Uitspraak Nº 201707392/1/A3, 201708966/1/A3, 201708968/1/A3, 201708970/1/A3, 201708974/1/A3, 201708975/1/A3, 201708976/1/A3, 201708978/1/A3, 201708979/1/A3, 201708980/1/A3 en 201708981/1/A3. Raad van State, 2018-08-29

ECLIECLI:NL:RVS:2018:2856
Docket Number201707392/1/A3, 201708966/1/A3, 201708968/1/A3, 201708970/1/A3, 201708974/1/A3, 201708975/1/A3, 201708976/1/A3, 201708978/1/A3, 201708979/1/A3, 201708980/1/A3 en 201708981/1/A3
Date29 Agosto 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

Bij deze uitspraak is een persbericht uitgebracht. 201707392/1/A3, 201708966/1/A3, 201708968/1/A3, 201708970/1/A3, 201708974/1/A3, 201708975/1/A3, 201708976/1/A3, 201708978/1/A3, 201708979/1/A3, 201708980/1/A3 en 201708981/1/A3.

Datum uitspraak: 29 augustus 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

de burgemeester van Amsterdam,

appellant,

tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 1 augustus 2017 in zaak nr. 16/6833 en 29 september 2017 in zaken nrs. 16/6849, 16/6845, 16/6840, 16/6851, 16/6848, 16/6847, 16/6826, 16/6838, 16/6842 en 16/6841 in de gedingen tussen:

[wederpartij A], [wederpartij B], [wederpartij C], [wederpartij D], De Nieuwe Start B.V., [wederpartij E], De Rode Tegel B.V., [wederpartij F], [wederpartij G] en [wederpartij H], [wederpartij I] en [wederpartij J] (hierna: exploitanten) en de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen (hierna: sekswerkers),

en

de burgemeester.

Procesverloop

Bij verscheidene besluiten heeft de burgemeester aan de exploitanten vergunningen verleend voor het exploiteren van raamprostitutiebedrijven tot 1 september 2017 (hierna: primaire besluiten).

Bij besluiten van 20 september 2016 heeft de burgemeester de door de exploitanten en sekswerkers daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraken van 1 augustus 2017 en 29 september 2017 heeft de rechtbank de door de exploitanten en sekswerkers daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 20 september 2016 vernietigd en de burgemeester opgedragen binnen twaalf weken na verzending van deze uitspraken nieuwe besluiten op de bezwaren te nemen met inachtneming van deze uitspraken. Deze uitspraken zijn aangehecht.

Tegen deze uitspraken heeft de burgemeester hoger beroepen ingesteld.

De exploitanten en sekswerkers hebben in alle zaken een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Bij besluit van 7 november 2017 heeft de burgemeester de door de exploitanten en sekswerkers ingediende bezwaren gedeeltelijk ongegrond verklaard.

De exploitanten en sekswerkers hebben hiertegen beroep ingesteld.

De burgemeester heeft hierop een reactie gegeven.

De Afdeling heeft de zaken ter zitting gevoegd behandeld op 18 juni 2018, waar mr. J. Hagen-Pot, mr. M.F.W. Boermans, S. Haavekost, R.C.M.P. de Boer en mr. H.H.L. Krans het woord hebben gevoerd namens de burgemeester en waar mr. M. Kashyap en mr. C.L. Heijnen, advocaten te Amsterdam, het woord hebben gevoerd namens de exploitanten en sekswerkers. Verder hebben ter zitting [exploitant] van De Nieuwe Start, en [sekswerker], het woord gevoerd.

Overwegingen in alle zaken

1. In deze uitspraak gaat het om de verlening van vergunningen aan exploitanten voor het exploiteren van raamprostitutiebedrijven. Aan deze vergunningen zijn voorschriften verbonden. De vraag die in deze uitspraak voorligt is of enkele van deze voorschriften aan de vergunningen hadden mogen worden verbonden.

2. De relevante bepalingen uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU), de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (hierna: Dienstenrichtlijn), de Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (hierna: Privacyrichtlijn), de Grondwet, de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp) en de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Amsterdam (hierna: APV) zijn opgenomen in bijlage II die deel uit maakt van deze uitspraak.

Inleiding

3. In 2000 is het algemeen bordeelverbod afgeschaft en is artikel 151a van de Gemeentewet ingevoerd. In deze bepaling is aan de raad de bevoegdheid toegekend om een verordening vast te stellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Als het voorstel van wet houdende regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (hierna: Wrp) tot wet wordt verheven en in werking treedt, komt artikel 151a van de Gemeentewet te vervallen. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd een uniform kader te scheppen voor het lokale vergunningenbeleid ten aanzien van de prostitutiebranche. Op dit moment is de Wrp nog niet van kracht.

De raad van de gemeente Amsterdam heeft gebruik gemaakt van de in artikel 151a van de Gemeentewet neergelegde bevoegdheid en een vergunningstelsel in het leven geroepen voor onder andere raambordelen. Op 22 juli 2013 zijn nieuwe APV-bepalingen voor prostitutiebedrijven van kracht geworden. Op 26 juli 2013 heeft de gemeente de exploitanten van prostitutiebedrijven een brief gestuurd waarin hun is meegedeeld dat zij een nieuwe exploitatievergunning moeten aanvragen. Indien zij dit zouden doen voor 17 januari 2014, zou de huidige vergunning geldig blijven tot op de aanvraag is beslist. Bij de aanvraag moet een bedrijfsplan worden ingediend dat voldoet aan de in de APV gestelde eisen. In dit bedrijfsplan moet ook worden opgenomen wat het beleid is van het prostitutiebedrijf ten aanzien van de Hygiënerichtlijn voor seksbedrijven van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (hierna: Hygiënerichtlijn) en hoe deze wordt uitgevoerd. Dit gedeelte moet de gemeentelijke gezondheidsdienst (hierna: GGD) goedkeuren. Zonder goedkeuring wordt geen exploitatievergunning verleend.

De exploitanten hebben een nieuwe aanvraag voor een exploitatievergunning ingediend. Op 27 augustus 2014 heeft de burgemeester aan iedere exploitant een exploitatievergunning verleend voor de duur van één jaar. De vergunning komt te vervallen indien niet binnen een jaar na afgifte een bedrijfsplan is overgelegd dat voldoet aan de eisen uit de APV. Als het bedrijfsplan is goedgekeurd en aan de overige voorschriften is voldaan, zal de vergunning met twee jaar worden verlengd.

Bij de primaire besluiten heeft de burgemeester de tijdelijke vergunningen omgezet in definitieve vergunningen met een geldigheid tot 1 september 2017. De bedrijfsplannen, voor zover goedgekeurd, met daarin ook een gedeelte over hygiëne, maken onderdeel uit van de vergunningen. Daarnaast zijn aan deze vergunningen voorschriften verbonden. De burgemeester heeft de hiertegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard bij de besluiten van 20 september 2016.

Bij de rechtbank lag onder meer de vraag voor of de aan de exploitatievergunningen verbonden vergunningvoorschriften, al dan niet onder protest opgenomen in de bedrijfsplannen, in overeenstemming zijn met de artikelen 9 en 10 van de Dienstenrichtlijn. De voorschriften zijn immers een beperking van het vrij verrichten van diensten binnen de Europese Unie. De rechtbank heeft over enkele voorschriften geoordeeld dat deze niet mochten worden gesteld. Tegen dat oordeel is de burgemeester opgekomen in hoger beroep. Daarnaast komt de burgemeester in hoger beroep op tegen het oordeel van de rechtbank dat de vergunningvoorschriften leiden tot de verwerking van bijzondere persoonsgegevens.

3.1. Hierna beoordeelt de Afdeling eerst de gronden van het hoger beroep per betwist vergunningvoorschrift. De Afdeling dient te beoordelen of het voorschrift een dwingende reden van algemeen belang dient. Verder dient zij te beoordelen of de burgemeester redelijkerwijs heeft kunnen concluderen dat het voorschrift geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken, of het voorschrift niet verder gaat dan nodig is om dat doel te bereiken en of dat doel niet met andere, minder beperkende maatregelen kan worden bereikt. Daarna oordeelt de Afdeling over de kwestie van de bijzondere persoonsgegevens.

Arbeidsomstandigheden- en verhuurvoorschriften

4. Aan de exploitatievergunningen zijn arbeidsomstandigheden- en verhuurvoorschriften verbonden, die de exploitanten al dan niet onder protest hebben opgenomen in hun bedrijfsplannen. De voorschriften houden in dat het verboden is een werkruimte meer dan zes dagen per week en meer dan elf uur per dag aan een sekswerker te verhuren. Daarover heeft de rechtbank het volgende geoordeeld. Deze voorschriften hebben als doel om mensenhandel en uitbuiting te voorkomen. De voorschriften zijn geschikt om het doel te bereiken. Het maken van lange werkdagen en -weken kan een indicatie zijn van mensenhandel en/of uitbuiting. De burgemeester heeft niet onderbouwd dat de door hem getrokken grens van maximaal zes dagen per week en maximaal elf uur per dag werken de maximale bovengrens is om het doel te bereiken. Verder heeft de burgemeester niet onderbouwd waarom het om gezondheidsredenen niet wenselijk is om langer dan zes dagen achtereen te werken. De burgemeester heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat het doel niet met minder vergaande middelen kan worden bereikt, aldus de rechtbank.

5. De burgemeester bestrijdt het oordeel van de rechtbank dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsomstandigheden- en verhuurvoorschriften niet verder gaan dan strikt noodzakelijk om het doel te bereiken. In hoger beroep wijst hij erop dat de voorschriften niet alleen tot doel hebben om mensenhandel en uitbuiting te voorkomen, maar ook zijn bedoeld ter bescherming van de gezondheid van de sekswerker. Bovendien stelt de burgemeester zich op het standpunt dat hij voldoende heeft gemotiveerd en aannemelijk gemaakt dat de gestelde doelen niet met minder vergaande eisen kunnen worden bereikt. Hij heeft minimumnormen als voorschrift aan de vergunningen verbonden omdat veel bedrijfsplannen van exploitanten op dit punt ongunstige arbeidsomstandigheden voor sekswerkers bevatten of onvolledig waren ten aanzien van de verhuurvoorschriften. Een deel van de exploitanten was niet bereid de verhuurvoorschriften aan te passen in het bedrijfsplan. Verder bleek dat sekswerkers graag een vaste kamer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201907726/1/A3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 Diciembre 2020
    ...grondslag biedt, op grond waarvan het verbod van gegevensverwerking kan worden doorbroken. 9.4. In de uitspraak van 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2856 heeft de Afdeling overwogen dat voor de uitzondering op grond van artikel 23, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wbp nodig is dat ee......
  • Uitspraak Nº AMS 21/1453. Rechtbank Amsterdam, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 22 Febrero 2022
    ...7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520, rechtsoverweging 11. 26 Zie onder andere de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2856, rechtsoverweging 3.1. 27 Hof, 30 januari 2018, X en [naam arrest] , C-360/15 en C-31/16, bescherming leefbaarheid van de stad is een dwingen......
  • Uitspraak Nº AMS 20/1050. Rechtbank Amsterdam, 2021-02-24
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 24 Febrero 2021
    ...beperking van het vrij verrichten van diensten. Deze grond slaagt niet. 8 Zie rechtsoverweging 5.3. 9 Zie rechtsoverweging 5.3 in ECLI:NL:RVS:2018:2856. Maximale werktijden: is de incidentele afwijkingsmogelijkheid duidelijk en 8.5. Ten aanzien van de stelling van eisers dat de incidentele ......
  • Uitspraak Nº AWB - 18 _ 4156. Rechtbank Den Haag, 2019-10-04
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 4 Octubre 2019
    ...is in de bijlage opgenomen. 5. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft op 29 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2856) uitgesproken dat ook het professionele seksuele leven van de sekswerkers moet worden beschouwd als een bijzonder persoonsgegeven in de zin van......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº 201907726/1/A3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 Diciembre 2020
    ...grondslag biedt, op grond waarvan het verbod van gegevensverwerking kan worden doorbroken. 9.4. In de uitspraak van 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2856 heeft de Afdeling overwogen dat voor de uitzondering op grond van artikel 23, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wbp nodig is dat ee......
  • Uitspraak Nº AMS 21/1453. Rechtbank Amsterdam, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 22 Febrero 2022
    ...7 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1520, rechtsoverweging 11. 26 Zie onder andere de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2856, rechtsoverweging 3.1. 27 Hof, 30 januari 2018, X en [naam arrest] , C-360/15 en C-31/16, bescherming leefbaarheid van de stad is een dwingen......
  • Uitspraak Nº AMS 20/1050. Rechtbank Amsterdam, 2021-02-24
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 24 Febrero 2021
    ...beperking van het vrij verrichten van diensten. Deze grond slaagt niet. 8 Zie rechtsoverweging 5.3. 9 Zie rechtsoverweging 5.3 in ECLI:NL:RVS:2018:2856. Maximale werktijden: is de incidentele afwijkingsmogelijkheid duidelijk en 8.5. Ten aanzien van de stelling van eisers dat de incidentele ......
  • Uitspraak Nº AWB - 18 _ 4156. Rechtbank Den Haag, 2019-10-04
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 4 Octubre 2019
    ...is in de bijlage opgenomen. 5. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft op 29 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2856) uitgesproken dat ook het professionele seksuele leven van de sekswerkers moet worden beschouwd als een bijzonder persoonsgegeven in de zin van......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT