Uitspraak Nº 201800650/1/R3. Raad van State, 2019-05-15

ECLIECLI:NL:RVS:2019:1573
Date15 Mayo 2019
Docket Number201800650/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201800650/1/R3.
Datum uitspraak: 15 mei 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. appellant sub 1], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

2. [ appellant sub 2], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

3. [ appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B], beiden wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

4. [ appellante sub 4], handelend onder de naam [bedrijf], gevestigd te Geldermalsen,

5. [ appellant sub 5], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

6. [ appellante sub 6], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

7. [ appellante sub 7] en anderen, gevestigd te Tricht, gemeente Geldermalsen, en anderen,

8. [ appellant sub 8], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

9. [ appellant sub 9], wonend te Tricht, gemeente Geldermalsen,

10. Leefbaar Geldermalsen, gevestigd te Geldermalsen,

appellanten,

en

de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 december 2017 heeft de staatssecretaris het tracébesluit "Spooromgeving Geldermalsen" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B], [bedrijf], [appellant sub 5], [appellante sub 6], [appellante sub 7] en anderen, [appellant sub 8], [appellant sub 9] en Leefbaar Geldermalsen beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht (hierna: het StAB-advies). [appellant sub 1], [appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B], [appellant sub 8], [appellant sub 9] en de staatssecretaris hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

[bedrijf] en [appellante sub 7] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 december 2018, waar zijn verschenen:

- [ appellant sub 1];

- [ appellant sub 2], bijgestaan door [gemachtigde A];

- [ appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B], bij monde van [appellant sub 3 A];

- [ bedrijf], vertegenwoordigd door [gemachtigden B];

- [ appellante sub 6], vertegenwoordigd door mr. M.F.A. Dankbaar, advocaat te Haarlem,

- [ appellante sub 7] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden C];

- [ appellant sub 8], vertegenwoordigd door [gemachtigde D];

- [ appellant sub 9];

- de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. A. Dane, ing. M.F.T. Poos, C.F.J. de Vries, mr. M.A. Versloot, ing. R.F. Breevoort, ir. T.W.M. Gunther, ing. M.A. Laarmans, ir. E.J. Vlijm en ing. C.J.M. Vernooij.

Overwegingen

Inleiding

1. Het project Spooromgeving Geldermalsen, dat met het tracébesluit mogelijk wordt gemaakt, bestaat uit de wijziging van een landelijke spoorweg, waarmee wordt beoogd de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van die spoorweg te verbeteren. Daarvoor wordt de ligging van de sporen aangepast en het aantal perrons op het station Geldermalsen uitgebreid. Tussen de aansluiting van de spoorlijn van en naar Dordrecht en het station Geldermalsen wordt een derde spoor met een lengte van circa 1500 m aangelegd en worden de sporen aangepast zodat langere goederentreinen kunnen worden ingehaald. In Tricht worden de huidige gelijkvloerse kruisingen met het spoor vervangen door onderdoorgangen. Ook wordt ten noorden van Tricht een nieuwe onderdoorgang onder het spoor gemaakt en een randweg aangelegd die aansluit op de bestaande wegenstructuur.

2. [ bedrijf], [appellante sub 7] en anderen en [appellant sub 8] zijn ondernemers. Zij richten zich hoofdzakelijk tegen de randweg, die in het tracébesluit gedeeltelijk is voorzien op hun gronden.

[appellante sub 6] is eigenaar van een perceel aan de Lingedijk in Tricht waar een horecagelegenheid is gevestigd. Een gedeelte van het perceel is in het tracébesluit aangewezen voor een van de onderdoorgangen. [appellante sub 6] vreest problemen bij de exploitatie van de horecagelegenheid.

Leefbaar Geldermalsen is een politieke partij.

De overige appellanten zijn inwoners van Tricht die met name aanvoeren dat het tracébesluit leidt tot een toename van hinder. Het gaat hun vooral om trillinghinder, die volgens hen in de huidige situatie al te ernstig is. Zij menen dat de huidige hinder reden had moeten zijn voor sanering.

3. Ter zitting heeft [appellant sub 1] de beroepsgronden over het Trichtse voetpad en de invloed van het gebruik van stillere goederentreinen ingetrokken.

4. Hierna wordt eerst ingegaan op de ontvankelijkheid van het beroep van Leefbaar Geldermalsen. Daarna worden de door appellanten naar voren gebrachte beroepsgronden zoveel mogelijk per onderwerp gezamenlijk behandeld (de nummers verwijzen naar de eerste overweging over het onderwerp):

- geen verkenningsfase (6),

- inspraak (7),

- m.e.r.-beoordeling en alternatieven (8),

- schaal en leesbaarheid kaarten (12),

- randweg (13),

- trillingen (18),

- onderdoorgang Lingedijk (39),

- onderdoorgang Nieuwsteeg (47),

- verkeersgegevens (autoverkeer) (48),

- geluidhinder (50),

- veiligheid (54),

- landschappelijke inrichting nabij [appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B] (55),

- overige beroepsgronden [appellant sub 8] (56),

- overige beroepsgronden [appellant sub 2] (59).

Ontvankelijkheid Leefbaar Geldermalsen

5. Artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) luidt:

"1. Van de indiener van het beroepschrift wordt door de griffier een griffierecht geheven.

(…)

4. De griffier deelt de indiener van het beroepschrift mede welk griffierecht is verschuldigd en wijst hem daarbij op het bepaalde in het vijfde en zesde lid.

5. Het griffierecht dient binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier te zijn bijgeschreven op de rekening van het gerecht dan wel ter griffie te zijn gestort.

6. Indien het bedrag niet tijdig is bijgeschreven of gestort, is het beroep niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

(…)"

5.1. Leefbaar Geldermalsen heeft niet binnen de daartoe gestelde termijn het verschuldigde griffierecht betaald. Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat Leefbaar Geldermalsen in verzuim is geweest. Daarom is het beroep van Leefbaar Geldermalsen niet-ontvankelijk.

Geen verkenningsfase

6. [ appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B] voeren aan dat zij geen invloed hebben kunnen uitoefenen op het kader waarbinnen het tracébesluit is opgesteld, omdat pas laat in het proces de keuze is gemaakt het project te realiseren via de tracéwetprocedure. Ten onrechte heeft geen verkenningsfase plaatsgevonden waarin de verschillende alternatieven voor het uiteindelijk gekozen tracé zijn verkend.

6.1. Het betoog strekt ertoe dat voorafgaand aan de vaststelling van het tracébesluit een startbeslissing had moeten worden genomen en een verkenning had moeten worden uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk II van de Tracéwet zoals dat luidt sinds de inwerkingtreding op 1 januari 2012 van de wet van 1 december 2011 tot wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten (hierna: Wijzigingswet).

6.2. In het overgangsrecht neergelegd in artikel III, eerste lid, van de Wijzigingswet is bepaald dat indien een beslissing is genomen op grond van artikel 2, tweede lid, van de Tracéwet (oud), onder meer hoofdstuk II van de Tracéwet zoals dat luidt na de inwerkingtreding van de Wijzigingswet niet van toepassing is op het desbetreffende project. Ingevolge artikel III, tweede lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op door de minister binnen een jaar na inwerkingtreding van de Wijzigingswet aan te wijzen projecten waarvoor de in het eerste lid bedoelde beslissing nog niet is genomen maar waarvan de verkenning zich reeds in een vergevorderd stadium bevindt.

Op 13 december 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een besluit genomen waarmee een aantal projecten als zodanig is aangewezen (Staatscourant 2012, nr. 25926). Het gaat daarbij onder meer om projecten ter uitwerking van de voorkeursbeslissing Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (hierna: PHS), waaronder de trajecten Amsterdam-Utrecht-Eindhoven en Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen.

6.3. De staatssecretaris heeft toegelicht dat het besluit tot het vrijleggen van de MerwedeLingelijn al dateert van 2004, waarna het project aanvankelijk door de gemeente is opgepakt als bestemmingsplanprocedure. In dat kader is gebleken van samenhang tussen dit project en de (uitvoering van de) PHS. Voor de uitvoering van de PHS-dienstregeling en de verbetering van de betrouwbaarheid is randvoorwaardelijk dat de capaciteit en robuustheid van het spoor rondom Geldermalsen worden uitgebreid en verbeterd. Het vrijleggen van de MerwedeLingelijn maakt daar onderdeel van uit. Daarom is in 2014 besloten om dit project onderdeel te maken van de PHS en te betrekken in de tracéwetprocedure, aldus de staatssecretaris.

6.4. Gelet op de hiervoor bedoelde samenhang is de Afdeling van oordeel dat de staatssecretaris er terecht van is uitgegaan dat het vrijleggen van de MerwedeLingelijn mede strekt tot uitwerking van de voorkeursbeslissing PHS. Dit heeft tot gevolg dat op basis van het overgangsrecht neergelegd in artikel III, eerste en tweede lid, van de Wijzigingswet, hoofdstuk II van de gewijzigde Tracéwet niet van toepassing is op dit tracé. Daarom was de staatssecretaris niet verplicht om op basis van die gewijzigde regeling een startbeslissing te nemen en een verkenning uit te voeren.

Inspraak

7. [ appellant sub 2], [appellant sub 3 A] en [appellant sub 3 B], [appellant sub 5] en [appellante sub 7] en anderen betogen dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gedaan met de inspraak van de inwoners van Tricht. De staatssecretaris...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201900677/1/R3. Raad van State, 2020-12-30
    • Nederland
    • 30 December 2020
    ...regeling dat is. De Afdeling verwijst bij wijze van voorbeeld naar overweging 17 tot en met 17.3 van haar uitspraak van 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1573. Over het punt dat [appellante sub 2] stelt dat de in het tracébesluit voorziene ontsluiting van het bedrijf niet toegankelijk is voor h......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 201900677/1/R3. Raad van State, 2020-12-30
    • Nederland
    • 30 December 2020
    ...regeling dat is. De Afdeling verwijst bij wijze van voorbeeld naar overweging 17 tot en met 17.3 van haar uitspraak van 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1573. Over het punt dat [appellante sub 2] stelt dat de in het tracébesluit voorziene ontsluiting van het bedrijf niet toegankelijk is voor h......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT