Uitspraak Nº 202102377/1/R1. Raad van State, 2022-07-06

ECLIECLI:NL:RVS:2022:1909
Docket Number202102377/1/R1
Date06 Julio 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202102377/1/R1.

Datum uitspraak: 6 juli 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Stichting Leefbaar Buitengebied, gevestigd te Geerdijk, gemeente Twenterand, Stichting Omgevingsrecht, gevestigd te Almelo, [appellant A] en [appellant B], beiden wonend te [woonplaats], en [appellant C], wonend te [woonplaats] (hierna: beide stichtingen en anderen),

appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 maart 2021 in zaak nr. 20/1665 en 20/1666 in het geding tussen:

de stichting en anderen

en

het dagelijks bestuur van het Waterschap Vechtstromen.

Procesverloop

Bij besluit van 7 juli 2020 heeft het dagelijks bestuur op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan "Droogzetvoorziening stuw Junne" vastgesteld.

Bij uitspraak van 2 maart 2021 heeft de rechtbank het door Stichting Omgevingsrecht, [appellant A] en [appellant B] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard en het door Stichting Leefbaar Buitengebied en [appellant C] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben beide stichtingen en anderen hoger beroep ingesteld.

Het dagelijks bestuur heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Beide stichtingen en anderen en het dagelijks bestuur hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op de zitting behandeld van 8 april 2022, waar [appellant C] en [appellant B], bijgestaan door ing. M.H. Middelkamp, beide stichtingen, vertegenwoordigd door Middelkamp, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door ing. J.E.M. Geerink, bijgestaan door mr. M.W. van Nijendaal, advocaat te Arnhem, zijn verschenen. Het dagelijks bestuur heeft M. van der Sluis, werkzaam bij EcoGroen, als deskundige meegebracht naar de zitting. Verder hebben mr. M. Guijs namens het dagelijks bestuur en [appellant A], via een videoverbinding aan deze zitting deelgenomen, evenals drs. E. van Maanen, werkzaam bij EcoNatura, en ing. R. Smit, werkzaam bij DGMR, beiden als deskundigen aan de zijde van de stichting en anderen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het projectplan is vastgesteld omdat het dagelijks bestuur onderzoek wil doen naar de staat van het metselwerk en de houten fundering van de stuw bij Junne. De brug, die bovenop de 100 jaar oude stuw ligt, is de afgelopen jaren gebruikt door zwaar verkeer waardoor scheuren in het metselwerk van de stuw zijn ontstaan. Op grond van dit onderzoek zal worden bepaald of de stuw nog te renoveren is of wellicht vervangen moet worden. Het dagelijks bestuur acht het vanwege het goed kunnen uitvoeren van onderzoek noodzakelijk de stuw grotendeels droog te zetten door middel van een droogzetvoorziening. De droogzetvoorziening betreft een permanente constructie in de bodem van de Vecht, bovenstrooms van de bestaande stuw, waarin schotten worden geplaatst om de Vecht tijdelijk droog te kunnen zetten. De afstand van de droogzetvoorziening tot de stuw is ongeveer 50 meter. De droogzetvoorziening kan in de toekomst worden ingezet voor onderhoud, bij calamiteiten en eventueel als noodstuw.

Beide stichtingen en anderen verzetten zich tegen het projectplan. Zij vrezen dat de voorziene droogzetvoorziening nadelige gevolgen voor de natuur en hun woon- en leefklimaat zal hebben.

2. Op deze zaak is de Crisis- en herstelwet (hierna: de Chw) van toepassing.

3. De voor deze zaak relevante regelgeving is opgenomen in de bijlage, die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.

Het hoger beroep, voor zover dat is ingediend door Stichting Omgevingsrecht, [appellant A] en [appellant B] (ontvankelijkheid)

4. De rechtbank heeft overwogen dat [appellant A] en [appellant B] geen belanghebbende zijn bij het projectplan. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat het perceel waar zij wonen op een afstand van 625 m van het projectgebied ligt en dat het perceel geen waterstaatkundig risico loopt. Verder is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk dat [appellant A] en [appellant B] op zo’n grote afstand feitelijk gevolgen zullen ondervinden van het projectplan, omdat het niet waarschijnlijk is dat het verkeer op de Junnerweg zal toenemen. Negatieve effecten voor het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, gelegen ten noordoosten van de droogzetvoorziening, zijn naar het oordeel van de rechtbank vanwege de afstand van ruim 500 m tot het projectgebied ook niet te verwachten. Bovendien ligt het perceel van [appellant A] en [appellant B] op meer dan 1 km van dat betreffende Natura 2000-gebied.

De rechtbank heeft verder overwogen dat Stichting Omgevingsrecht ook geen belanghebbende bij het projectplan is. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat het statutaire doel zo veelomvattend is dat het onvoldoende onderscheidend is om op grond daarvan te kunnen oordelen dat het belang van de stichting rechtstreeks is betrokken bij het projectplan en dat dit belang ook niet blijkt uit feitelijke werkzaamheden die zij heeft verricht.

5. Stichting Omgevingsrecht, [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij geen belanghebbende zijn bij het projectplan. Het door hen ingestelde beroep is om die reden ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Hierover hebben [appellant A] en [appellant B] aangevoerd dat zij tussen de stuw en het nabij gelegen Natura 2000-gebied wonen. Omdat uitvoering van het projectplan door de te verwachten toename van de stikstofbelasting schade zal toebrengen aan het dichtbij hun woning gelegen Natura 2000-gebied, zijn zij wel degelijk belanghebbende. Stichting Omgevingsrecht heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte doorslaggevend gewicht heeft toegekend aan de veelomvattende statutaire doelomschrijving in combinatie met het ontbreken van het verrichten van feitelijke werkzaamheden. Volgens Stichting Omgevingsrecht is het in strijd met het "Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden" (hierna: Verdrag van Aarhus) om haar om deze redenen geen toegang tot de rechter te bieden. Bovendien verricht Stichting Omgevingsrecht wel feitelijke werkzaamheden die los staan van het voeren van juridische procedures, zoals blijkt uit de door haar in hoger beroep overgelegde lijst met activiteiten.

5.1. Het projectplan is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Overeenkomstig artikel 3:15, eerste lid, van de Awb, zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld zienswijzen naar voren te brengen over het ontwerpbesluit. Deze procedure verschilt daarmee van veel andere omgevingsrechtelijke procedures waarin zienswijzen naar voren gebracht kunnen worden door een ieder.

Het gegeven dat Stichting Omgevingsrecht, [appellant A] en [appellant B] een zienswijze naar voren hebben gebracht tegen het ontwerpbesluit, betekent in dit geval niet dat hun beroep bij de rechtbank - ook als zij niet belanghebbend zouden zijn - ontvankelijk is. Zoals uit de uitspraak van 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953, onder 4.7 volgt, hebben niet-belanghebbenden in omgevingsrechtelijke zaken die zijn voorbereid met afdeling 3.4 van de Awb alleen toegang tot de bestuursrechter als in die zaak de kring van personen die een zienswijze naar voren mogen brengen op grond van het nationale recht is verruimd tot ‘een ieder’. Dat is - zoals hiervoor uiteengezet - hier niet het geval. De rechtbank kon het beroep van Stichting Omgevingsrecht, [appellant A] en [appellant B] dus alleen ontvangen als zij belanghebbende zijn bij het projectbesluit. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2823.

[appellant A] en [appellant B]

5.2. Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit. Echter, het moet dan wel gaan om gevolgen van enige betekenis. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft de betrokkene geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen. Gevolgen van enige betekenis ontbreken indien de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder andere geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen daarbij een rol spelen. Als voorbeeld wijst de Afdeling op haar uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271.

5.3. Het gestelde belang van [appellant A] en [appellant B] is gelegen in de mogelijke aantasting van het Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden-Reggegebied dat op ongeveer 240 m van hun woning ligt. Voor de vraag of [appellant A] en [appellant B] belanghebbende zijn, is echter niet de afstand tot het Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden-Reggegebied bepalend, maar is van belang of ter plaatse van het perceel of de woning van [appellant A] en [appellant B] gevolgen kunnen worden ondervonden van het projectplan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1781, onder 18).

De woning van [appellant A] en [appellant B] aan de [locatie] in [plaats] is gelegen op een afstand van 625 m van de in het projectplan voorziene droogzetvoorziening. De rechtbank heeft terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat [appellant A] en [appellant B] ter plaatse van hun woning op zo’n grote afstand van het projectgebied, feitelijke gevolgen van enige betekenis zullen ondervinden van het projectplan. Niet in geschil is dat [appellant A] en [appellant B] geen waterstaatkundig risico lopen ten gevolge van het project. Ook bestaat geen grond voor het oordeel dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT