Uitspraak Nº 201703917/1/V1. Raad van State, 2019-01-31
ECLI | ECLI:NL:RVS:2019:289 |
Docket Number | 201703917/1/V1 |
Date | 31 Enero 2019 |
Court | Council of State (Netherlands) |
201703917/1/V1.
Datum uitspraak: 31 januari 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 11 april 2017 in zaak nr. 16/5442 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 18 maart 2016 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 11 april 2017 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.J. Koolen, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft daarbij een rapport van 25 juni 2016 overgelegd met het verzoek om voor bepaalde passages toepassing te geven aan artikel 8:29 van de Awb.
De Afdeling heeft op 26 april 2018 in een andere samenstelling beslist dat er geen gewichtige redenen zijn die beperking van de kennisneming rechtvaardigen en dat rapport desgevraagd teruggestuurd naar de vreemdeling.
De vreemdeling heeft een nader stuk ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Inleiding
1. De vreemdeling heeft eerder een aanvraag ingediend om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Aan die aanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat zij is geboren op […] te Addis Abeba (Ethiopië), daar is opgegroeid, tot de Tigrinya bevolkingsgroep behoort, in begin 2000 met haar familie door de Ethiopische autoriteiten is gedeporteerd naar Eritrea, daar tot 2008 heeft gewoond en de Eritrese nationaliteit heeft. Bij besluit van 22 februari 2013 heeft de staatssecretaris deze aanvraag afgewezen, omdat hij de gestelde identiteit, herkomst en nationaliteit van de vreemdeling niet geloofwaardig acht. De staatssecretaris heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de vreemdeling documentloos is, dat zij het Tigrinya gebrekkig beheerst terwijl deze taal in vrijwel geheel Eritrea wordt gesproken, dat zij in Eritrea, naar gesteld, nooit is gecontroleerd op het bezit van een identiteitskaart en dat zij in Eritrea niet in militaire dienst is geweest en daarover in het licht van algemeen bekende landeninformatie over Eritrea ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd. Bij uitspraak van de Afdeling van 19 november 2013 is dat besluit in rechte komen vast te staan.
1.1. De vreemdeling heeft op 25 november 2015 een opvolgende asielaanvraag ingediend. Zij heeft daarbij ter staving van haar Eritrese identiteit, herkomst en nationaliteit een rapport van 2 oktober 2015, toegelicht bij e-mailbericht van 17 maart 2016, met een aantal weggelakte passages overgelegd dat in opdracht van de Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht is opgesteld door een Duitse onderzoeker, Günter Schröder. Hij vermeldt in dit rapport dat buiten twijfel...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT