Uitspraak Nº 201908473/1/R3. Raad van State, 2020-12-23

ECLIECLI:NL:RVS:2020:3112
Docket Number201908473/1/R3
Date23 Diciembre 2020

201908473/1/R3.

Datum uitspraak: 23 december 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:

[appellant], wonend te Staphorst, en anderen,

appellanten,

en

het college van burgemeester en wethouders van Staphorst,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft het college aan Wij Windenergie Staphorst B.V. i.o. een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van Windpark Staphorst, voor 25 jaar voor de locatie kadastraal bekend gemeente Staphorst, sectie A, nummers 587, 588, 615 en 3006. De besloten vennootschap is daarna opgericht, waarbij de naam van de vennootschap is gewijzigd in Windpark Duurzaam Staphorst B.V. Hierna wordt Wij Windpark Staphorst i.o. ook aangeduid als Windpark Duurzaam Staphorst B.V.

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft het college een maatwerkvoorschrift vastgesteld.

Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid en bekend gemaakt met toepassing van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro).

Tegen deze besluiten hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 25 september 2020, waar [appellant] en anderen, vertegenwoordigd door mr. J.G.L. van Nus en mr. S.J. de Haan, beiden advocaat te Amsterdam, vergezeld door [appellant A], en het college, vertegenwoordigd door mr. J.J. van den Berg en F.M. Oosterbaan, bijgestaan door mr. M.M. Kaajan, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts is op de zitting Windpark Duurzaam Staphorst B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde A], ook bijgestaan door [gemachtigde B], vergezeld door ir. D.F. Oude Lansink en drs. T. ten Klooster, beiden werkzaam bij Pondera Consult, als partij gehoord.

Overwegingen

1. Artikel 8:51d van de Awb luidt, voor zover nu van belang: "Indien de bestuursrechter in hoogste aanleg uitspraak doet, kan hij het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen."

2. De van belang zijnde regelgeving is opgenomen in de uitspraak dan wel in de aangehechte bijlage I die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Inleiding

3. Aan Windpark Duurzaam Staphorst B.V. is een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van Windpark Staphorst. Windpark Staphorst bestaat uit drie windturbines, aangeduid als WT1, WT2 en WT3, met een tiphoogte van maximaal 212 m. De windturbines hebben een beoogd gezamenlijk vermogen van 12 MW.

Het plaatsingsgebied ligt in het buitengebied van de gemeente Staphorst, ten zuidoosten van de dorpskern van Staphorst en ten noordwesten van het gebied "Boswachterij Staphorst".

4. De omgevingsvergunning is verleend voor de activiteiten bouwen, het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, het afwijken van het bestemmingsplan en het oprichten van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c, en e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo).

In het vastgestelde maatwerkvoorschrift is bepaald dat voor woningen in cumulatie een maximale slagschaduwduur van 1 uur per jaar is toegestaan.

Op de bestreden besluiten is de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) van toepassing.

5. [appellant] en anderen zijn bewoners en ondernemers die wonen of zijn gevestigd in de omgeving van het voorziene windpark Staphorst. Zij verzetten zich tegen de komst van het windpark, omdat zij vrezen dat de realisatie van de drie windturbines leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Opzet uitspraak

6. De Afdeling zal eerst ingaan op de ontvankelijkheid van het beroep van [appellant] en anderen (overweging 7). Daarna zal de Afdeling de algemene beroepsgronden bespreken (overwegingen 8-11).

Vervolgens zal de Afdeling ingaan op het afwijken van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo (overwegingen 12 - 27). Hierna komen de beroepsgronden over de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo aan bod (overwegingen 28 - 30). Tot slot komen de beroepsgronden over het oprichten en in werking hebben van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo (overwegingen 31 - 32) en over het vastgestelde maatwerkvoorschrift voor slagschaduw aan de orde (overwegingen 33 - 34). Aan het slot volgt de conclusie (overweging 35 - 38).

Algemeen

Ontvankelijkheid

7. In artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In artikel 8:1 van de Awb is bepaald dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.

7.1. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271, onder 3.2, is geen sprake van een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang indien de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef-, of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Uit de uitspraak van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616, onder 7, over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer (hierna: uitspraak over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer) volgt dat de Afdeling voor windparken op land als uitgangspunt hanteert dat gevolgen van enige betekenis aanwezig kunnen worden geacht binnen een afstand van tien keer de tiphoogte van de voor appellanten dichtstbijzijnde windturbine, gemeten vanaf de voet van de windturbine. In veel gevallen bestaat ook buiten deze afstand zicht op het windpark, vooral als het windpark in open landschap ligt. De Afdeling gaat er echter van uit dat de gevolgen van het zicht op het windpark voor het woon- en leefklimaat op een afstand van meer dan tien keer de tiphoogte in beginsel te beperkt zijn om nog te kunnen spreken van gevolgen van enige betekenis. Daarnaast gaat de Afdeling ervan uit dat op die afstand in beginsel geen andere gevolgen van enige betekenis zijn te verwachten, zoals geluid- of slagschaduwhinder.

7.2. De bestreden omgevingsvergunning maakt de bouw en exploitatie van 3 windturbines mogelijk, met een tiphoogte van maximaal 212 m. Dit betekent dat de Afdeling ervan uitgaat dat op een afstand van 2.120 m vanaf de voet van de dichtstbijzijnde windturbine geen gevolgen van enige betekenis zullen worden ondervonden.

7.3. Het beroep van [appellant] en anderen is ingediend namens verschillende natuurlijke personen en rechtspersonen. Als ervan wordt uitgegaan dat op een afstand van meer dan tien keer de tiphoogte geen gevolgen van enige betekenis worden ondervonden, dan betekent dit dat natuurlijke personen en rechtspersonen die respectievelijk wonen en zijn gevestigd op een afstand van meer dan 2.120 m van de dichtstbijzijnde windturbine van het windpark Staphorst, geen belanghebbende zijn.

7.4. Bij brief van 14 juli 2020 hebben [appellant] en anderen de afstanden kenbaar gemaakt tussen de percelen waar zij wonen of waar hun onderneming is gevestigd en de dichtstbijzijnde windturbine van het windpark. Hieruit blijkt dat de percelen van enkele personen zijn gelegen op meer dan 2.120 m afstand van de dichtstbijzijnde windturbine.

[appellant] en anderen betogen dat in dit geval ook buiten deze afstand gevolgen van enige betekenis zijn te verwachten. Zij wijzen op de openheid van het gebied in relatie tot het historische karakter van de lintbebouwing in Staphorst. Dit betekent echter naar het oordeel van de Afdeling op zichzelf niet dat op een grotere afstand van 2.120 m gevolgen van enige betekenis voor het woon- en leefklimaat zijn te verwachten.

De conclusie is daarom dat de personen die op een afstand van meer dan 2.120 m wonen of zijn gevestigd geen belanghebbenden zijn bij de bestreden besluiten. Dit geldt voor de personen die zijn genoemd in bijlage II, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Het voorgaande betekent dat het beroep van [appellant] en anderen niet-ontvankelijk is, voor zover dit beroep is ingesteld door de in bijlage II bij deze uitspraak genoemde personen.

Nieuwe beroepsgrond

8. In artikel 1.6a van de Chw is bepaald dat na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen beroepsgronden meer kunnen worden aangevoerd. Dit betekent dat alle beroepsgronden in het beroepschrift dienen te worden opgenomen en dat na afloop van de beroepstermijn geen nieuwe gronden meer kunnen worden ingediend.

8.1. Pas ter zitting hebben [appellant] en anderen een beroepsgrond naar voren gebracht over het "Beknopt Bemalingsadvies" van 2 augustus 2019. Gelet op artikel 1.6a van de Chw wordt deze beroepsgrond buiten inhoudelijke beoordeling gelaten.

Regionale Energiestrategie van West-Overijssel

9. [appellant] en anderen hebben in het nader stuk van 8 september 2020 beroepsgronden aangevoerd over de concept-Regionale Energiestrategie (RES) van West-Overijssel.

De Afdeling stelt vast dat in december 2019 de startnota voor de RES voor West-Overijssel is vastgesteld en de documenten van de concept-RES daarna. Omdat de Afdeling de bestreden besluiten toetst aan de hand van de feiten en omstandigheden zoals die zich voordeden en het recht zoals dat gold ten tijde van het nemen van die besluiten, kan wat over de RES van West-Overijssel naar voren is gebracht niet worden betrokken in de beoordeling. De Afdeling laat deze beroepsgronden daarom buiten inhoudelijke bespreking.

Wijziging van de aanvraag

10. [appellant] en anderen betogen dat de aanvraag had moeten worden geweigerd of niet in behandeling had mogen worden genomen en verder dat de raad de daarvoor benodigde gevraagde verklaring van geen bedenkingen niet had mogen afgeven. Zij voeren aan dat hangende de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ak_20 _ 449. Rechtbank Overijssel, 2021-03-18
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 18 d4 Março d4 2021
    ...een gelijkwaardig resultaat kan worden behaald met aanmerkelijk minder bezwaren (uitspraak van de Afdeling van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3112). Eisers motiveren overigens niet waarom de door hen aangedragen locatie geschikter zou zijn. Noodzaak 10.1 Eisers stellen dat de noodzaak v......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 7929. Rechtbank Den Haag, 2022-01-13
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 13 d4 Janeiro d4 2022
    ...U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. 1 ECLI:NL:RVS:2020:3112. ...
  • Uitspraak Nº 202103664/1/R1. Raad van State, 2022-02-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 d3 Fevereiro d3 2022
    ...4.1. De tiphoogtes van de windturbines waar het hier om gaat zijn 220 m. Zoals uit de uitspraak van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3112, (Staphorst) volgt wordt door de Afdeling voor windparken op land als uitgangspunt gehanteerd dat gevolgen van enige betekenis aanwezig kunnen worden g......
  • Uitspraak Nº ROT 22/1745. Rechtbank Rotterdam, 2022-05-25
    • Nederland
    • 25 d3 Maio d3 2022
    ...de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het bouwplan dient te maken. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 23 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:3112). De voorzieningenrechter stelt vast dat het besluit waarbij de omgevingsvergunning is verleend is voorbereid met toepassing van de daar......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº ak_20 _ 449. Rechtbank Overijssel, 2021-03-18
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 18 d4 Março d4 2021
    ...een gelijkwaardig resultaat kan worden behaald met aanmerkelijk minder bezwaren (uitspraak van de Afdeling van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3112). Eisers motiveren overigens niet waarom de door hen aangedragen locatie geschikter zou zijn. Noodzaak 10.1 Eisers stellen dat de noodzaak v......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 7929. Rechtbank Den Haag, 2022-01-13
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 13 d4 Janeiro d4 2022
    ...U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. 1 ECLI:NL:RVS:2020:3112. ...
  • Uitspraak Nº 202103664/1/R1. Raad van State, 2022-02-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 d3 Fevereiro d3 2022
    ...4.1. De tiphoogtes van de windturbines waar het hier om gaat zijn 220 m. Zoals uit de uitspraak van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3112, (Staphorst) volgt wordt door de Afdeling voor windparken op land als uitgangspunt gehanteerd dat gevolgen van enige betekenis aanwezig kunnen worden g......
  • Uitspraak Nº ROT 22/1745. Rechtbank Rotterdam, 2022-05-25
    • Nederland
    • 25 d3 Maio d3 2022
    ...de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het bouwplan dient te maken. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 23 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:3112). De voorzieningenrechter stelt vast dat het besluit waarbij de omgevingsvergunning is verleend is voorbereid met toepassing van de daar......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT