Uitspraak Nº 21-002435-20. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-12-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:10831
Docket Number21-002435-20
Date28 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-002435-20

Uitspraak d.d.: 28 december 2020

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 9 juli 2020 met parketnummer 16-081361-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum1] 2002,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 december 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van rechtbank Midden-Nederland waartegen verdachte hoger beroep heeft ingesteld. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. D.G. Nagel, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken ter zake van het hem onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde. Hoger beroep tegen deze vrijspraken staat voor verdachte niet open. Het hof zal verdachte daarom in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep.

Het vonnis waarvan beroep

De kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland heeft verdachte ter zake van de hem onder 1 tenlastegelegde diefstal in vereniging met braak van een scooter veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen jeugddetentie.

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, tenlastegelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 19 juli 2019 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een snorfiets (met kenteken [nummer] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tenlastegelegde diefstal in vereniging met braak van de scooter. De raadsvrouw heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het is niet duidelijk wat verbalisant [verbalisant1] exact heeft gezien met betrekking tot de handelingen die verdachten bij de scooter hebben verricht. Ook zijn slechts bij een medeverdachte en niet bij verdachte een kruiskopschroevendraaier en schroeven aangetroffen. Bovendien heeft verdachte, voor zover hij al is aan te wijzen als degene die met de scooter heeft gelopen, de scooter op een later ogenblik teruggezet. Het ontbreekt daarom aan het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening en aan wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen.

Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, mocht het hof tot een bewezenverklaring komen, sprake is van vrijwillige terugtred. Verdachte heeft, nadat hij met de scooter heeft gelopen, deze op een later ogenblik teruggezet, zonder dat blijkt van buitenaf komende omstandigheden die hem daartoe noopten. Daarom is het misdrijf niet voltooid ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

Oordeel van het hof

Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze hieronder worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Het hof overweegt daarbij het volgende.1

Uit de aangifte van [benadeelde partij] (hierna: aangever) blijkt het volgende. Aangever verklaart dat hij eigenaar is van een snorfiets met kenteken [nummer] . Op woensdag 17 juli 2019 omstreeks 17:00 uur heeft hij de snorfiets geparkeerd op het trottoir van zijn woning gelegen aan de [adres1] te [plaats 1] . Hij had de snorfiets op stuurslot geparkeerd met het alarm erop. Er zat toen geen schade aan zijn snorfiets. De politie kon hem na het incident zeggen dat zijn snorfiets op de [adres2] stond te [plaats 1] . Aangever heeft schade aan zijn snorfiets en het contactslot is eruit getrokken. Uit de bijlage goederen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT