Uitspraak Nº 22-004319-17. Gerechtshof Den Haag, 2019-09-25

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:2600
Docket Number22-004319-17
Date25 Septiembre 2019
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

Rolnummer: 22-004319-17

Parketnummer: 09-108376-17

Datum uitspraak: 25 september 2019

VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 22 september 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1991,

[adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 11 september 2019.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair

20 dagen hechtenis. Voorts is een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.

Omvang hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld en dat beroep blijkens de appelakte beperkt tot de vrijspraak van feit 3. Het hoger beroep is derhalve beperkt tot de beoordeling van feit 3.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:

3.
hij op of omstreeks 16 juni 2017 te Voorhout, gemeente Teylingen, een ambtenaar van politie Eenheid Den Haag, te weten [politieagent], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten tijdens de surveillance en/of in een aanhoudingssituatie, heeft mishandeld door die ambtenaar in het gezicht te spugen;

subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 16 juni 2017 te Voorhout, gemeente Teylingen, een ambtenaar van politie Eenheid Den Haag, te weten [politieagent], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten tijdens de surveillance en/of in een aanhoudingssituatie en in diens tegenwoordigheid door feitelijkheden heeft beledigd door deze [politieagent] in diens gezicht te spugen.

Vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 3 primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld, maar dat aan de verdachte ter zake van dat feitgeen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat in hoger beroep de tenlastelegging is gewijzigd.

Beoordeling van de tenlastelegging

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het primair ten laste gelegde bewezen wordt verklaard, aangezien moet worden aangenomen dat het spugen in het gezicht van de aangever een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam heeft opgeleverd, hetgeen valt onder mishandeling.

Het hof overweegt als volgt.

Onder ‘mishandeling’ in de zin van de artikelen 300 en 301 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) moet worden verstaan het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn alsmede - onder omstandigheden - het opzettelijk bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Ook het opzettelijk benadelen van de gezondheid kan onder mishandeling vallen.

Uit de Memorie van Toelichting op artikel 300 Sr volgt dat er sprake moet zijn van een zeer onaangename fysieke ervaring, wil bewezenverklaard handelen als mishandeling gekwalificeerd kunnen worden (zie hierover ook ECLI:NL:RBAMS:2017:7665 en ECLI:NL:GHAMS:2017:4109).

Het hof is van oordeel dat onder omstandigheden het bespuugd worden in het gezicht een zeer onaangename fysieke ervaring kan zijn, die als mishandeling kan worden gekwalificeerd. Dat dit in het concrete geval voor de in het gezicht bespuugde verbalisant ook daadwerkelijk het geval is geweest, kan naar het oordeel van het hof niet worden vastgesteld. De aangever heeft in het proces-verbaal van aangifte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT