Uitspraak Nº 21/816. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:CBB:2022:721
Docket Number21/816
Date25 Octubre 2022
CourtCollege van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 21/816

uitspraak van de meervoudige kamer van 25 oktober 2022 in de zaak tussen [naam 1] B.V., te [woonplaats] , appellante

(gemachtigde: T. van Steenis),

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. M.W. Schilperoort).

Procesverloop

Bij besluit van 5 maart 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder op grond van Titel 2.2 Brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) een subsidie verleend van € 784.603,10.

Bij besluit van 24 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juli 2022. Namens appellante was aanwezig [naam 2] , bijgestaan door de gemachtigde van appellante. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en dr. ir. [naam 3] .

Overwegingen
1.1

Appellante heeft op 15 juli 2020 een subsidie van in totaal € 1.279.141,82 aangevraagd voor het project “ [naam 4] ”. Appellante voert het project samen uit met [naam 5] , [naam 6] B.V. en [naam 7] . Appellante treedt voor de subsidieaanvraag op als penvoerder.

1.2

Verweerder heeft appellante een subsidie verleend van € 784.603,10. Daarbij heeft verweerder het project gekwalificeerd als experimenteel onderzoek in plaats van industrieel onderzoek, waardoor het subsidiepercentage is verlaagd van 50% naar 25%. Verder heeft verweerder de subsidie voor een aantal kostenposten uit het projectplan afgewezen.

1.3

Appellante is het niet eens met verweerders besluitvorming. Partijen zijn verdeeld over de vraag of het project ‘ [naam 4] ’ als experimenteel onderzoek of als industrieel onderzoek moet worden aangemerkt en of alsnog subsidie moet worden toegekend voor de opgevoerde uren van de deelnemers in de eerste fase van het project en voor de werkzaamheden die gemoeid zijn met het verkrijgen van een vergunning. Tussen partijen is eveneens in geschil of verweerder het subsidiebedrag terecht heeft gecorrigeerd omdat binnen het project de vereiste ammoniakreductie van 70% niet zou worden behaald.

Is sprake van industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling?

Standpunt appellante

2. Appellante voert aan dat de kenmerken, onderdelen en aspecten van het project zijn gericht op industrieel onderzoek en verwijst daarbij naar de uitspraak van het College van 6 oktober 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:678). Doel van het project is het ontwikkelen, testen en toepassen van het ‘ [naam 8] ’ ( [naam 8] -spoelsysteem). Met dit systeem kan de mest snel en efficiënt uit de stal worden afgevoerd naar een vergister, waarbij de hypothese is dat de emissie van ammoniak, methaan, geurstof en fijnstof beperkt blijft omdat er weinig mest in de stal aanwezig is. In het [naam 8] -spoelsysteem wordt de mest in de stal onder de roostervloer opgevangen in mestgoten met een gescheiden afvoer voor vaste en vloeibare mest. Deze mestgoten zijn voorzien van een nanocoating, hebben een watergoot waardoor de goten kunnen worden nagespoeld, en op de goten zijn koelslangen aangebracht. Daarnaast bestaat de roostervloer uit een driekantrooster dat volledig is gecoat. Dit is een geheel nieuwe toepassing, aangezien tot nu toe de roostervloeren in de varkenshouderij alleen aan de bovenzijde werden gecoat. Appellante stelt dan ook dat sprake is van de ontwikkeling van een nieuw product en procedé, dan wel de aanmerkelijke verbetering van een bestaand product en procedé. Het project bevindt zich nog in de beginfase van onderzoek en ontwikkeling, waarbij nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis en vaardigheden worden opgedaan. Gedurende het project zal continu met innovatieve techniek worden gemeten wat de gevolgen van het spoelen zijn op de emissie, zodat ook het spoelproces wordt geoptimaliseerd. Verder wijst appellante erop dat het [naam 8] -stalsysteem zo nieuw is dat het nog geen factor heeft in de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV).

Standpunt verweerder

3. Verweerder handhaaft zijn standpunt dat het project geen industrieel onderzoek is, omdat daarin gebruik wordt gemaakt van reeds ontwikkelde principes en materialen en er geen sprake is van het creëren van een complex systeem. Ook is er geen sprake van een iteratief proces. Volgens verweerder worden in het project relatief eenvoudige materialen, technieken en producten gebruikt, die op eenvoudige wijze te installeren zijn en in opbouw, gebruik en samenstelling niet fundamenteel worden veranderd. Daarbij zijn de technische uitdagingen relatief klein. Op basis van het projectplan concludeert verweerder dat appellante gaat onderzoeken hoe het [naam 8] -spoelsysteem leidt tot een emissiereductie in combinatie met de mogelijke beïnvloeding van het mestgedrag van de varkens. Dat de uitslag hiervan nog niet bekend is, betekent niet dat er geen gebruik wordt gemaakt van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden. Verder zijn de investeringen van het project niet gericht op het in aanmerkelijke mate ingrijpen in de werking, het ontwerp of de functie van de technieken. Uit het projectplan blijkt juist dat de investeringen betrekking hebben op de implementatie van de technieken om als toepassing in samenhang en afstemming met elkaar tot een lagere emissie te komen. Gelet hierop concludeert verweerder dat het project moet worden gekwalificeerd als experimentele ontwikkeling.

Beoordeling door het College

4. De begrippen industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling zijn in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (algemene groepsvrijstellingsverordening, AGVV) als volgt gedefinieerd:

“85. „industrieel onderzoek”: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT