Uitspraak Nº 21-006516-17. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-09-26
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2019:7875 |
Docket Number | 21-006516-17 |
Date | 26 Septiembre 2019 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006516-17
Uitspraak d.d.: 26 september 2019
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Groningen van 15 november 2017 met parketnummer 96-208023-15 in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946,
wonende te [adres] .
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis, ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling ter zake van dit feit tot een geldboete van € 90,- subsidiair 1 dag hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
De kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft het openbaar ministerie op
15 november 2017 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verdachte wegens - kort gezegd - schending van het vertrouwensbeginsel.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verdachte. Daarbij is overwogen dat op basis van het 'Beleidsplan Handhaving gemeente Groningen 2010-2013' toezicht ten aanzien van loslopende honden wordt uitgeoefend op basis van klachten, overlast of gevaarzettende situaties en dat uit het proces-verbaal overtreding betreffende de onderhavige zaak, kort gezegd, niet volgt dat sprake was van gevaar, overlast of een klacht, maar dat verdachte desondanks is bekeurd, hetgeen een schending van het vertrouwensbeginsel oplevert.
Met ingang van 27 september 2013 is het hierboven bedoelde beleid in zoverre gewijzigd, dat na constatering van een overtreding door...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT