Uitspraak Nº 201607331/1/A2. Raad van State, 2017-09-06

ECLIECLI:NL:RVS:2017:2396
Date06 Septiembre 2017
Docket Number201607331/1/A2
CourtCouncil of State (Netherlands)

201607331/1/A2.

Datum uitspraak: 6 september 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 augustus 2016 in zaken nrs. 16/3079 en 16/3096 in het geding tussen:

[appellant]

en

het dagelijks bestuur Werk en Inkomen Lekstroom.

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het dagelijks bestuur de schuldhulpverlening aan [appellant] beëindigd.

Bij besluit van 19 mei 2016 heeft het dagelijks bestuur het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 30 augustus 2016 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het dagelijks bestuur heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 augustus 2017, waar [appellant], bijgestaan door mr. A. van den Berg, advocaat te Utrecht, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. D.G. Berkenbosch en A.G.C.M. van Scheppingen, zijn verschenen.

Overwegingen

1. In maart 2013 is [appellant] toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, in welk kader het dagelijks bestuur schuldbemiddeling uitvoerde. Het dagelijks bestuur heeft met de in geding zijnde besluitvorming de schuldhulpverlening beëindigd omdat een van de schuldeisers, de Belastingdienst, zich heeft teruggetrokken uit de minnelijke regeling nadat nieuwe schulden zijn ontstaan. Die schulden vloeien voort uit een terugvordering van huur- en zorgtoeslag en motorrijtuigenbelasting.

2. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] tegen het besluit van 19 mei 2016 ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank allereerst geoordeeld dat het dagelijks bestuur op goede gronden het traject heeft beëindigd. Het dagelijks bestuur heeft ter zitting in beroep toegelicht dat er feitelijk geen andere mogelijkheid was dan het traject te beëindigen, omdat de Belastingdienst niet meer wil meewerken, terwijl hij één van de grootste schuldeisers is en bovendien een preferente positie heeft. Daardoor zouden onvoldoende middelen overblijven om de overige schuldeisers te betalen en aldus aan de voorwaarden van het schuldhulpverleningstraject te blijven voldoen. De rechtbank heeft deze toelichting plausibel gevonden en daaraan de conclusie verbonden dat het dagelijks...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT