Uitspraak Nº 202004125/1/A2. Raad van State, 2021-03-31

ECLIECLI:NL:RVS:2021:678
Date31 Marzo 2021
Docket Number202004125/1/A2

202004125/1/A2.

Datum uitspraak: 31 maart 2021

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 30 juni 2020 in zaak nr. 19/4992 in het geding tussen:

[appellant]

en

de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: het CBR).

Procesverloop

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het CBR het rijbewijs van [appellant] vanaf 4 juni 2019 ongeldig verklaard.

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het CBR het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 30 juni 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het CBR heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 maart 2021, waar [appellant] en het CBR, vertegenwoordigd door mr. S.J.M. Ditvoorst-van der Ark, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. De Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur van de politie heeft het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw 1994) meegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën A, B en E te besturen. Aan de mededeling ligt ten grondslag dat [appellant] volgens het door verbalisanten op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 21 november 2018 op 1 augustus 2018 een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen. Daarom heeft het CBR [appellant] bij besluit van 28 november 2018 een onderzoek naar de geschiktheid, als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de Wvw 1994, opgelegd. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 11 maart 2019 en is verricht door psychiater A.V. Kuiper. Kuiper heeft in zijn rapport van 11 april 2019 geconcludeerd dat de psychiatrische diagnose drugsmisbruik in ruime zin dient te worden gesteld. Het CBR heeft het rijbewijs van [appellant] daarom bij besluit van 28 mei 2019 ongeldig verklaard. [appellant] is het hier niet mee eens.

2. De toepasselijke wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Aangevallen uitspraak

3. De rechtbank heeft geoordeeld dat het CBR uit heeft mogen gaan van de diagnose drugsmisbruik in ruime zin, zoals vastgesteld in de onderzoeksrapportage. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de rapportage van 11 april 2019. Uit hetgeen [appellant] heeft aangevoerd, kan niet worden opgemaakt dat het rapport naar inhoud of wijze van totstandkoming gebreken vertoont, inhoudelijk tegenstrijdig of anderszins niet of niet voldoende concludent is. Het had op de weg van [appellant] gelegen om een tweede onderzoek aan te vragen of een tegenrapport in te brengen, als hij het niet eens was met de conclusies uit het onderzoek. [appellant] heeft dat niet gedaan. Het CBR heeft daarom uit mogen gaan van de onderzoeksrapportage die ten grondslag ligt aan de besluitvorming. Het CBR kan bij de diagnose drugsgebruik in ruime zin niet anders dan concluderen tot ongeschiktheid tot het besturen van een motorrijtuig en op die grond het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaren. Het gaat om dwingendrechtelijk voorgeschreven wet- en regelgeving. Dat [appellant] positieve ervaringen heeft met marihuanagebruik, zoals hij zelf stelt, maakt daarom niet dat het CBR een onjuist besluit heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROT 21/5944. Rechtbank Rotterdam, 2022-05-25
    • Nederland
    • 25 d3 Maio d3 2022
    ...bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) meermalen heeft overwogen, onder meer in haar uitspraak van 31 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:678), dat in een geval waarin de diagnose drugsmisbruik in de zin der wet (of drugsmisbruik in ruime zin) is gesteld slechts aanleiding bestaat......
  • Uitspraak Nº AWB- 21_5571. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-06-21
    • Nederland
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
    • 21 d2 Junho d2 2022
    ...de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid. 1 Zie onder andere de Afdeling, 31 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:678. 2 ECLI:NL:RVS:2019:1339 ...
2 sentencias
  • Uitspraak Nº ROT 21/5944. Rechtbank Rotterdam, 2022-05-25
    • Nederland
    • 25 d3 Maio d3 2022
    ...bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) meermalen heeft overwogen, onder meer in haar uitspraak van 31 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:678), dat in een geval waarin de diagnose drugsmisbruik in de zin der wet (of drugsmisbruik in ruime zin) is gesteld slechts aanleiding bestaat......
  • Uitspraak Nº AWB- 21_5571. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-06-21
    • Nederland
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
    • 21 d2 Junho d2 2022
    ...de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid. 1 Zie onder andere de Afdeling, 31 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:678. 2 ECLI:NL:RVS:2019:1339 ...

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT