Uitspraak Nº 201700867/1/A3. Raad van State, 2017-12-20

ECLIECLI:NL:RVS:2017:3475
Date20 Diciembre 2017
Docket Number201700867/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201700867/1/A3.

Datum uitspraak: 20 december 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant A], wonend te [woonplaats], [appellant B] en [appellant C], beiden wonend te Amsterdam,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2016 in zaken nrs. 16/3242, 16/3240 en 16/3237 in het geding tussen:

[appellanten]

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 6 november 2015 heeft het college aan [appellanten] een bestuurlijke boete van € 24.000,00 opgelegd.

Bij afzonderlijke besluiten van 30 en 31 maart 2016 heeft het college de door [appellanten] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 20 december 2016 heeft de rechtbank de door [appellanten] daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 november 2017, waar [appellanten], vertegenwoordigd door mr. E.J. Elferink, advocaat te Utrecht, en het college, vertegenwoordigd door mr. F.M.E. Schuttenhelm, zijn verschenen.

Overwegingen

1. De van belang zijnde bepalingen uit de Huisvestingswet, de Huisvestingswet 2014, de Wet afschaffing plusregio’s en de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013 (hierna: Huisvestingsverordening) zijn vermeld in de aangehechte bijlage bij deze uitspraak.

De Huisvestingswet was van kracht tot 1 januari 2015. Deze wet is op die datum vervangen door de Huisvestingswet 2014.

2. [appellanten] zijn elk voor één derde eigenaar van de woningen op het adres [locatie 1] en [locatie 2] te Amsterdam. Op 29 juni 2015 heeft een toezichthouder van de gemeente beide woningen bezocht. Tijdens het huisbezoek zijn in elke woning acht toeristen aangetroffen die de woning voor drie nachten hadden geboekt via de hotelsite www.booking.com.

Naar aanleiding van hetgeen de toezichthouder heeft geconstateerd heeft het college aan [appellanten] elk afzonderlijk een boete van € 24.000,00 opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimten aan de bestemming tot bewoning. Deze boetes heeft het college in bezwaar gehandhaafd. Het gebruik van de woonruimten voor hoteldoeleinden is in strijd met het bepaalde in artikel 30, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet. Volgens het college is sprake van bedrijfsmatige verhuur. De woningen werden op verschillende websites te huur aangeboden, waaronder op www.booking.com vanaf maart 2015, en waren ingericht voor verblijf van maximaal acht personen. Op internet zijn diverse recensies over de woningen aangetroffen. Verder zijn er tijdens de inspectie geen persoonlijke spullen aangetroffen die geen eigendom waren van de daar verblijvende toeristen. Dat de verhuur plaatsvond via vastgoedbeheerder De Nieuwe Wereld, maakt niet dat [appellanten] niet als overtreders kunnen worden aangemerkt. Volgens het college is niet geloofwaardig dat zij niet op de hoogte waren van de toeristische verhuur, nu [appellant B] in een gesprek op 10 juli 2015 heeft verklaard dat hij samen met [appellant A] en [appellant C] heeft besloten de woningen steeds kort te verhuren. De ter zake van overtreding van artikel 30 van de Huisvestingswet beboetbare feiten gelden ten opzichte van elke persoon. Derhalve heeft het college aan [appellanten] ieder afzonderlijk een boete van tweemaal € 12.000,00 opgelegd.

Het college is [appellanten] niet gevolgd in hun bezwaren dat de grondslag voor het opleggen van de boetes ontbreekt. Weliswaar is op 1 januari 2015 de Huisvestingswet 2014 in werking getreden en tegelijkertijd de Huisvestingswet ingetrokken, maar op grond van het overgangsrecht verviel de op de Huisvestingswet gebaseerde Huisvestingsverordening pas een jaar na de inwerkingtreding van de Huisvestingswet 2014, zodat er tijd was een nieuwe Huisvestingsverordening vast te stellen. Binnen dat jaar heeft de regioraad de Huisvestigingsverordening gewijzigd. De bepalingen over het woonruimtevoorraadbeheer, waaronder de bepaling over het onttrekken van woonruimte, zijn echter ongewijzigd gebleven. Op het gewijzigde deel van de Huisvestingsverordening is de Huisvestingswet 2014 van toepassing en op het ongewijzigde gedeelte is de Huisvestingswet van toepassing gebleven. Bij het opstellen van het wijzigingsbesluit is echter verzuimd om op te nemen dat de Huisvestingswet 2014 uitsluitend van toepassing is op het tweede hoofdstuk, afdeling I woonruimteverdeling, van de Huisvestingsverordening. Dat in de definitiebepaling "wet" is gedefinieerd als de Huisvestingswet 2014 is een kennelijke verschrijving. Ook na de wijziging van de Huisvestingsverordening bestond de bevoegdheid een boete op te leggen voor overtreding van artikel 30 van de Huisvestingswet, aldus het college.

Tegen de besluiten van 30 en 31 maart 2016 hebben [appellanten] tezamen beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep ongegrond verklaard.

3. [appellanten] betogen dat de rechtbank heeft miskend dat geen wettelijke grondslag bestond voor het opleggen van een boete en dat derhalve het legaliteitsbeginsel is geschonden. Ingevolge artikel 51, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 is de Huisvestingswet zonder voorbehoud ingetrokken per 1 januari 2015. In het tweede lid is een termijn gegeven waarbinnen de mogelijkheid bestaat om Huisvestingsverordeningen aan te passen. De gemeente Amsterdam heeft hiervan gebruik gemaakt. De nieuwe Huisvestingsverordening is ingegaan op 1 juli 2015. Op deze Huisvestingsverordening zijn de boetebesluiten gebaseerd. In artikel 1 van de Huisvestingsverordening is bepaald dat met "wet" de Huisvestingswet 2014 wordt bedoeld. Op grond van artikel 59 van de Huisvestingsverordening kan het college alleen een boete opleggen bij overtreding van de artikelen 7 en 30 van de Huisvestingswet 2014. Het onttrekken van woonruimte wordt echter niet in die artikelen verboden. Dit is bepaald in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014. Er is dus sprake van een foutieve verwijzing. Nu het om een punitieve maatregel gaat, kan de foutieve verwijzing hun niet worden tegengeworpen. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat op de gewijzigde Huisvestingsverordening twee wetten van toepassing zijn. Uit de Huisvestingsverordening blijkt niet dat zowel de Huisvestingswet als de Huisvestingswet 2014 van toepassing zijn. Bovendien gaat het niet om een fout die onmiddellijk en zonder enige twijfel herkenbaar is. De verwijzing naar de Huisvestingswet 2014 in de Huisvestingsverordening is grotendeels wel juist. Tot slot regelt artikel 51, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 alleen wanneer de Huisvestingsverordeningen die zijn gebaseerd op de Huisvestingswet komen te vervallen, maar niet dat die Huisvestingswet gedurende die termijn nog van kracht blijft gezien het eerste lid. Vanaf 1 januari 2015 was het college dus niet langer bevoegd boetes op te leggen op grond van de Huisvestingswet, aldus [appellanten].

3.1. De overtreding die het college aan zijn besluiten ten grondslag heeft gelegd, is het zonder vergunning onttrekken van woonruimten aan de bestemming tot bewoning. Dit verbod was opgenomen in artikel 30 van de Huisvestingswet. De Huisvestingswet is op 1 januari 2015 vervangen door de Huisvestingswet 2014. Gelet op het overgangsrecht dat is neergelegd in artikel 51, derde lid, van de Huisvestingswet 2014, in samenhang gelezen met artikel XXIII, eerste lid, van de Wet afschaffing plusregio’s, zou de Huisvestingsverordening eerst een jaar na inwerkingtreding van de Huisvestingswet 2014 vervallen. Voorts is in de plusregio Amsterdam van de bevoegdheid tot wijziging van de verordening - op grond van artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
9 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201902284/1/A3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 Octubre 2020
    ...beide boetes voortkomen uit dezelfde feitelijke gedraging. 7.1. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3475, is het college bevoegd een boete op te leggen aan elke overtreder van artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Hvw per overtredi......
  • Uitspraak Nº 201708847/1/A3. Raad van State, 2018-08-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 Agosto 2018
    ...strijd met het legaliteitsbeginsel, aldus [appellant]. 3.1. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3475 moet onder het begrip "de wet" in artikel 59 van de Huisvestingsverordening, zoals deze gold vanaf 1 juli 2015 worden verstaan: de Hvw.......
  • Uitspraak Nº AWB 18-4990 en 18-4991 en 18-4992. Rechtbank Amsterdam, 2019-03-06
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 6 Marzo 2019
    ...de uitspraak van de Afdeling van 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2429). 7 ECLI:NL:RVS:2018:1950. 8 ECLI:NL:RBAMS:2018:7357. 9 ECLI:NL:RVS:2017:3475. 10 Notitie "Ruimte voor Gasten, een uitwerking van de notitie toeristische verhuur van woningen (vakantieverhuur)", vastgesteld door de raad va......
  • Uitspraak Nº ROT 17/6546. Rechtbank Rotterdam, 2018-06-27
    • Nederland
    • 27 Junio 2018
    ...vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), zoals de uitspraak van 20 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3475), is de overtreder degene die het desbetreffende wettelijke voorschrift daadwerkelijk heeft geschonden. Dat is in de eerste plaats degene......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
9 sentencias
  • Uitspraak Nº 201902284/1/A3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 Octubre 2020
    ...beide boetes voortkomen uit dezelfde feitelijke gedraging. 7.1. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3475, is het college bevoegd een boete op te leggen aan elke overtreder van artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Hvw per overtredi......
  • Uitspraak Nº 201708847/1/A3. Raad van State, 2018-08-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 Agosto 2018
    ...strijd met het legaliteitsbeginsel, aldus [appellant]. 3.1. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3475 moet onder het begrip "de wet" in artikel 59 van de Huisvestingsverordening, zoals deze gold vanaf 1 juli 2015 worden verstaan: de Hvw.......
  • Uitspraak Nº AWB 18-4990 en 18-4991 en 18-4992. Rechtbank Amsterdam, 2019-03-06
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 6 Marzo 2019
    ...de uitspraak van de Afdeling van 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2429). 7 ECLI:NL:RVS:2018:1950. 8 ECLI:NL:RBAMS:2018:7357. 9 ECLI:NL:RVS:2017:3475. 10 Notitie "Ruimte voor Gasten, een uitwerking van de notitie toeristische verhuur van woningen (vakantieverhuur)", vastgesteld door de raad va......
  • Uitspraak Nº ROT 17/6546. Rechtbank Rotterdam, 2018-06-27
    • Nederland
    • 27 Junio 2018
    ...vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), zoals de uitspraak van 20 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3475), is de overtreder degene die het desbetreffende wettelijke voorschrift daadwerkelijk heeft geschonden. Dat is in de eerste plaats degene......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT