Uitspraak Nº 202001949/1/V3. Raad van State, 2020-04-07

ECLIECLI:NL:RVS:2020:991
Docket Number202001949/1/V3
Date07 Abril 2020

202001949/1/V3.

Datum uitspraak: 7 april 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 19 maart 2020 in zaak nr. NL20.6032 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 6 maart 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

Bij uitspraak van 19 maart 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.J. van der Woude, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

Overwegingen

Inleiding

1. De vreemdeling is in bewaring gesteld met het oog op een uitzetting naar Marokko, omdat hij geen rechtmatig verblijf heeft. Hij heeft hiertegen beroep ingesteld en de rechtbank zou dit beroep op 18 maart 2020 op zitting behandelen. Alleen door de uitbraak van het coronavirus is deze zitting niet doorgegaan. De rechtbank heeft namelijk besloten vanaf 17 maart 2020 haar gebouwen te sluiten om te voldoen aan de maatregelen van de overheid om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De rechtbank heeft de zaak vervolgens schriftelijk afgedaan zonder de vreemdeling te horen.

1.1. Deze uitspraak gaat over de vraag of het recht van de vreemdeling om te worden gehoord daarmee is geschonden. Op dit moment zijn er twee wettelijke mogelijkheden om de vreemdeling te horen. De eerste is de zitting in een zittingszaal van de rechtbank (artikel 94, vierde lid, van de Vw 2000). De tweede mogelijkheid is de (hoor)zitting via videoconferentie (artikel 94, vierde lid, samen met artikel 97 van de Vw 2000). In deze uitspraak wordt ingegaan op de wettelijke mogelijkheden om de vreemdeling te horen, maar ook op alternatieve mogelijkheden die niet in de wet zijn geregeld.

1.2. Deze uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen die door de rechtbank niet of niet met toepassing van de wettelijke mogelijkheden zijn of worden gehoord gedurende de periode waarin de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan verhinderen dat de vreemdeling op de reguliere wijze wordt gehoord. Het oordeel in deze uitspraak is nadrukkelijk alleen van toepassing in deze uitzonderlijke periode en is geen oordeel van de Afdeling over het niet-horen van een vreemdeling in de periode daarvoor of daarna.

1.3. In deze uitspraak worden verschillende termen gebruikt voor de verschillende wijzen van horen. Onder 'videoconferentie' wordt verstaan een directe beeld- en geluidsverbinding tussen de betrokken personen volgens de vereisten die aan het systeem worden gekoppeld in het Besluit videoconferentie (Stb 2006, 275). Onder 'videobellen' wordt een van de verschillende telefonische of online mogelijkheden om een beeld- en geluidsverbinding tot stand te brengen, al dan niet met een betaald abonnement, zoals via Skype, Zoom of WhatsApp. Onder de 'telefonische verbinding' wordt ten slotte alleen een geluidsverbinding verstaan.

Klacht over niet-horen

2. De vreemdeling klaagt in zijn eerste grief dat de rechtbank hem ten onrechte niet heeft gehoord. Volgens hem is dit in strijd met de wettelijk voorgeschreven procedure (artikel 94, vierde lid, van de Vw 2000) en mag niemand van zijn vrijheid worden beroofd als de wettelijk procedure niet is gevolgd (artikel 5, eerste lid, van het EVRM). Er zijn faciliteiten in detentiecentra beschikbaar om op afstand te horen en daarvan heeft de rechtbank ten onrechte geen gebruik gemaakt, aldus de vreemdeling.

Tijdelijke werkwijze tijdens sluiting van de rechtbank

3. Op de speciale webpagina van de rechtspraak over de getroffen maatregelen staat na de mededeling over de sluiting van de gebouwen het volgende over de tijdelijke werkwijze van de rechtbanken in bewaringszaken:

‘Bij de behandeling van de bewaringszaken wordt in eerste instantie gestreefd naar een schriftelijke afhandeling. Is schriftelijke afhandeling via het opvragen van gronden en eventuele nadere standpunten niet mogelijk, of heeft de rechtbank vragen die niet schriftelijk kunnen worden afgedaan, dan kunnen partijen via een telefonische (beeld) verbinding worden gehoord. In de regel zal het horen beperkt zijn tot de advocaten en IND. In uitzonderlijke gevallen kan een fysieke zitting worden gehouden met inachtneming van alle richtlijnen van het RIVM. Ook deze zitting zal in de regel beperkt zijn tot de advocaten en IND.’

3.1. De Afdeling heeft informatie ingewonnen waarom voor deze werkwijze is gekozen en hoe deze werkwijze tot nu toe uitpakt in de praktijk. Toegelicht is dat na inwerkingtreding van de werkwijze in een aantal zaken is geprobeerd te werken met videoconferentie. Het is alleen niet als verantwoord gezien om daar mee door te gaan. De ruimtes op detentiecentra die daarvoor zijn ingericht, zijn namelijk zeer klein. Daardoor is het voor vreemdeling, tolk, toezichthouder en regelmatig ook gemachtigde onmogelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
17 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROT 20/570 en ROT 20/1728. Rechtbank Rotterdam, 2020-11-05
    • Nederland
    • 5 Noviembre 2020
    ...voor moeten waken dat de belanghebbende in essentie niet in zijn mogelijkheden om zijn zaak naar voren te brengen wordt beknot (vgl. ECLI:NL:RVS:2020:991). De verzetrechter meent dat opposant in dit geval niet wordt benadeeld door het achterwege laten van een zitting. Daarbij neemt de verze......
  • Uitspraak Nº NL20.4916. Rechtbank Den Haag, 2020-04-17
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 17 Abril 2020
    ...verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991, in het bijzonder rechtsoverweging 7 tot en met 9). De rechtbank is tot nader order gesloten om de verspreiding van het coronavirus tegen ......
  • Uitspraak Nº 202201307/1/V3. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 Agosto 2022
    ...de vreemdeling om op zitting te worden gehoord is geschonden. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991), is het recht op zitting te worden gehoord, geregeld in artikel 94, vierde lid, van de Vw 2000, een uitwerking van artikel 15, tweede lid......
  • Uitspraak Nº NL20.8248. Rechtbank Den Haag, 2020-04-15
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 15 Abril 2020
    ...rekenschap gegeven van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991). Verweerder heeft de rechtbank bericht over de mogelijkheden om eiser te horen. Eiser heeft vervolgens te kennen gegeven dat hij een de......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
17 sentencias
  • Uitspraak Nº ROT 20/570 en ROT 20/1728. Rechtbank Rotterdam, 2020-11-05
    • Nederland
    • 5 Noviembre 2020
    ...voor moeten waken dat de belanghebbende in essentie niet in zijn mogelijkheden om zijn zaak naar voren te brengen wordt beknot (vgl. ECLI:NL:RVS:2020:991). De verzetrechter meent dat opposant in dit geval niet wordt benadeeld door het achterwege laten van een zitting. Daarbij neemt de verze......
  • Uitspraak Nº NL20.4916. Rechtbank Den Haag, 2020-04-17
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 17 Abril 2020
    ...verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991, in het bijzonder rechtsoverweging 7 tot en met 9). De rechtbank is tot nader order gesloten om de verspreiding van het coronavirus tegen ......
  • Uitspraak Nº 202201307/1/V3. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 Agosto 2022
    ...de vreemdeling om op zitting te worden gehoord is geschonden. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991), is het recht op zitting te worden gehoord, geregeld in artikel 94, vierde lid, van de Vw 2000, een uitwerking van artikel 15, tweede lid......
  • Uitspraak Nº NL20.8248. Rechtbank Den Haag, 2020-04-15
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 15 Abril 2020
    ...rekenschap gegeven van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 7 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:991). Verweerder heeft de rechtbank bericht over de mogelijkheden om eiser te horen. Eiser heeft vervolgens te kennen gegeven dat hij een de......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT