Uitspraak Nº 21-005072-19. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-12-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:10833
Docket Number21-005072-19
Date28 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-005072-19

Uitspraak d.d.: 28 december 2020

VERSTEK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 26 augustus 2019 met parketnummer 16-196458-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 december 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland waartegen verdachte hoger beroep heeft ingesteld. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 26 augustus 2019, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte ter zake van het tenlastegelegde opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), als ware het echt en onvervalst, veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 750,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 15 dagen. De rechtbank heeft in haar uitspraak opgenomen dat deze geldboete moet worden voldaan in 5 termijnen van elk € 150,- per maand.

Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist. Het hof zal het vonnis echter bevestigen met aanvulling van de gronden. Het hof overweegt ten aanzien van de door de verdachte aangedragen grieven als volgt.

Verdachte heeft per brief van 25 september 2019 aangevoerd dat hij onschuldig is, omdat het in de tenlastelegging benoemde valse geschrift nooit fysiek aanwezig is geweest en/of nooit op zijn persoon is aangetroffen.

Het hof stelt allereerst vast dat in hoger beroep niet ter discussie staat dat het in de tenlastelegging genoemde legitimatiebewijs Particuliere Beveiligingsorganisatie een vals geschrift met een bewijsbestemming is als bedoeld in artikel 225 Sr. Verdachte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT