Uitspraak Nº 201609974/1/R3. Raad van State, 2018-05-09

ECLIECLI:NL:RVS:2018:1576
Date09 Mayo 2018
Docket Number201609974/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201609974/1/R3.

Datum uitspraak: 9 mei 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. Raedthuys Windenergie B.V., gevestigd te Enschede, en anderen,

2. de minister van Economische Zaken, thans: de minister van Economische Zaken en Klimaat,

3. [appellant sub 3A] en [appellante sub 3B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 3]), wonend te [woonplaats],

4. [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], wonend te Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, en Rolde, gemeente Aa en Hunze,

5. [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 5]), wonend te Gasselte, gemeente Aa en Hunze,

6. [appellant sub 6A] en [appellante sub 6B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 6]), wonend te Gieten, gemeente Aa en Hunze,

7. [appellant sub 7], wonend te Zuidhorn,

en

de raad van de gemeente Aa en Hunze,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Raedthuys Windenergie en anderen, de minister, [appellant sub 3], [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], [appellant sub 5], [appellant sub 6] en [appellant sub 7] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], Raedthuys Windenergie en anderen en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 februari 2018, waar Raedthuys Windenergie en anderen, vertegenwoordigd door mr. C.M. Walgemoed, advocaat te Amsterdam, de minister, vertegenwoordigd door mr. drs. K.M. van Leeuwen-Gerkema, [appellant sub 3], [appellant sub 6], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. drs. E.A.A. van Dam en ing. P.J. van der Laan, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan biedt een actuele planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente Aa en Hunze. De minister, een aantal ondernemers en bewoners kunnen zich om verschillende redenen niet met het plan verenigen. Zo richten de minister en Raedthuys Windenergie en anderen hun beroepen tegen de planregeling voor de gronden die overlappen met de gronden van het rijksinpassingsplan "Windpark De Drentse Monden en Oostermoer" (hierna: rijksinpassingsplan). [appellant sub 3] vindt dat op zijn perceel twee woningen en twee keer twee bijgebouwen toegestaan hadden moeten worden. [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 7] vinden dat hun recreatiewoning een woonbestemming had moeten krijgen. Het beroep van [appellant sub 5] is gericht tegen de planregeling voor zijn camping. [appellant sub 6] komt tenslotte op voor zijn concurrentiebelang en richt zich tegen de planregeling voor een perceel waar detailhandel in bloemen en planten is toegestaan.

Toetsingskader

2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

De beroepen

Het beroep van de minister

3. Zoals reeds is overwogen in de uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:717, waar de Afdeling naar verwijst, heeft de minister geen zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan naar voren gebracht. Op grond van artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan door een belanghebbende geen beroep worden ingesteld tegen onderdelen van het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarover hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat in de door de minister genoemde omstandigheid dat hij er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat het bestemmingsplan eerder vastgesteld zou worden dan het rijksinpassingsplan, geen rechtvaardiging is gelegen voor het niet naar voren brengen van een zienswijze. De Afdeling ziet geen aanleiding voor een ander oordeel. Het beroep van de minister is niet-ontvankelijk.

Het beroep van Raedthuys Windenergie en anderen

4. Raedthuys Windenergie en anderen betogen dat de raad op grond van artikel 3.28, vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) niet bevoegd was het plan vast te stellen voor zover het betreft de gronden die overlappen met de gronden in het rijksinpassingsplan, omdat het ontwerp van het rijksinpassingsplan vóór vaststelling van het plan ter inzage is gelegd. Ook betogen zij dat het plan afbreuk doet aan de uitvoerbaarheid van het rijksinpassingsplan.

4.1. Artikel 3.28 van de Wro luidt:

"1. Indien sprake is van nationale belangen kan Onze Minister, de gemeenteraad en provinciale staten gehoord, voor de daarbij betrokken gronden een inpassingsplan vaststellen. Het horen van de gemeenteraad en provinciale staten kan worden gecombineerd met het overleg, bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

[…]

5. De gemeenteraad is, respectievelijk provinciale staten zijn, vanaf het moment waarop het ontwerp van het inpassingsplan ter inzage is gelegd, niet langer bevoegd tot vaststelling van een bestemmingsplan respectievelijk inpassingsplan voor de gronden waarop het inpassingsplan, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft. De bedoelde bevoegdheid ontstaat weer tien jaar na vaststelling van het inpassingsplan, dan wel eerder, indien het inpassingsplan dat bepaalt."

Artikel 10, lid 10.2, onder b, van de planregels van het rijksinpassingsplan luidt:

"in afwijking van het eerste lid kunnen voornoemde gemeenteraden en Provinciale Staten voor de gronden waarop dit plan betrekking heeft, een bestemmingsplan respectievelijk een inpassingsplan vaststellen onmiddellijk na vaststelling van dit plan, indien daarin geen afbreuk wordt gedaan aan de uitvoerbaarheid van dit plan."

4.2. De voorzieningenrechter heeft in de genoemde uitspraak van 15 maart 2017 geoordeeld dat de raad op grond van artikel 3.28, eerste en vijfde lid, van de Wro in samenhang bezien met artikel 10, lid 10.2, onder b, van de planregels van het rijksinpassingsplan niet bevoegd was het voorliggende plan vast te stellen voor zover dit de gronden betreft die overlappen met de gronden in het rijksinpassingsplan. De raad conformeert zich aan dit oordeel en stelt zich op het standpunt dat het plan vernietigd kan worden, voor zover dit de gronden betreft waarop het rijksinpassingsplan betrekking heeft.

4.3. De Afdeling ziet geen aanleiding over het betoog van Raedthuys Windenergie en anderen anders te oordelen dan de voorzieningenrechter heeft gedaan. De Afdeling verwijst naar de overwegingen uit die uitspraak. Het betoog slaagt.

Het beroep van [appellant sub 5]

5. [appellant sub 5] is eigenaar van de camping die is gevestigd op het perceel [locatie 1] te Gasselte. Hij betoogt dat een deel van zijn camping ten onrechte deel uitmaakt van het plangebied. Het betreft gronden waaraan de bestemming "Natuur" is toegekend. [appellant sub 5] stelt met de raad te hebben afgesproken dat zijn camping geheel buiten het plangebied zou worden gelaten, omdat in verband met nieuwe ontwikkelingen die nog niet geheel zijn uitgewerkt een postzegelplan zou worden opgesteld.

5.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan ten aanzien van de bedoelde gronden van [appellant sub 5] vernietigd moet worden, omdat het inderdaad de bedoeling van de raad is geweest om het perceel van de camping geheel buiten het plan te laten. Nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft dit plandeel niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Het betoog slaagt.

Het beroep van [appellant sub 3]

6. Het beroep van [appellant sub 3] is gericht tegen de planregeling voor het perceel [locatie 2] te Schoonloo.

Mondelinge toelichting

6.1. [appellant sub 3] voert aan dat hij niet is geïnformeerd over de raadsvergadering die is gehouden op 29 september 2016. Hij is hierdoor ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze mondeling toe te lichten.

6.1.1. Op grond van artikel 3.8, eerste lid, van de Wro, voor zover van belang, is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing op de voorbereiding van een bestemmingsplan.

Artikel 3:15, eerste lid, van de Awb luidt:

"Belanghebbenden kunnen bij het bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen".

De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb voorziet voor degenen die schriftelijk zienswijzen naar voren hebben gebracht niet in een recht om te worden gehoord onderscheidenlijk een nadere mondelinge toelichting op de zienswijze te geven. Het betoog van [appellant sub 3] dat hij ten onrechte niet is gehoord faalt derhalve.

Woningen en bijgebouwen

6.2. [appellant sub 3] betoogt dat het plan ten onrechte niet voorziet in twee woningen op het perceel [locatie 2]. Volgens [appellant sub 3] hadden zowel het landhuis als het voormalige agrarische gebouw als woonhuis bestemd moeten worden. [appellant sub 3] betoogt daarnaast dat het plan ten onrechte bijgebouwen met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 100 m² toestaat. Het voorheen geldende wijzigingsplan liet volgens [appellant sub 3] twee...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT