Uitspraak Nº 201907623/2/R3. Raad van State, 2022-09-21

ECLIECLI:NL:RVS:2022:2757
Docket Number201907623/2/R3
Date21 Septiembre 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

201907623/2/R3.

Datum uitspraak: 21 september 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Tiberius Vastgoed B.V, gevestigd te Someren,

appellante,

en

de raad van de gemeente Rijswijk,

verweerder.

Procesverloop

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:641, (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 24 september 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad een nadere motivering voor het bestreden besluit gegeven.

Tiberius Vastgoed heeft een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop de gebreken volgens de raad zijn hersteld.

De raad en Tiberius Vastgoed hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op de zitting behandeld van 16 juni 2022, waar Tiberius Vastgoed, bijgestaan door mr. R.J.H. Minkhorst, advocaat te Nijmegen, en vertegenwoordigd door [gemachtigde A], [gemachtigde B], [gemachtigde C] en [gemachtigde D], en de raad, bijgestaan door mr. S.W. Boot, advocaat te Rotterdam, en vertegenwoordigd door mr. M.L. Vroom, drs. M.E. Smits en drs. T. Hooft, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Tiberius Vastgoed kan zich niet verenigen met het plan. Zij wil op haar perceel aan de Madame Curielaan 1, 1a, 1b, 1c, 1d en Einsteinlaan 3 en 3a in het plangebied onder andere twee supermarkten realiseren. Het plan maakt zelfstandige detailhandel op haar perceel echter niet langer mogelijk.

De tussenuitspraak

2. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 8.8, 9.2 en 10.5 verschillende gebreken in het bestreden besluit geconstateerd.

Onder 8.8 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling het volgende overwogen: "Omdat het plan uit 2013 zelfstandige detailhandel toestond op het perceel van Tiberius Vastgoed en dit in het plan niet langer is toegestaan, leidt het plan tot een beperking van de planologische gebruiksmogelijkheden van het perceel van Tiberius Vastgoed. Aan een geldend bestemmingsplan kunnen geen blijvende rechten worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen. In dit geval heeft de raad echter niet onderkend dat met het plan gebruiksmogelijkheden zijn weggenomen. Het plan is dan ook vastgesteld in strijd met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid."

Over het bouwplan van Tiberius Vastgoed voor onder andere het realiseren van twee supermarkten op haar perceel en de daartoe aangevraagde omgevingsvergunning heeft de Afdeling onder 9.1 van de tussenuitspraak overwogen dat dit initiatief van Tiberius Vastgoed kan worden aangemerkt als een voldoende concreet initiatief dat tijdig kenbaar is gemaakt bij de raad.

Onder 9.2 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling het volgende overwogen: "Voor zover de raad erop heeft gewezen dat het college de aanvraag buiten behandeling heeft gelaten wegens het ontbreken van gegevens en het bezwaar daartegen ongegrond heeft verklaard, overweegt de Afdeling dat dit niet wegneemt dat de raad bij de vaststelling van het plan de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het aangevraagde bouwplan bij zijn beoordeling had moeten betrekken. Voor zover daarvoor nog informatie zou ontbreken, had het op de weg van de raad gelegen deze op te vragen.

Voor zover de raad stelt dat de Omgevingsverordening Zuid-Holland en beleid in de weg staan aan nieuwe detailhandel op het perceel van Tiberius Vastgoed overweegt de Afdeling dat de raad niet heeft onderkend dat het plan uit 2013 op het perceel van Tiberius Vastgoed detailhandel toestond. Gelet op het voorgaande heeft de raad naar het oordeel van de Afdeling het besluit niet met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid vastgesteld en niet deugdelijk gemotiveerd waarom het concrete initiatief van Tiberius Vastgoed niet kan worden toegestaan."

Onder 10.5 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling het volgende overwogen: "Het besluit van de raad om zelfstandige detailhandel op het perceel van Tiberius Vastgoed planologisch niet mogelijk te maken mag geen "verboden" eis zijn als bedoeld in artikel 14, onder 5, van de Dienstenrichtlijn en moet voldoen aan de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. De Afdeling stelt vast dat de raad dit bij de vaststelling van het plan niet heeft onderkend en niet heeft onderbouwd waarom het gemaakte onderscheid in dienstenactiviteiten in overeenstemming is met de Dienstenrichtlijn. Het bestreden besluit verdraagt zich daarom niet met de Unierechtelijke eis om te onderbouwen dat de gestelde beperking niet in strijd is met artikel 14, onder 5, en voldoet aan de voorwaarden in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn."

Opdracht in de tussenuitspraak

3. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Bedrijf" wat betreft het perceel van Tiberius Vastgoed te heroverwegen met inachtneming van wat onder 8.8, 9.2 en 10.5 van de tussenuitspraak is overwogen. Dit betekent dat de raad in het licht van de omstandigheid dat het plan uit 2013 detailhandel ter plaatse toestond, de rechtstreeks bij dit plandeel betrokken belangen opnieuw moet afwegen en moet beoordelen en motiveren of het plandeel strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Daarbij moet de raad rekening houden met het concrete initiatief van Tiberius Vastgoed. Ook moet de raad onderbouwen dat de in het plan opgenomen planregeling voor het genoemde plandeel waarbinnen zelfstandige detailhandel niet is toegestaan een beperking is die niet in strijd is met artikel 14, onder 5, van de Dienstenrichtlijn en voldoet aan de voorwaarden in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. De raad kan er ook voor kiezen het besluit te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling ter plaatse van het perceel van Tiberius Vastgoed, zo volgt uit de tussenuitspraak, onder 12.

Conclusie naar aanleiding van de tussenuitspraak

4. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 15 overwogen dat het bestreden besluit voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Bedrijf" ter plaatse van het perceel aan de Madame Curielaan 1, 1a, 1b, 1c, 1d en Einsteinlaan 3 en 3a in het plangebied is genomen in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb en zich niet verdraagt met de Unierechtelijke eis om te onderbouwen dat de gestelde beperking niet in strijd is met artikel 14, onder 5, en voldoet aan de voorwaarden in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn.

Gelet op wat er in de tussenuitspraak is overwogen, is het beroep van Tiberius Vastgoed tegen het besluit van 24 september 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" gegrond. Dit besluit moet worden vernietigd voor zover in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten", zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de planregels, de categorie "Detailhandel en reparatie ten behoeve van particulieren" geheel is geschrapt voor het perceel aan de Madame Curielaan 1, 1a, 1b, 1c, 1d en Einsteinlaan 3 en 3a te Rijswijk en de onder deze categorie genoemde activiteiten dus niet langer mogelijk zijn op dit perceel.

De wijze waarop het gebrek is hersteld en de beoordeling daarvan

5. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad op 14 september 2021 beslist over een nadere motivering van het besluit van 24 september 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening". In de nadere motivering gaat de raad in op de reden waarom hij het toestaan van detailhandel op het perceel van Tiberius Vastgoed uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet wenselijk acht en waarom volgens de raad geen sprake is van handelen in strijd met de Dienstenrichtlijn. Ter onderbouwing verwijst de raad naar een door Bureau Stedelijke Planning opgesteld rapport "Nadere motivering herziening bestemmingsplan Hoornwijck-Broekpolder" van 8 juli 2021(hierna: rapport van BSP van 2021). Dat rapport is als bijlage bij de plantoelichting gevoegd en maakt onderdeel uit van de nadere motivering.

De Afdeling stelt vast dat de raad hiermee een nadere motivering ten grondslag heeft gelegd aan het bestreden besluit.

6. De Afdeling zal hierna aan de hand van de door Tiberius Vastgoed...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT