Uitspraak Nº 201809351/1/A3. Raad van State, 2019-08-21

ECLIECLI:NL:RVS:2019:2821
Date21 Agosto 2019
Docket Number201809351/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201809351/1/A3.

Datum uitspraak: 21 augustus 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de burgemeester van Rijssen-Holten,

appellant,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel (hierna: de rechtbank) van 18 oktober 2018 in zaak nrs. 18/1514 en 18/1577 in het geding tussen:

[wederpartij] wonende te [woonplaats]

en

de burgemeester.

Procesverloop

Bij besluit van 9 januari 2018 heeft de burgemeester besloten de aanvraag voor een Drank- en Horecavergunning en een vergunning voor de exploitatie van het [restaurant] aan de [locatie 1] te weigeren op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet bibob) in samenhang met artikel 27, derde lid, van de Drank- en Horecawet (hierna: Dhw) en met artikel 2:28, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten (hierna: APV).

Bij besluit van 2 augustus 2018 heeft de burgemeester het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de weigering van de vergunningen op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet bibob in stand gelaten, met een aangepaste motivering.

Bij uitspraak van 18 oktober 2018 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 2 augustus 2018 vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de burgemeester hoger beroep ingesteld.

[wederpartij] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Bij besluit van 13 december 2018 heeft de burgemeester opnieuw op het door [wederpartij] gemaakte bezwaar beslist, het bezwaar ongegrond verklaard en besloten de weigering van de vergunningen met een aangepaste motivering te handhaven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juli 2019, waar de burgemeester, vertegenwoordigd door L.J.M. Terpelle, en bijgestaan door mr. M. Ichoh, advocaat te Enschede, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. O. Smits, rechtsbijstandverlener te Naarden, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. De in deze uitspraak aangehaalde regelgeving is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.

2. [wederpartij] huurde een pand aan de [locatie 1] voor de exploitatie van het [restaurant]. [wederpartij] heeft daarvoor een Drank- en Horecavergunning en een exploitatievergunning aangevraagd. De burgemeester heeft deze vergunningen geweigerd en de weigering in bezwaar gehandhaafd omdat ernstig gevaar bestaat dat de aangevraagde vergunningen mede zullen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen, op geld waardeerbare, voordelen te benutten. Dit gevaar is afgeleid uit de betrokkenheid van [wederpartij] bij een hennepplantage in 2011. De rechtbank heeft dit besluit vernietigd. De burgemeester heeft een nieuw besluit op bezwaar genomen en in het nieuwe besluit op bezwaar de weigering van de gevraagde vergunningen in stand gelaten.

Aangevallen uitspraak - relatie tot strafbare feiten

3. De burgemeester richt zich ten eerste tegen de volgende overweging van de rechtbank:

"De conclusie dat eiser in relatie staat tot strafbare feiten als bedoeld in de a-grond en dat ernstig gevaar bestaat dat de vergunningen mede zullen worden gebruikt om uit die feiten verkregen of te verkrijgen op geld waardeerbare voordelen te benutten, kan daar waar het de periode van 12 augustus 2011 tot 22 oktober 2011 betreft niet worden getrokken op basis van het procesdossier van het Openbaar ministerie. Eiser is immers niet veroordeeld voor strafbare feiten in die periode.

Voorts oordeelt de voorzieningenrechter in navolging van de voorzieningenuitspraak van 13 april 2018 dat ook met het door verweerder naar aanleiding daarvan ingestelde onderzoek bij het LBB dergelijke onderliggende feiten waaruit die conclusie wel zou kunnen worden getrokken, niet vast zijn komen te staan. Het LBB heeft in haar laatste advies van 26 juli 2018 immers geen nadere feiten vastgesteld, maar primair vastgehouden aan haar eerder getrokken - als onvoldoende onderbouwd geoordeelde - gevaarsconclusie. Haar subsidiaire conclusie kan daartoe eveneens niet dienen, nu het LBB daarbij uitgaat van een onherroepelijke belastingaanslag, terwijl daartegen in feite nog een bezwarenprocedure aanhangig is."

Staat [wederpartij] in relatie tot strafbare feiten in de periode 12 augustus 2011 tot 22 oktober 2011?

3.1. De burgemeester betoogt dat de rechtbank met deze overweging een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd. Op grond van artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet bibob moet sprake zijn van feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van artikel 3 van de Wet bibob. Een strafrechtelijke veroordeling is daarvoor niet vereist. Bij de toepassing van de Wet bibob is de burgemeester bevoegd om op grond van de ter beschikking staande informatie zelfstandig te beoordelen of sprake is van een ernstig gevaar in de zin van artikel 3 van de Wet bibob. Op grond van feiten en omstandigheden zal aannemelijk moeten zijn dat de strafbare feiten zijn gepleegd en voorts zal sprake moeten zijn van ten minste een objectiveerbaar vermoeden dat de betrokkene daarmee in relatie staat.

De feiten en omstandigheden die blijken uit de gegevens van de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie wijzen erop of doen redelijkerwijs vermoeden dat [wederpartij] in relatie staat tot strafbare feiten als bedoeld in de a-grond, te weten het in strijd handelen met de Opiumwet door mee te helpen met het opzetten van een hennepkwekerij in de periode eind maart 2010 tot en met 30 mei 2010 en in de periode juli 2011 tot en met december 2011. De rechtbank heeft dat miskend, aldus de burgemeester.

De burgemeester betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte concludeert dat het Landelijk Bureau bibob (hierna: het Bureau) niet mag uitgaan van een belastingaanslag waartegen nog een bezwaarprocedure aanhangig is. De burgemeester betoogt dat uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3500, volgt dat de enkele stelling dat nog een bezwaarprocedure aanhangig is, onvoldoende is om aan de juistheid van de verklaring van de Belastingdienst en het Bureau te twijfelen. Voorts volgt volgens de burgemeester uit de uitspraak van de Afdeling van 18 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:818, dat een onherroepelijke bestuurlijke/fiscaalrechtelijke boete leidt tot een ernstig vermoeden dat de aan die boete ten grondslag liggende feiten door de beboete persoon zijn begaan.

De burgemeester stelt dat uit recente...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
6 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 7983. Rechtbank Den Haag, 2020-10-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 oktober 2020
    ...van het advies op zorgvuldige wijze en voldoende gefundeerd kan worden beslist (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821). De rechtbank overweegt allereerst dat, gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet bibob de vergunning slechts kan wo......
  • Uitspraak Nº 21/3064. Rechtbank Noord-Holland, 2022-07-08
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 8 juli 2022
    ...1 Kamer van Koophandel 2 uitspraak van 4 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2676 3 zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 juli 2009, te vinden op rechtspraak.nl onder LJ-nummer BJ1892 5 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 25......
  • Uitspraak Nº AWB - 20 _ 6329. Rechtbank Den Haag, 2022-05-25
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 25 mei 2022
    ...en 4 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2676. 6 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821. 7 ECLI:NL:RVS:2015:2226. 8 Zie de uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:511. 9 Zie de uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:511. 10 Zi......
  • Uitspraak Nº UTR 21/487. Rechtbank Midden-Nederland, 2021-03-30
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 30 maart 2021
    ...bestuur (Wet Bibob). 2 Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2821). 3 Zie de uitspraak van de ABRvS van 26 augustus 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2721). 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de ABRvS van 4 juli 2018 ......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
6 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 7983. Rechtbank Den Haag, 2020-10-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 oktober 2020
    ...van het advies op zorgvuldige wijze en voldoende gefundeerd kan worden beslist (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821). De rechtbank overweegt allereerst dat, gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet bibob de vergunning slechts kan wo......
  • Uitspraak Nº 21/3064. Rechtbank Noord-Holland, 2022-07-08
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 8 juli 2022
    ...1 Kamer van Koophandel 2 uitspraak van 4 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2676 3 zie bijvoorbeeld de uitspraak van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 juli 2009, te vinden op rechtspraak.nl onder LJ-nummer BJ1892 5 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 25......
  • Uitspraak Nº AWB - 20 _ 6329. Rechtbank Den Haag, 2022-05-25
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 25 mei 2022
    ...en 4 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2676. 6 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2821. 7 ECLI:NL:RVS:2015:2226. 8 Zie de uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:511. 9 Zie de uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:511. 10 Zi......
  • Uitspraak Nº UTR 21/487. Rechtbank Midden-Nederland, 2021-03-30
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 30 maart 2021
    ...bestuur (Wet Bibob). 2 Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2821). 3 Zie de uitspraak van de ABRvS van 26 augustus 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2721). 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de ABRvS van 4 juli 2018 ......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT