Uitspraak Nº 21 / 3311 MAW. Centrale Raad van Beroep, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:CRVB:2022:2318
Docket Number21 / 3311 MAW
Date27 Octubre 2022
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
21 3311 MAW

Datum uitspraak: 27 oktober 2022

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 3 augustus 2021, 20/2676 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

de Staatssecretaris van Defensie (staatssecretaris)

[betrokkene] te Curaçao (betrokkene)

PROCESVERLOOP

De staatssecretaris heeft hoger beroep ingesteld.

Namens betrokkene heeft mr. B. Damen, advocaat, een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2022. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H. Zilverberg. Betrokkene heeft aan de zitting deelgenomen via videoverbinding, bijgestaan door mr. Damen, die bij de zitting aanwezig was.

OVERWEGINGEN
1.1.

Betrokkene is militair in de rang van [naam functie] bij [dienstonderdeel] . Bij besluit van 28 februari 2019 is aan haar een functie toegewezen met standplaats [plaats 1] . Omstreeks 19 oktober 2019 is zij verhuisd naar een woning in [plaats 2] , gelegen op 26 kilometer van haar standplaats. Op 13 oktober 2019 heeft betrokkene een verzoek ingediend om toekenning van een tegemoetkoming in de verhuiskosten op grond van het Verplaatsingskostenbesluit defensie (VKBD).

1.2.

Bij besluit van 14 november 2019, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 15 april 2020 (bestreden besluit), heeft de staatssecretaris het verzoek van betrokkene afgewezen. Betrokkene komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten op grond van artikel 3 van het VKBD, omdat de enkele reisafstand tussen het adres van de nieuwe woning in [plaats 2] en haar werklocatie, gemeten met de door Defensie gehanteerde routeplanner, meer dan 25 kilometer bedraagt (te weten 26 kilometer). Er bestaat geen aanleiding om op grond van de hardheidsclausule van artikel 31 van het VKBD een tegemoetkoming toe te kennen, omdat niet is gebleken dat sprake is van een dusdanig beperkt woningaanbod binnen het woongebied dat het voor betrokkene niet mogelijk was om in dat gebied een huurwoning te krijgen. Dat heeft betrokkene evenmin aangetoond. Verder acht de staatssecretaris dat het aannemelijk is dat het beperkte woningaanbod waar betrokkene naar verwijst het gevolg is van de eisen van betrokkene, zoals een maximale huursom van € 800,- en een tuin voor haar buitenkatten. Nadat zij constateerde dat er slechts een beperkt aantal huurwoningen in het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT