Uitspraak Nº 201907809/1/V3. Raad van State, 2020-07-29
ECLI | ECLI:NL:RVS:2020:1804 |
Docket Number | 201907809/1/V3 |
Date | 29 Julio 2020 |
201907809/1/V3.
Datum uitspraak: 29 juli 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 18 oktober 2019 in zaak nr. NL18.18371 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 4 oktober 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 18 oktober 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van wat in de uitspraak is overwogen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C. Chen, advocaat te Alkmaar, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Bij besluit van 29 november 2019 heeft de staatssecretaris de aanvraag opnieuw niet in behandeling genomen.
Tegen dit besluit heeft de vreemdeling beroep ingesteld.
Overwegingen
Inleiding
1. De staatssecretaris heeft bij besluit van 4 oktober 2018 de aanvraag van de vreemdeling niet in behandeling genomen, omdat Roemenië krachtens de Dublinverordening (Pb 2013, L 180) verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
De rechtbank heeft dat besluit vernietigd, omdat de staatssecretaris, gelet op het arrest van het Hof van Justitie van 16 februari 2017, C.K. tegen Slovenië, ECLI:EU:C:2017:127, zich ten onrechte zonder advies van het Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA) op het standpunt heeft gesteld dat de gezondheidstoestand van de vreemdeling dan wel de aanzienlijke en onomkeerbare gevolgen van zijn overdracht, niet in de weg staan aan de overdracht aan Roemenië.
Hoger beroep staatssecretaris
2. De staatssecretaris klaagt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken kan worden afgeleid dat hij door zijn gezondheidstoestand niet aan Roemenië kan worden overgedragen. De staatssecretaris voert daarover terecht aan dat uit het patiëntdossier en de brieven van GGz Centraal van 7 januari 2019 en 12 augustus 2019 niet volgt wat de gevolgen zijn van een overdracht op zichzelf voor de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT-
Uitspraak Nº NL21.13546. Rechtbank Den Haag, 2022-07-01
...vijfde alinea, van het AIDA-rapport. 45 Verweerder verwijst naar ABRvS 7 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2835 en ABRvS 29 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1804. 46 ABRvS 3 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2980 en ECLI:NL:RVS:2017:2986 en ABRvS 16 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:129. 47 ABRvS 3 nove......
-
Uitspraak Nº NL21.1154, NL21.1155. Rechtbank Den Haag, 2021-02-22
...van de Raad van State (Afdeling) heeft dit uitgangspunt bevestigd in haar meest recente uitspraak van 29 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1804). Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit anders is. De rechtbank ziet in de verklaringen van eiser geen grond voor het oordeel dat niet langer ......
-
Uitspraak Nº NL20.20473. Rechtbank Den Haag, 2020-12-28
...van State (Afdeling) heeft dat uitgangspunt bevestigd in haar uitspraken van 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:834 en 29 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1804. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit anders is. De stelling van eiser, dat verweerder aan de hand van openbare bronnen dient t......
-
Uitspraak Nº NL20.14518. Rechtbank Den Haag, 2020-09-30
...van de rechtbank 4. Zoals de Afdeling heeft geoordeeld in de uitspraken van 24 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4458) en 29 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1804) mag verweerder ten aanzien van Roemenië in beginsel van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgaan. Het is aan eiser om aannemelij......
-
Uitspraak Nº NL21.13546. Rechtbank Den Haag, 2022-07-01
...vijfde alinea, van het AIDA-rapport. 45 Verweerder verwijst naar ABRvS 7 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2835 en ABRvS 29 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1804. 46 ABRvS 3 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2980 en ECLI:NL:RVS:2017:2986 en ABRvS 16 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:129. 47 ABRvS 3 nove......
-
Uitspraak Nº NL21.1154, NL21.1155. Rechtbank Den Haag, 2021-02-22
...van de Raad van State (Afdeling) heeft dit uitgangspunt bevestigd in haar meest recente uitspraak van 29 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1804). Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit anders is. De rechtbank ziet in de verklaringen van eiser geen grond voor het oordeel dat niet langer ......
-
Uitspraak Nº NL20.20473. Rechtbank Den Haag, 2020-12-28
...van State (Afdeling) heeft dat uitgangspunt bevestigd in haar uitspraken van 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:834 en 29 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1804. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit anders is. De stelling van eiser, dat verweerder aan de hand van openbare bronnen dient t......
-
Uitspraak Nº NL20.14518. Rechtbank Den Haag, 2020-09-30
...van de rechtbank 4. Zoals de Afdeling heeft geoordeeld in de uitspraken van 24 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4458) en 29 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1804) mag verweerder ten aanzien van Roemenië in beginsel van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgaan. Het is aan eiser om aannemelij......