Uitspraak Nº 22-005007. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-10-28
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2022:6213 |
Docket Number | 22-005007 |
Date | 28 Octubre 2022 |
Court | Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland) |
Strafrecht
Zittingsplaats Breda
raadkamernummer : 22-005007
datum : 28 oktober 2022
Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering
Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv) ingekomen ter griffie op 11 maart 2022, in de zaak:
[verzoeker]
geboren op [geboortedag] 1951 te [geboorteplaats]
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. J. van den Brink, advocaat te Barneveld
(Postbus 248, 3770 AE Barneveld)
hierna te noemen: de verzoeker.
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 90.027,36, € 90.027,36, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
-
-
het vonnis van de meervoudige kamer van 31 juli 20219 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
-
-
de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
Op 14 oktober 2022 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. S. Leeman en mr. J. van den Brink als gemachtigd advocaat van verzoeker gehoord.
Verzoeker is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het verzoek verschenen.
De advocaat heeft in raadkamer aangevoerd dat het gehele verzochte bedrag dient te worden toegewezen in de verzoekschriftprocedure van [naam bedrijf verzoeker] [kenmerknummer] . Alle kosten zijn immers voor rekening van de B.V. gekomen en verzoeker heeft hierdoor geen schade geleden.
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de in raadkamer door de advocaat gegeven informatie is vast komen te staan dat verzoeker zelf geen schade heeft geleden. De verzochte kosten zijn in de verzoekschriftprocedure van [naam bedrijf verzoeker] . met [kenmerknummer] beoordeeld en grotendeels toegewezen. Verzoeker heeft daardoor geen belang meer bij de behandeling van het verzoekschrift. Om die reden verklaart de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.
De rechtbank verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek.
Deze beslissing is gegeven door de raadkamer,
mr. R.P. Broeders, voorzitter,
mr. J.C.A.M. Los en mr. R.J.H. de Brouwer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier,
en in het openbaar...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT