Uitspraak Nº 21-002793-18. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-01-30

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:875
Date30 Enero 2019
Docket Number21-002793-18
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-002793-18

Uitspraak d.d.: 30 januari 2019

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 9 mei 2018 met parketnummer 08-770363-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1962,

thans gedetineerd in [detentie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 januari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis in eerste aanleg en derhalve tot bewezenverklaring van hetgeen onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd en veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en tot oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met het bevel tot verpleging van overheidswege. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,

mr. L. Noordanus, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft bij vonnis van 9 mei 2018, verdachte ter zake van de hem onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten, kort gezegd: telkens aanranding, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en heeft aan verdachte de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.

Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist. Het hof zal het vonnis bevestigen. Het hof zal dat doen met aanvulling en verbetering van de gronden, zoals hieronder weergegeven.

De bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 en 5 ten laste gelegde feit vult het hof op de volgende onderdelen aan:

Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bekend dat hij de hem onder 2 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Ten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT