Uitspraak Nº 201706815/1/A3. Raad van State, 2018-09-26

ECLIECLI:NL:RVS:2018:3130
Docket Number201706815/1/A3
Date26 Septiembre 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201706815/1/A3.

Datum uitspraak: 26 september 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant A] en [appellant B], gevestigd te [plaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 13 juli 2017 in zaken nrs. 14/3781 en 14/2839 in het geding tussen:

[appellant A] en [appellant B]

en

de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de ksa).

Procesverloop

Bij besluit van 4 november 2013 heeft de ksa aan [appellant A] en [appellant B] een boete opgelegd van € 150.000,00 voor het zonder vergunning aanbieden van online kansspelen.

Bij besluit van 25 februari 2014 heeft de ksa de door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 13 juli 2017 heeft de rechtbank de door [appellant A] en [appellant B] daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben [appellant A] en [appellant B] hoger beroep ingesteld.

De ksa heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 augustus 2018, waar [appellant A] en [appellant B], vertegenwoordigd door mr. F.C. Tolboom en mr. K.D. Mekenkamp, advocaten te Amsterdam, en de ksa, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuurendonk en mr. R.G.J. Wildemors, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Aangezien het de ksa ontbreekt aan middelen en menskracht om tegen alle aanbieders van online kansspelen zonder vergunning handhavend op te treden, past de ksa het zogenoemde prioriteringsbeleid toe. Dat beleid bevat prioriteringscriteria aan de hand waarvan de ksa beoordeelt of aanbieders van online kansspelen zich met hun aanbod prominent op de Nederlandse markt richten. Aanbieders die aan één of meer dan één prioriteringscriterium voldoen, zullen volgens dat beleid als eerste aan handhavingsacties worden onderworpen. Eerder heeft de Afdeling overwogen (onder meer de uitspraak van de Afdeling van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484) dat zij dit beleid niet onredelijk acht, omdat in het bijzonder op Nederland gerichte illegale aanbieders veel schade aan Nederlandse consumenten kunnen berokkenen. Bij brief van 8 juni 2012 heeft de ksa [appellant A] medegedeeld dat de website [website 1] op 6 juni 2012 is onderzocht en dat daarbij is gebleken dat aan één of meer dan één prioriteringscriterium wordt voldaan voor handhaving door boeteoplegging wegens overtreding van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wet op de kansspelen (hierna: de Wok). Handhaving kan worden voorkomen, indien uiterlijk op 8 augustus 2012 niet meer aan de prioriteringscriteria wordt voldaan, aldus de ksa in die brief. Bij brief van 25 juli 2012 heeft de ksa [appellant A] nogmaals daarop geattendeerd. Omdat de website [website 1] na 8 augustus 2012 nog steeds op de Nederlandse markt was gericht, heeft de ksa op 15 juli 2013 een boeterapport opgesteld en bij besluit van 4 november 2013 aan [appellant A] en [appellant B] één boete van € 150.000,00 opgelegd en beide ondernemingen hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling daarvan. [appellant A] en [appellant B] kunnen zich daarmee niet verenigen.

Het besluit van 25 februari 2014

2. Bij besluit van 25 februari 2014 heeft de ksa, door naar het advies van de adviescommissie bezwaarschriften van de ksa van 14 februari 2014 te verwijzen en de daarin vermelde motivering te onderschrijven en over te nemen, het besluit van 4 november 2013 gehandhaafd. De ksa heeft aan [appellant A] en [appellant B] een boete van € 150.000,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok. De ksa heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellant A] en [appellant B] online kansspelen via de website [website 1] hebben aangeboden, terwijl zij daarvoor niet over een vergunning hebben beschikt en daarover ook niet konden beschikken, omdat het aanbieden van online kansspelen in Nederland nog niet is toegestaan. De ksa heeft zich daarbij gebaseerd op het boeterapport. Volgens de ksa blijkt uit het boeterapport dat [appellant A] en [appellant B] in de periode van 6 juni 2012 tot 9 augustus 2013 gelegenheid hebben gegeven om vanuit Nederland, via de mede op de Nederlandse markt gerichte website [website 1], rechtstreeks aan kansspelen deel te nemen en dat [appellant A] en [appellant B] als overtreders kunnen worden aangemerkt. De ksa stelt zich op het standpunt dat sprake is van een zeer ernstige overtreding, omdat de door [appellant A] en [appellant B] illegaal aangeboden kansspelen verslavingsgevoelig zijn en er geen waarborgen zijn dat [appellant A] en [appellant B] voldoende inspanningen plegen om verslaving en onmatige deelneming in Nederland te voorkomen. Omdat [appellant A] en [appellant B] volgens het boeterapport met de website [website 1] ruim veertien maanden artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok hebben overtreden, in die periode ongeveer 250 kansspelen op die website hebben aangeboden en met die kansspelen hoge prijzengelden konden worden gewonnen, onder meer een progressieve jackpot van vijf miljoen Euro, acht de ksa de opgelegde boete evenredig.

De aangevallen uitspraak

3. De rechtbank heeft vooropgesteld dat het aanbieden van online kansspelen verboden is in Nederland en overwogen dat dit verbod en het daarop gebaseerde beleid geen ongerechtvaardigde inbreuk vormen op het Europees recht. De rechtbank heeft overwogen dat de ksa terecht zowel [appellant A] als [appellant B] als overtreders heeft aangemerkt. Omdat [appellant A] en [appellant B] zonder vergunning via de mede op Nederland gerichte website [website 1] gelegenheid hebben gegeven om vanuit Nederland aan online kansspelen deel te nemen, is de ksa bevoegd een boete op te leggen wegens overtreding van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok, aldus de rechtbank. Gezien de ernst van de overtreding heeft de rechtbank de opgelegde boete passend en geboden en dus evenredig geacht.

Het hoger beroep

Het Europees recht

4. [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte onder verwijzing naar voormelde uitspraak van de Afdeling van 22 februari 2017 heeft geoordeeld dat het in deze zaak gehandhaafde verbod en het daarop gebaseerde beleid geen ongerechtvaardigde inbreuk vormen op het Europees recht. [appellant A] en [appellant B] voeren aan dat de rechtbank ten onrechte ervan is uitgegaan dat online aanbod niet is toegestaan in Nederland. [appellant A] en [appellant B] wijzen daarbij op de door de ksa verleende vergunningen voor het organiseren van een staatsloterij, instantloterijen, sportprijsvragen, de totalisator en lotto's. [appellant A] en [appellant B] stellen dat het de houders van die vergunningen is toegestaan om via het internet kansspelen aan te bieden, dat het ruime online aanbod van de houders van die vergunningen niet uitsluitend als "e-commerce" kan worden aangemerkt en dat dit aanbod "short-odds" kansspelen bevat. [appellant A] en [appellant B] lichten deze stellingen toe aan de hand van het online aanbod van sportweddenschappen en stellen dat het ten aanzien van hen gehandhaafde verbod derhalve discriminatoir is. Voorts stellen [appellant A] en [appellant B] dat dat verbod onevenredig is, omdat de samenhang en consistentie van het kansspelbeleid als geheel, de zogenoemde horizontale consistentie, ontbreekt. Hetgeen zij daarover in het aanvullend beroepschrift van 5 mei 2017 hebben aangevoerd, heeft de rechtbank ten onrechte buiten beschouwing gelaten, aldus [appellant A] en [appellant B]. Voorts voeren zij aan dat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº SGR 19/1920. Rechtbank Den Haag, 2020-12-10
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 10 Diciembre 2020
    ...de Wet Koa. De hoogte van de boete 4.17 Volgens vaste jurisprudentie (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130) gaat het bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok om de aanwending door verweerder......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 2558. Rechtbank Den Haag, 2020-08-31
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 31 Agosto 2020
    ...de rechtbank als volgt. 5.1 Volgens vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130) gaat het bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok om de aanwending door ver......
  • Uitspraak Nº 202001871/1/A3. Raad van State, 2021-02-17
    • Nederland
    • 17 Febrero 2021
    ...van de Afdeling van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484, 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3135, en 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130, ten onrechte van belang geacht. In die uitspraken heeft de Afdeling geen oordeel gegeven over de geschiktheid, de noodzaak en de evenredigheid v......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 5512. Rechtbank Den Haag, 2022-07-01
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 1 Julio 2022
    ...bestuursrechtspraak van de Raad van state (de Afdeling), ECLI:NL:RVS:2017:484 2 Berlington Hungary, ECLI:EU:C:2015:386, punt 58 3 ECLI:NL:RVS:2018:3130 en ECLI:NL:RVS:2018:3135 4 ECLI:NL:RVS:2021:315 5 ECLI:NL:RVS:2019:1694 6 zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 28 juni 2017, E......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº SGR 19/1920. Rechtbank Den Haag, 2020-12-10
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 10 Diciembre 2020
    ...de Wet Koa. De hoogte van de boete 4.17 Volgens vaste jurisprudentie (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130) gaat het bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wok om de aanwending door verweerder......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 2558. Rechtbank Den Haag, 2020-08-31
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 31 Agosto 2020
    ...de rechtbank als volgt. 5.1 Volgens vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130) gaat het bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok om de aanwending door ver......
  • Uitspraak Nº 202001871/1/A3. Raad van State, 2021-02-17
    • Nederland
    • 17 Febrero 2021
    ...van de Afdeling van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484, 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3135, en 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3130, ten onrechte van belang geacht. In die uitspraken heeft de Afdeling geen oordeel gegeven over de geschiktheid, de noodzaak en de evenredigheid v......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 5512. Rechtbank Den Haag, 2022-07-01
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 1 Julio 2022
    ...bestuursrechtspraak van de Raad van state (de Afdeling), ECLI:NL:RVS:2017:484 2 Berlington Hungary, ECLI:EU:C:2015:386, punt 58 3 ECLI:NL:RVS:2018:3130 en ECLI:NL:RVS:2018:3135 4 ECLI:NL:RVS:2021:315 5 ECLI:NL:RVS:2019:1694 6 zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 28 juni 2017, E......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT