Uitspraak Nº 201900496/2/V2. Raad van State, 2019-01-31
ECLI | ECLI:NL:RVS:2019:294 |
Date | 31 Enero 2019 |
Docket Number | 201900496/2/V2 |
Court | Council of State (Netherlands) |
201900496/2/V2.
Datum uitspraak: 31 januari 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 9 januari 2019 in zaak nr. NL18.22189 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 20 november 2018 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 9 januari 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.
Voorts heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat hij niet wordt uitgezet voordat op het hoger beroep is beslist en dat hem gedurende die periode opvang en verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers worden geboden.
2. Gelet op wat is aangevoerd, komt het verzoek, in het licht van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT-
Uitspraak Nº 19/1415 en 19/1495. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-08-27
...volgens verweerder ook onder de coördinatieregeling. Verweerder verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:294 en ECLI:NL:RVS:2019:295). Volgens verweerder is er een groot procedureel voordeel voor alle betrokkenen bij een integrale beoordeling van ......
-
Uitspraak Nº 19/1415 en 19/1495. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-08-27
...volgens verweerder ook onder de coördinatieregeling. Verweerder verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:294 en ECLI:NL:RVS:2019:295). Volgens verweerder is er een groot procedureel voordeel voor alle betrokkenen bij een integrale beoordeling van ......