Uitspraak Nº 201909148/3/V3. Raad van State, 2020-02-28
ECLI | ECLI:NL:RVS:2020:634 |
Date | 28 Febrero 2020 |
Docket Number | 201909148/3/V3 |
Court | Council of State (Netherlands) |
201909148/3/V3.
Datum uitspraak: 28 februari 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 22 november 2019 in zaak nr. 19/4647 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 26 februari 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.
Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 november 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter opnieuw verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1. De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat de Dienst Terugkeer en Vertrek zich onthoudt van uitzettingshandelingen, dat zij in het bezit wordt gesteld van haar in bewaring genomen paspoort en dat de schade wordt vergoed die zij heeft geleden door een vordering om in persoon te verschijnen.
2. Bij uitspraak van 4 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:349, heeft de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT