonend te Heythuysen, gemeente Leudal,

22. [appellante sub 22], waarvan de maten zijn [maat A], [maat B] en [maat C], gevestigd te Kelpen-Oler, gemeente Leudal,

23. [appellant sub 23], wonend te Hunsel, gemeente Leudal,

en

de raad van de gemeente Leudal,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Reparatie- en veegplan Buitengebied Leudal 2016" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben appellanten beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 en 28 september 2017, waar het merendeel van de partijen in persoon, een aantal bijgestaan door een raadsman, is verschenen of zich heeft doen vertegenwoordigen. Ook de raad heeft zich doen vertegenwoordigen.

Overwegingen

Toetsingskader

1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Het plan

2. Het plan is vastgesteld als reparatie- en veegplan naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3507. In deze uitspraak heeft de Afdeling het besluit van de raad van 18 november 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Leudal" gedeeltelijk vernietigd. Door middel van het plan heeft de raad opnieuw besloten over de vernietigde planonderdelen. Daarnaast heeft de raad op eigen initiatief enkele aan het licht gekomen omissies beoogd te herstellen.

Bijlage

3. De relevante wettelijke bepalingen en planregels zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

De beroepen

Definitie begrip "bestaande veestapel" ([appellant sub 1], Vokar Onroerend Goed B.V., [appellante sub 6], [appellant sub 13], [appellant sub 14], [appellante sub 15] en [appellant sub 16])

4. [appellant sub 1], Vokar Onroerend Goed B.V., [appellante sub 6], [appellant sub 13], [appellant sub 14], [appellante sub 15] en [appellant sub 16] (hierna allen gezamenlijk: veehouders) zijn exploitanten van (intensieve) veehouderijen in het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met de definitie van het begrip "bestaande veestapel" in artikel 1, lid 1.31, onder c, van de planregels. Volgens de veehouders volgt uit deze definitie niet eenduidig hoe de referentiesituatie dient te worden vastgesteld, hetgeen leidt tot een rechtsonzekere situatie. In dit verband is van belang dat op grond van de gebruiksbepalingen voor de onderscheidenlijke agrarische bestemmingen die het plan kent, geldt dat een uitbreiding van de veestapel van veehouderijen niet is toegestaan, indien dit leidt tot een toename van de stikstofemissie ten opzichte van de referentiesituatie. Volgens de veehouders is onduidelijk op welke wijze het aantal gehouden dieren "op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan" dient te worden bepaald. Uit de definitiebepaling lijkt te volgen dat het feitelijke aantal dieren dat - toevalligerwijs - in de stal legaal aanwezig is (net) voor de inwerkingtreding van het plan beslissend is. Een dergelijke wijze van het vaststellen van de omvang van de bestaande veestapel betreft een momentopname, waarbij geen rekening wordt gehouden met de onvermijdelijke fluctuaties in de omvang van de veestapel gedurende het jaar, althans met een bepaalde "productiecyclus". Ook is volgens de veehouders niet duidelijk wat wordt bedoeld met een "legale" omvang van de veestapel.

De veehouders voeren verder aan dat in geval voor de veehouderij een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) is verleend beoogd is voor de toegelaten omvang van de veestapel aan te sluiten bij de vergunde situatie. Artikel 1, lid 1.31, onder c, van de planregels is volgens de veehouders evenwel onduidelijk en onvolledig in geval voor het toegelaten gebruik de vergunde situatie beslissend is. Volgens de veehouders valt niet in te zien waarom in dit verband uitsluitend betekenis toekomt aan een Nbw-vergunning. De Nbw 1998 kent ook andere instrumenten die - materieel bezien - toestemming geven voor een bepaalde stikstofemissie. De veehouders wijzen in dit verband op de situatie waarin gebruik kan worden gemaakt van de in het kader van het "Programma Aanpak Stikstof" gereserveerde depositieruimte. Dit kan gaan om activiteiten waarvoor op grond van het PAS geen individueel toestemmingsvereiste geldt en volstaan kan worden met een melding alsook om activiteiten die vanwege de (zeer) geringe stikstofdepositie (minder dan 0,05 mol per hectare per jaar) niet gemeld behoeven te worden. Ook dient een verklaring van geen bedenkingen, die is afgegeven in het kader van een omgevingsvergunning voor een project dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, gelijkgesteld te worden aan een vergunning krachtens artikel 19d van de Nbw 1998, aldus de veehouders.

4.1. Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) in werking getreden en zijn de Nbw 1998 en Flora- en faunawet ingetrokken. Uit artikel 9.10 van de Wnb volgt dat dit geschil, nu het plan is vastgesteld vóór 1 januari 2017, moet worden beoordeeld aan de hand van het voor die datum geldende recht.

4.2. Ten aanzien van de planologische regeling voor het houden van vee staat in de plantoelichting dat de meest pragmatische en robuuste regeling een regeling is, waarin ontwikkelingen alleen zijn toegelaten indien deze niet leiden tot een toename van stikstofemissie, het zogenaamde "slot op de schoorsteen". Met deze in het plan opgenomen regeling is geborgd dat er geen toename van stikstofemissie optreedt op Natura 2000-gebieden, ook niet cumulatief. Er is geen uitstel van onderzoek of afweging: bij vaststelling van het bestemmingsplan is duidelijk dat er geen toename van stikstofemissie/depositie optreedt en daarmee geen negatief effect op Natura 2000-gebieden. Er is verder geen relatie met de Nbw 1998 en daarmee geen sprake van doorkruisen van bevoegdheden van verschillende bevoegde gezagen. Een regeling uitgaande van "geen toename van stikstofemissie" is uitvoerbaar. Veehouders kunnen door gebruik van schonere stalsystemen de stikstofstofemissie op het bestaande bedrijf verminderen en daarmee ruimte creëren voor uitbreiding (intern salderen), aldus de plantoelichting.

In de plantoelichting staat verder dat voor zover op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan vergunningen op grond van de Nbw 1998 aanwezig zijn, de omvang van de bestaande veestapel het maximum aantal dieren betreft zoals krachtens de vergunningen op grond van de Nbw 1998 is toegestaan. Indien geen vergunningen op grond van de Nbw 1998 zijn verleend, wordt de omvang bepaald op basis van de feitelijk legaal aanwezige veestapel en de feitelijk aanwezige stalsystemen en voorzieningen ter beperking van de emissie van stikstof op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. De omvang van de feitelijk legaal aanwezige veestapel betreft in dat geval de meest gangbare oftewel de gemiddeld aanwezige veestapel, aldus de plantoelichting.

Voor een nadere toelichting van de planregeling die de raad heeft beoogd vast te stellen wordt in de plantoelichting verwezen naar het document "Aanvullende motivatie aspecten m.e.r. en passende beoordeling" van 9 maart 2016, dat gevoegd is als bijlage bij de plantoelichting.

4.3. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat wat betreft de vaststelling van de referentiesituatie, is aangesloten bij de systematiek die is uiteengezet in de uitspraak van de Afdeling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
26 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201903449/1/R3. Raad van State, 2020-04-22
    • Nederland
    • 22 april 2020
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Uitspraak Nº 201603579/4/R1. Raad van State, 2020-03-04
    • Nederland
    • 4 maart 2020
    ...gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, kunnen significante gevolgen door de stikstofuitstoot echter op voorhand worden uitgesloten indien voor de gebruiksmogelijkheden wordt aange......
  • Uitspraak Nº 201600614/3/R2, 201600617/3/R2, 201600618/3/R2, 201600620/3/R2, 201600622/4/R2 en 201600630/3/R2. Raad van State, 2019-05-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 mei 2019
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Uitspraak Nº 201710376/6/R1, 201800185/3/R1, 201808025/2/R1 en 201809389/3/R1. Raad van State, 2019-09-11
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 11 september 2019
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
26 sentencias
  • Uitspraak Nº 201903449/1/R3. Raad van State, 2020-04-22
    • Nederland
    • 22 april 2020
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Uitspraak Nº 201603579/4/R1. Raad van State, 2020-03-04
    • Nederland
    • 4 maart 2020
    ...gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, kunnen significante gevolgen door de stikstofuitstoot echter op voorhand worden uitgesloten indien voor de gebruiksmogelijkheden wordt aange......
  • Uitspraak Nº 201600614/3/R2, 201600617/3/R2, 201600618/3/R2, 201600620/3/R2, 201600622/4/R2 en 201600630/3/R2. Raad van State, 2019-05-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 mei 2019
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Uitspraak Nº 201710376/6/R1, 201800185/3/R1, 201808025/2/R1 en 201809389/3/R1. Raad van State, 2019-09-11
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 11 september 2019
    ...of waarin uitbreidingsmogelijkheden zijn geboden die de drempel- of grenswaarde niet overschrijden (zie ABRvS 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3530, r.o. 35.1. De conclusie in deze uitspraak dat de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het PAS niet voldoet aan de eisen die het H......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT