Uitspraak Nº 21/1147 WMO15. Centrale Raad van Beroep, 2022-10-26
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2022:2296 |
Date | 26 Octubre 2022 |
Docket Number | 21/1147 WMO15 |
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de tussenuitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 1 september 2020, 20/17 (aangevallen tussenuitspraak) en tegen de einduitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 februari 2021, 20/17 (aangevallen einduitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (college)
Datum uitspraak: 26 oktober 2022
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. J.H.F. de Jong, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Appellant heeft nadere stukken overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 september 2022. Appellant is niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E. Chahid.
1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Appellant, geboren in 1965, heeft een dwarslaesie en is rolstoelafhankelijk. Hij ondervindt daardoor beperkingen bij het verrichten van huishoudelijke taken. In verband hiermee heeft het college hem van 27 maart 2017 tot en met 26 maart 2019 op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden verstrekt van 339 uur per jaar (omgerekend 6,5 uur per week).
Appellant heeft op 12 maart 2019 het college verzocht om aan hem opnieuw een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden te verstrekken.
Bij besluit van 10 april 2019, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 21 november 2019 (bestreden besluit), heeft het college appellant voor de periode van 27 maart 2019 tot en met 26 maart 2021 een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden verstrekt van 209 uren per jaar (omgerekend 4 uren per week), te ontvangen in de vorm van een persoonsgebonden budget. De maatwerkvoorziening bestaat uit 105 basisuren per jaar en 104 aanvullende uren per jaar (39 aanvullende uren voor realiseren van een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden, 39 aanvullende uren voor het beschikken over schone kleding + extra zware was en 26 aanvullende uren voor het beschikken over schoon beddengoed).
Bij de aangevallen einduitspraak heeft de rechtbank, onder verwijzing naar de aangevallen tussenuitspraak, het beroep van appellant tegen de beslissing op bezwaar van 21 november 2019 (bestreden besluit) –...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT