Uitspraak Nº 201809579/1/R1. Raad van State, 2019-11-13

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3815
Date13 Noviembre 2019
Docket Number201809579/1/R1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201809579/1/R1.

Datum uitspraak: 13 november 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de minister van Defensie,

appellant,

en

de raad van de gemeente Onderbanken, thans gemeente Beekdaelen,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 27 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan

"Bedrijventerrein Rode Beek" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft de minister beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De minister en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 september 2019, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Besselink, advocaat te Den Haag, mr. A.J. van Heusden en H. Hoppenbrouwers, en de raad, vertegenwoordigd door mr. D. Metsemakers en mr. A.Q.C. Tak, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan maakt de ontwikkeling van een bedrijventerrein mogelijk. Dit terrein ligt deels binnen het grondgebied van de gemeente Brunssum, deels binnen het grondgebied van de voormalige gemeente Onderbanken.

2. De minister keert zich tegen het plan, omdat volgens de minister bij het plan ten onrechte de maximaal toelaatbare hoogte van objecten in het obstakelbeheergebied van de vliegbasis Geilenkirchen, zijnde een vliegbasis van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (hierna: NAVO), niet in acht is genomen.

Wettelijke bepalingen

3. De wettelijke bepalingen en relevante planregels die ten grondslag liggen aan de hierna volgende rechtsoverwegingen, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.

Ontvankelijkheid

4. De raad betoogt dat het beroep van de minister niet-ontvankelijk is, omdat de minister geen zienswijze naar voren heeft gebracht tegen het ontwerpbestemmingsplan. Volgens de raad kan niet worden volgehouden dat de zienswijze van het Hoofd Sectie Omgevingsmanagement van het Rijksvastgoedbedrijf naar voren is gebracht namens de minister, omdat een mandaat daartoe ontbrak. De raad betoogt in dit kader dat de bevoegdheden door middel van de mandaatregeling in zijn geheel zijn overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Om die reden is er volgens de raad feitelijk sprake van delegatie.

4.1. Het ontwerpbestemmingsplan heeft in de periode van 3 mei 2018 tot en met 13 juni 2018 ter inzage gelegen. Op 7 juni 2018 is een zienswijze naar voren gebracht door ing. C.R. Hakstege, Hoofd Sectie Omgevingsmanagement van het Rijksvastgoedbedrijf. Deze zienswijze is door ing. C.R. Hakstege ondertekend namens de minister. De bevoegdheid daartoe berust op het (onder)mandaat dat is verleend bij de artikelen 1, 3 en 4 van de Mandaatregeling Defensievastgoed in samenhang gelezen met artikel 2, eerste lid, van het Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2018. Blijkens de toelichting op de Mandaatregeling Defensievastgoed onder artikel 4 is de staatssecretaris van Defensie, en daarmee ook de minister, eindverantwoordelijk en zelf ook bevoegd tot het verrichten van privaatrechtelijke, publiekrechtelijke en feitelijke handelingen die betrekking hebben op defensievastgoed. In de toelichting staat verder uitdrukkelijk dat het geen delegatie betreft. De Afdeling ziet in hetgeen de raad heeft aangevoerd dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat hier feitelijk sprake is van delegatie.

Gelet op het voorgaande stelt de minister zich terecht op het standpunt dat hij tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht tegen het ontwerpbestemmingsplan.

In zoverre bestaat geen grond voor het oordeel dat het beroep niet-ontvankelijk is.

5. De raad betoogt verder dat het beroep van de minister niet-ontvankelijk is omdat de minister niet kan worden aangemerkt als belanghebbende. Volgens de raad wordt met het beroep een algemeen vliegbelang nagestreefd en geen militair vliegbelang.

5.1. Ingevolge artikel 1:2, tweede lid, gelezen in samenhang met het eerste lid en met artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, kan een bestuursorgaan uitsluitend beroep instellen tegen een besluit, indien een aan hem toevertrouwd belang rechtstreeks betrokken is bij een besluit van een ander bestuursorgaan. Een belang is aan een bestuursorgaan toevertrouwd als een wettelijk voorschrift aan dit bestuursorgaan een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 202003139/1/R2. Raad van State, 2021-03-17
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 17 maart 2021
    ...Besselink, advocaat te Den Haag is verschenen. Overwegingen Inleiding 1. De Afdeling heeft in de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3815, kortgezegd, overwogen dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" zoals vastgesteld op 27 september 2018 in strijd is met artikel ......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 202003139/1/R2. Raad van State, 2021-03-17
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 17 maart 2021
    ...Besselink, advocaat te Den Haag is verschenen. Overwegingen Inleiding 1. De Afdeling heeft in de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3815, kortgezegd, overwogen dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" zoals vastgesteld op 27 september 2018 in strijd is met artikel ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT