Uitspraak Nº 21 / 2127 AW. Centrale Raad van Beroep, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:CRVB:2022:2311
Docket Number21 / 2127 AW
Date27 Octubre 2022
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
21 2127 AW, 21/2138 AW, 22/1771 AW

Datum uitspraak: 27 oktober 2022

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 7 mei 2021, 19/3433 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)

het college van burgemeester en wethouders van Nederweert (college)

PROCESVERLOOP

Namens het college heeft mr. A.G. Kerkhof, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Namens betrokkene heeft mr. I.K. Kolev, advocaat, hoger beroep ingesteld en een verweerschrift ingediend.

Namens het college heeft mr. Kerkhof een verweerschrift ingediend.

Ter uitvoering van de aangevallen uitspraak heeft het college op 26 april 2022 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen (nader besluit).

Namens betrokkene heeft mr. Kolev hierop een reactie gegeven.

Namens betrokkene zijn nadere stukken ingezonden.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2022. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Kerkhof en mr. M.H.P. Lucassen. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. Kolev.

OVERWEGINGEN
1.1.

Met ingang van 1 januari 2020 is de Ambtenarenwet gewijzigd en Ambtenarenwet 2017 (AW 2017) gaan heten. Op grond van artikel 16, tweede lid, van de AW 2017 blijft op besluiten of handelingen die vóór 1 januari 2020 bekend zijn gemaakt, het toen geldende recht van toepassing wat betreft de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen en wat betreft de behandeling van dat bezwaar of beroep.

1.2.

Betrokkene is vanaf 1978 werkzaam geweest bij de gemeente Nederweert, laatstelijk in de functie van [naam functie] bij de afdeling [naam afdeling] . Betrokkene is met ingang van 1 november 2010 ontslag verleend. In verband met de beëindiging van het dienstverband is aan betrokkene een bovenwettelijke en na-wettelijke uitkering toegekend op grond van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO). Betrokkene heeft zich op 1 juli 2014 ziekgemeld.

1.3.

Bij brieven van 2 augustus 2016 en 26 januari 2017 is betrokkene, onder meer, medegedeeld dat hij recht heeft op een uitkering tot 8 september 2023 en dat zijn ziekmelding van 1 juli 2014 geen invloed heeft op de duur van deze uitkering.

2.1.

Bij besluit van 5 augustus 2019, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 22 november 2019 (bestreden besluit), is de na-wettelijke uitkering van betrokkene, rekening houdend met een uitlooptermijn, per 10 november 2019 beëindigd. Hieraan is ten grondslag gelegd dat betrokkene dertien weken na zijn ziekmelding – dus per 30 september 2014 – geen recht meer had op deze uitkering. Voor het bepalen van de uitlooptermijn is aansluiting gezocht bij wat gebruikelijk is in arbeidsongeschiktheidszaken.

3.1.

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het college opdracht gegeven tot het nemen van een nieuwe beslissing op bezwaar. De rechtbank heeft hiertoe, kort samengevat, het volgende overwogen. Nu het college het bestreden besluit alsnog voor zijn rekening heeft genomen, is het bevoegdheidsgebrek in het bestreden besluit hersteld. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat uit de uitspraak tussen partijen van de Raad van 2 augustus 20121 niet kan worden afgeleid dat betrokkene een garantie op een inkomensvoorziening tot aan de pensioengerechtigde leeftijd heeft. Uit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT